
LET
Met de functie LET kun je benoemde variabelen definiëren, waarden/berekende resultaten aan de variabelen toewijzen en ernaar verwijzen in een uitdrukking.
LET(naam; waarde; naam…; waarde…; berekening-of-naam)
naam: De naam die aan de eerste variabele moet worden toegekend die wordt gedefinieerd.
waarde: De waarde die wordt toegewezen aan de variabele.
naam…:Optioneel kan nog een variabele worden toegevoegd om te definiëren.
waarde…: De waarde die wordt toegewezen aan andere optionele variabelen.
berekening-of-naam: Een naam voor een andere variabele die moet worden gedefinieerd of een berekening die namen in de functie LET gebruikt. Moet het laatste argument zijn.
Opmerkingen
Er moet minimaal één naam/waardepaar worden gedefinieerd (LET ondersteunt maximaal 126 paren).
Met LET kun je namen voor variabelen definiëren die als formuletokens worden weergegeven. Nadat ze zijn gedefinieerd, kunnen ze worden weergegeven als suggesties tijdens het typen en elders in de functie worden gebruikt.
Voorbeelden |
---|
Stel dat voor een uitgave een dagelijks bedrag van € 10 in rekening wordt gebracht en je de wekelijkse kosten van die uitgave wilt berekenen. In het onderstaande voorbeeld is Bedrag de variabelenaam, is 10 de waarde die aan die variabele wordt toegewezen en worden met Bedrag*7 de wekelijkse kosten berekend. =LET(Bedrag;10;Bedrag*7) retourneert 70. Om de kosten van die uitgave voor een doorsneeweek, -maand of -jaar afzonderlijk te berekenen en te vergelijken, kun je een variabele aan elke tijdsperiode toewijzen. In de onderstaande voorbeelden vertegenwoordigen de variabele x en de waarde 7 een week, de variabele y en de waarde 30 een maand en de variabele z en de waarde 365 een jaar. =LET(Bedrag; 10; x; 7; y; 30; z; 365; Bedrag*x) retourneert 70, de wekelijkse kosten. =LET(Bedrag; 10; x; 7; y; 30; z; 365; Bedrag*y) retourneert 300, de maandelijkse kosten. =LET(Bedrag; 10; x; 7; y; 30; z; 365; Bedrag*z) retourneert 3650, de jaarlijkse kosten. De uitdrukking om de kosten van die dagelijkse uitgave te berekenen voor een specifieke tijdsperiode, bijvoorbeeld 2 jaar, 2 maanden en 2 weken, ziet er als volgt uit: =LET(Bedrag; 10; x; 7; y; 30; z; 365; Bedrag*2*x + Bedrag*2*y + Bedrag*2*z). |