Tips bij het kiezen van een financiële functie
Sommige financiële functies kun je gebruiken bij het beantwoorden van vragen over de tijdswaarde van geld (TVM, Time Value of Money) bij periodieke cashflows en vaste rentepercentages. Deze functies kunnen betrekking hebben op regelmatige cashflows en tijdsintervallen of onregelmatige cashflows en tijdsintervallen.
Financiële functies kunnen ook worden gebruikt om alledaagse financiële vragen te beantwoorden.
In de onderstaande onderwerpen lees je welke functies je kunt gebruiken voor diverse soorten financiële berekeningen.
Regelmatige cashflows en tijdsintervallen
Gebruik de onderstaande financiële functies bij het beantwoorden van vragen over de tijdswaarde van geld bij regelmatige periodieke cashflows (alle betalingen hebben vaste bedragen, vaste tijdsintervallen en vaste rentepercentages). Deze functies zijn met elkaar verwant.
Functie | Ondersteunde argumenten |
---|---|
TW (toekomstige-waarde): Deze functie gebruik je als je wilt bepalen wat de toekomstige waarde zal zijn van een reeks cashflows (de waarde ervan op een bepaald toekomstig moment). Hierbij spelen ook andere factoren (zoals rentepercentage) een rol. | periodieke-rente; aantal-perioden; betaling; huidige-waarde; betalingstijdstip |
NPER (aantal-perioden): Deze functie gebruik je als je wilt bepalen hoeveel perioden er nodig zijn voor het afbetalen van een lening of gedurende hoeveel perioden je een annuïteit ontvangt. Hierbij spelen ook andere factoren (zoals het rentepercentage) een rol. | periodieke-rente; betaling; huidige-waarde; toekomstige-waarde; betalingstijdstip |
BET (betaling): Deze functie gebruik je als je wilt bepalen hoe groot het bedrag moet zijn voor de betaling voor een lening of dat wordt ontvangen voor een annuïteit. Hierbij spelen ook andere factoren (zoals het rentepercentage) een rol. | periodieke-rente; aantal-perioden; huidige-waarde; toekomstige-waarde; betalingstijdstip |
HW (huidige-waarde): Deze functie gebruik je als je wilt bepalen wat de huidige waarde is van een reeks cashflows. Hierbij spelen ook andere factoren (zoals rentepercentage) een rol. | periodieke-rente; aantal-perioden; betaling; toekomstige-waarde; betalingstijdstip |
RENTE: (periodieke-rente): Deze functie gebruik je als je het periodieke rentepercentage voor een lening of annuïteit wilt bepalen. Hierbij spelen ook andere factoren (zoals het rentepercentage) een rol. | aantal-perioden; betaling; huidige-waarde; toekomstige-waarde; betalingstijdstip; schatting |
Onregelmatige cashflows en tijdsintervallen
Gebruik de onderstaande financiële functies bij het beantwoorden van vragen over de tijdswaarde van geld bij onregelmatige periodieke cashflows. Dit zijn cashflows op vaste tijdsintervallen maar met variabele bedragen of cashflows op onregelmatige tijdsintervallen (bijvoorbeeld niet elke maand).
Functie | Ondersteunde argumenten |
---|---|
IR: Deze functie gebruik je als je een periodieke rente wilt bepalen die ervoor zorgt dat de netto huidige waarde van een reeks mogelijke onregelmatige cashflows met regelmatige tijdsintervallen 0 is. Dit wordt de interne rentabiliteit genoemd. | flowsbereik; schatting Het argument flowsbereik bestaat uit een opgegeven verzameling cashflows die impliciet een betaling, een huidige-waarde en een toekomstige-waarde kan bevatten. |
GIR: Deze functie gebruik je als je een periodieke rente wilt bepalen die ervoor zorgt dat de netto huidige waarde van een reeks mogelijke onregelmatige cashflows met regelmatige tijdsintervallen 0 is. Dit wordt de gewijzigde interne rentabiliteit genoemd. Het verschil tussen GIR en IR is dat met deze functie positieve en negatieve cashflows tegen een verschillend percentage kunnen worden verdisconteerd. | flowsbereik; financieringsrente; herinvesteringsrente Het argument flowsbereik bestaat uit een opgegeven verzameling cashflows die impliciet een betaling, een huidige-waarde en een toekomstige-waarde kan bevatten. financieringsrente en herinvesteringsrente zijn specifieke gevallen van een periodieke-rente. |
NHW: Deze functie gebruik je als je de huidige waarde wilt bepalen van een reeks mogelijke onregelmatige cashflows met regelmatige tijdsintervallen. Dit wordt de netto huidige waarde genoemd. | periodieke-rente; cashflow; cashflow… Het argument cashflow; cashflow... bestaat uit een of meer cashflows die impliciet een betaling, een huidige-waarde en een toekomstige-waarde kunnen bevatten. |
IR.SCHEMA: Deze functie gebruik je als je het interne rendement wilt bepalen voor een investering die is gebaseerd op een reeks onregelmatige cashflows. | betalingen; datums; schatting Het argument betalingen bestaat uit een opgegeven verzameling cashflows met de bijbehorende datums. Het argument schatting geeft een schatting van het interne rendement aan. |
NHW2: Deze functie gebruik je om de huidige waarde te bepalen van een investering of annuïteit gebaseerd op een reeks onregelmatige cashflows en een discontopercentage. | disconto; betalingen; datums Het argument betalingen bestaat uit een opgegeven verzameling cashflows met de bijbehorende datums waarop het disconto wordt toegepast. |
Spaargeld
Gebruik de onderstaande functies om vragen met betrekking tot spaargeld te beantwoorden.
