ALS.VOORWAARDEN
De functie ALS.VOORWAARDEN controleert opgegeven uitdrukkingen en retourneert een waarde gebaseerd op de eerste voorwaarde die resulteert in de booleaanse waarde WAAR.
ALS.VOORWAARDEN(als.voorwaarden-uitdrukking; als.voorwaarden-waar; als.voorwaarden-uitdrukking…; als.voorwaarden-waar…)
als.voorwaarden-uitdrukking: Een logische uitdrukking. als.voorwaarden-uitdrukking kan elke gewenste inhoud hebben, zolang de uitdrukking kan worden beoordeeld als een booleaanse waarde. Als de uitdrukking resulteert in een getal, wordt het getal 0 geïnterpreteerd als ONWAAR en elk ander getal als WAAR.
als.voorwaarden-waar: De waarde die wordt geretourneerd als als.voorwaarden-uitdrukking WAAR is. als.voorwaarden-waar kan uit een willekeurige waarde bestaan. De functie ALS.VOORWAARDEN retourneert 0 als je als.voorwaarden-waar weglaat (er staat een puntkomma, maar geen waarde) en als.voorwaarden-uitdrukking resulteert in WAAR.
als.voorwaarden-uitdrukking…: Een optionele logische uitdrukking die moet worden geëvalueerd als als.voorwaarden-uitdrukking ONWAAR is. als.voorwaarden-uitdrukking kan elke gewenste inhoud hebben, zolang de uitdrukking kan worden beoordeeld als een booleaanse waarde. Als de uitdrukking resulteert in een getal, wordt het getal 0 geïnterpreteerd als ONWAAR en elk ander getal als WAAR.
als.voorwaarden-waar…: De waarde die wordt geretourneerd als als.voorwaarden-uitdrukking… WAAR is. als.voorwaarden-waar kan uit een willekeurige waarde bestaan. De functie ALS.VOORWAARDEN retourneert 0 als je als.voorwaarden-waar… weglaat (er staat een puntkomma, maar geen waarde) en als.voorwaarden-uitdrukking… resulteert in WAAR.
Opmerkingen
Als alle uitdrukkingen ONWAAR zijn, wordt een fout geretourneerd.
Je kunt "WAAR" invoeren voor de laatste als.voorwaarden-uitdrukking… in je formule, gevolgd door een standaardwaarde voor als.voorwaarden-waar… om aan te geven wat het resultaat is als alle voorgaande uitdrukkingen (waaronder als.voorwaarden-uitdrukking en alle exemplaren van als.voorwaarden-uitdrukking…) als ONWAAR worden beoordeeld.
De functie ALS.VOORWAARDEN gebruiken voor meerdere vergelijkingen |
---|
In de onderstaande tabel vind je een lijst met de cijfers van studenten. |
A | B | C | |
---|---|---|---|
1 | Student | Score | Classificatie |
2 | 1 | 4 | Zeer bekwaam |
3 | 2 | 2 | Leerling |
4 | 3 | 3 | Bekwaam |
5 | 4 | Onvolledig | |
6 | 5 | 3,2 | Bekwaam+ |
7 | 6 | 3,2 | Beginner |
De onderstaande tabel retourneert de beoordeling die is gekoppeld aan een score in de bovenstaande tabel door meerdere argumenten voor als.voorwaarden… te gebruiken. In deze formule worden de volgende argumenten gebruikt:
Om de bovenstaande formule te gebruiken met de andere cellen in de tabel, wijzig je B2 in elke als-uitdrukking in een andere cel die een score bevat. |
WAAR gebruiken voor als.voorwaarden-uitdrukking… |
---|
Soms wordt geen enkele uitdrukking beoordeeld als WAAR. In plaats van een fout te retourneren, kun je de geretourneerde tekenreeks in de laatste als.voorwaarden-uitdrukking… instellen. In de bovenstaande tabel heeft student 4 geen score, waardoor de vorige formule voor die student een fout zou retourneren. Misschien was deze student afwezig en moet hij de opdracht nog uitvoeren. Dus in plaats van de fout te behouden, kun je nog een als.voorwaarden-uitdrukking toevoegen om ontbrekende scores als "Onvolledig" te markeren: In dit voorbeeld wordt de celverwijzing gewijzigd om te zoeken naar de scorecel voor student 4, waarbij alle argumenten hetzelfde zijn als hierboven en er één extra als.voorwaarden-uitdrukking wordt toegevoegd aan het einde:
|
Complexere vergelijkingen |
---|
Soms heb je complexere uitdrukkingen waarin je een combinatie van vergelijkingsoperatoren moet gebruiken. In de bovenstaande schaal wordt bijvoorbeeld gebruikgemaakt van hele getallen, maar het kan zijn dat een andere student (student 6) een 3,2 heeft gehaald. Je kunt dan bijvoorbeeld de onderstaande formule gebruiken voor studenten wier score tussen de vier algemene beoordelingen valt (stel B6 in op 3,2, de score van student 5): In dit voorbeeld worden extra argumenten voor als.voorwaarden-uitdrukking… toegevoegd tussen de beoordelingen Zeer bekwaam, Bekwaam, Leerling en Beginner.
Dit werkt doordat met ALS.VOORWAARDEN wordt gezocht naar de eerste uitdrukking die WAAR retourneert. Als de score van een student niet 4 is, wordt met ALS.VOORWAARDEN gecontroleerd of de score hoger is dan 3. Student 5 zou dan de beoordeling Bekwaam+ krijgen. Een student met een score van 2,5 zou de beoordeling Leerling+ krijgen, omdat zijn score niet 4 is en ook niet groter dan of gelijk is aan 3, maar wel groter dan 2 is. |
ALS.VOORWAARDEN gebruiken met andere functies |
---|
ALS.VOORWAARDEN kan worden gebruikt met andere functies. Deze functie maakt bijvoorbeeld gebruik van REST om te bepalen of het jaar in cel A2 (in dit voorbeeld is A2 2020) een schrikkeljaar is: Om te bepalen of twee waarden ongelijk zijn, gebruik je de vergelijkingsoperator <>. |
Extra voorbeelden |
---|
=ALS.VOORWAARDEN(A2>91;"A";A2>82;"B";A2>73;"C";A2>64;"D";WAAR;"F") retourneert de beoordeling "A" voor een getal groter dan 91, een "B" voor een getal groter dan 82 maar kleiner dan 92, enzovoort. Voor alle waarden lager dan 65 wordt een "F" geretourneerd. =ALS.VOORWAARDEN(A2>91;"A";A2>82;"B";A2>73;"C";A2>64;"D";"A2<>0";"Afgelegd"; WAAR;"Onvoldoende") retourneert de beoordeling "A" voor een getal groter dan 91, een "B" voor een getal groter dan 82 maar kleiner dan 92, enzovoort. Voor alle waarden lager dan 65 maar niet gelijk aan 0 wordt "Afgelegd" geretourneerd. Als de score 0 is, wordt "Onvoldoende" geretourneerd. A2 bevat "Een hond" A1 = AANTALOVEREENKOMSTEN(A2; REGEX("\w+")) =ALS.VOORWAARDEN(A1 = 0; "Geen woorden"; A1 = 1; "Eén woord"; A1 = 2; "Twee woorden"; A1 > 2; "Meerdere woorden") retourneert "Twee woorden". |