Gewenste informatie | Functie |
---|---|
Het effectieve rentepercentage voor een investerings- of spaarrekening waarover periodiek rente wordt uitgekeerd. | |
De waarde van een depositocertificaat op de vervaldatum (de waarde van het argument betaling is 0). | |
Het nominale rentepercentage voor een depositocertificaat waarvoor de uitgever de "effectieve rente" heeft gepubliceerd. | |
Het aantal jaren voordat een bepaald bedrag is gespaard, op basis van maandelijkse stortingen op een spaarrekening (de waarde voor huidige-waarde is het bedrag dat bij aanvang wordt gestort. Deze waarde kan 0 zijn.) | |
Het bedrag dat elke maand moet worden gespaard om na een aantal jaren over een bepaald spaarbedrag te beschikken (de waarde voor huidige-waarde is het bedrag dat bij aanvang wordt gestort. Deze waarde kan 0 zijn.) |
Leningen
Gebruik de onderstaande functies om vragen met betrekking tot leningen te beantwoorden.
Gewenste informatie | Functie |
---|---|
Het bedrag aan betaalde rente voor een lening gedurende een bepaalde periode (bijvoorbeeld het derde jaar of maand 9-12). | |
Het bedrag aan betaalde hoofdsom voor een lening gedurende een bepaalde periode (bijvoorbeeld het derde jaar of maand 9-12). | |
Het bedrag aan rente dat is opgenomen in een bepaalde betalingsperiode (bijvoorbeeld de 36e aflossing). | |
Het bedrag van de hoofdsom dat is opgenomen in een bepaalde betalingsperiode (bijvoorbeeld de 36e aflossing). |
Obligatie-investeringen
Gebruik de onderstaande functies om vragen met betrekking tot obligatie-investeringen te beantwoorden.
Gewenste informatie | Functie |
---|---|
Het rentebedrag dat is opgebouwd of is betaald sinds de uitgifte van een obligatie waarop periodiek rente wordt uitgekeerd. | |
Het rentebedrag dat is opgebouwd of is betaald sinds de uitgifte van een obligatie waarop alleen op de vervaldatum rente wordt uitgekeerd. | |
Het gewogen gemiddelde van de huidige waarde van de cashflows van een obligatie, uitgedrukt als een tijdsperiode. | |
Het gewogen gemiddelde van de huidige waarde van de cashflows van een obligatie, uitgedrukt als percentage van prijsverandering bij een resultaatverandering van 1%. | |
Het aantal couponbetalingen tussen de aankoopdatum en de vervaldatum van een obligatie | |
Het jaarlijkse discontopercentage voor een verdisconteerde obligatie waarop geen rente wordt uitgekeerd (wordt vaak een nulcouponobligatie genoemd). | |
Het jaarlijkse effectieve rentepercentage voor een obligatie waarvoor alleen op de vervaldatum rente wordt uitgekeerd (geen periodieke betalingen, maar wel een couponrente). | |
De verwachte aankoopprijs van een obligatie waarop periodiek rente wordt uitgekeerd. | |
De verwachte aankoopprijs van een verdisconteerde obligatie waarop geen rente wordt uitgekeerd. | |
De verwachte aankoopprijs van een obligatie waarop alleen op de vervaldatum rente wordt uitgekeerd. | |
Het bedrag dat wordt ontvangen voor een obligatie waarvoor alleen op de vervaldatum rente wordt uitgekeerd (geen periodieke betalingen, maar wel een couponrente), inclusief opgelopen rente. | |
Het effectieve jaarlijkse rentepercentage van een obligatie waarop periodiek rente wordt uitgekeerd. | |
Het effectieve jaarlijkse rentepercentage van een verdisconteerde obligatie waarop geen rente wordt uitgekeerd. | |
Het effectieve jaarlijkse rentepercentage van een obligatie waarop alleen op de vervaldatum rente wordt uitgekeerd. |
Afschrijving
Gebruik de onderstaande functies om vragen met betrekking tot afschrijving te beantwoorden.
Gewenste informatie | Functie |
---|---|
Het periodieke afschrijvingsbedrag van activa berekenen met behulp van de vaste degressieve afschrijvingsmethode. | |
De periodieke afschrijving van activa berekenen met behulp van afschrijving op basis van de boekwaarde, zoals afschrijving op basis van een verdubbeld vast percentage van de boekwaarde. | |
De periodieke afschrijving van activa berekenen door lineaire afschrijving. | |
De periodieke afschrijving van activa berekenen volgens de jaarwegingsmethode (sum-of-the-years-digits). | |
De totale afschrijving van activa gedurende een bepaalde periode berekenen met behulp van afschrijving op basis van de boekwaarde. |