Toegankelijkheidsinstellingen wijzigen voor 'Schakelbediening' op de Mac
Gebruik op je Mac de instellingen voor 'Schakelbediening' om schakelbediening in te schakelen en de paneeleditor te openen, opties voor typen in te stellen bij het gebruik van schakelbediening, schakelaars toe te voegen en te verwijderen, bewerkingen toe te wijzen aan schakelaars, opties in te stellen voor automatisch scannen, en opties in te stellen voor het navigeren met schakelbediening. Lees meer over het gebruik van schakelbediening.
Om deze instellingen te wijzigen, kies je Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik je op 'Toegankelijkheid' in de navigatiekolom en klik je vervolgens aan de rechterkant op 'Schakelbediening'. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Open de instellingen voor 'Schakelbediening'
Optie | Beschrijving |
---|---|
schakelbediening | Schakelbediening activeren en de instellingen voor 'Schakelbediening' weergeven. Je kunt schakelbediening uitschakelen in de instellingen voor 'Schakelbediening' of door het paneel voor schakelbediening te sluiten. Als niet linksboven in het beginpaneel wordt weergegeven, verplaats je de aanwijzer naar de hoek, zodat de knop wordt weergegeven. |
Weergave | Kies een lichte of donkere weergave voor schakelbedieningspanelen. Deze instelling staat los van de instelling voor een lichte of donkere weergave op de Mac. |
Vervaag paneel na inactiviteit | Verberg het paneel voor schakelbediening na de opgegeven periode van inactiviteit. Druk op een schakelaar om het paneel opnieuw weer te geven. Deze optie is handig wanneer je het paneel even niet nodig hebt, bijvoorbeeld als je een film kijkt. |
Duur inactiviteit | De periode van inactiviteit, maximaal 60 seconden, waarna het paneel voor schakelbediening wordt verborgen. |
Bedien je computer via platformoverschakeling | Gebruik een ander Apple apparaat, zoals een iPhone, iPad of Apple TV, om je Mac te bedienen (zodat je die niet met de schakelaars hoeft te koppelen). Hiervoor moet het andere apparaat al zijn geconfigureerd om met je schakelaars te werken. Opmerking: Je Mac en andere apparaten moeten met hetzelfde wifinetwerk zijn verbonden en je moet bij elk apparaat met dezelfde Apple Account zijn ingelogd. Zie het Apple Support-artikel Schakelbediening gebruiken op je apparaat om een ander Apple apparaat te bedienen. |
Paneeleditor | Maak aangepaste panelen aan om ze toe te voegen aan de lijst in het paneel 'Aangepast' van schakelbediening of om ze te delen met anderen. Zie De paneeleditor gebruiken voor schakelbediening. |
Typen
Optie | Beschrijving |
---|---|
Toon huidige tekst in toetsenbordpaneel | Geef langs de bovenkant van het toetsenbordpaneel een balk weer waarin tekst wordt weergegeven terwijl je typt. |
Spaties automatisch invoegen en verwijderen | Laat schakelbediening zorgen voor de spaties wanneer je tekst schrijft. Deze voorziening corrigeert bijvoorbeeld automatisch de spatiëring na een punt of tussen zinnen op basis van de context. |
Voorzie zinnen automatisch van hoofdletters | Laat schakelbediening zorgen voor de hoofdletters wanneer je tekst schrijft. Met deze voorziening wordt bijvoorbeeld op basis van de context automatisch een hoofdletter voor de eerste letter van een zin gebruikt. |
Instellingen toetsenbord | Schakel aanvullende functies voor typen in, zoals automatische correctie en tekstvervanging. Zie Toetsenbordinstellingen. |
Schakelaars
Optie | Beschrijving |
---|---|
Vereist | Vereiste schakelaars. Voor schakelbediening is de schakelaar 'Selecteer onderdeel' vereist. Als automatisch scannen is ingeschakeld, gaat de functie automatisch naar het volgende onderdeel terwijl de inhoud van een paneel, een groep of de gebruikersinterface wordt doorlopen. Je kunt automatisch scannen pas uitschakelen nadat je een schakelaar 'Ga naar volgend onderdeel' hebt aangemaakt. Deze schakelaar wordt verplaatst naar de lijst 'Vereist' op het moment dat je automatisch scannen uitschakelt. |
Optioneel | Optionele schakelaars die je kunt gebruiken, ongeacht of automatisch scannen is in- of uitgeschakeld. |
Plusteken , minteken | Hiermee kun je een optionele schakelaar toevoegen of verwijderen. |
Pop‑upmenu 'Wijzig' | Hier kun je de naam of actie voor een schakelaar wijzigen en instellen wat er gebeurt wanneer je de schakelaar ingedrukt houdt. Als je een andere schakelaar wilt gebruiken voor de handeling, klik je op 'Wijs opnieuw toe'. |
Automatisch scannen | Automatisch opeenvolgend de onderdelen doorlopen in een paneel, een groep of de gebruikersinterface. Dit wordt in deze context "scannen" genoemd. Deze optie is standaard ingeschakeld. Als je automatisch scannen wilt uitschakelen, moet je een schakelaar toevoegen waarmee je naar het volgende onderdeel kunt gaan. |
Schakeltiming | Timingopties voor automatisch scannen instellen: Houd vast voor uitvoering: Het aantal seconden dat een schakelaar moet worden ingedrukt voordat deze wordt herkend. Negeer herhaald gebruik schakelaar: De tijdsduur in seconden dat het herhaald indrukken van een schakelaar wordt genegeerd. Deze optie is handig als de kans groot is dat je een schakelaar ongewild meerdere keren indrukt. Houd vast voor herhaling: Het aantal seconden dat een schakelaar moet worden ingedrukt voordat deze een tweede keer wordt herkend. |
Navigatie
Optie | Beschrijving |
---|---|
Bij navigeren | Kies wat er gebeurt wanneer tijdens het scannen een onderdeel wordt gemarkeerd: 'Doe niets', 'Spreek selectie uit', 'Speel geluid af' of 'Spreek/speel geluid af'. Zie De voorleesstem op de Mac wijzigen voor het wijzigen van de gebruikte stem. |
Positie herstartactie | Kies de positie waarop je opnieuw wilt starten wanneer je een onderdeel zoals een paneel, groep of venster opnieuw scant. |
Hervat automatisch scannen na selectie | Bij de standaardinstelling wordt de automatische scan gepauzeerd wanneer je een onderdeel selecteert. In dat geval moet je op de schakelaar 'Selecteer onderdeel' drukken om de automatische scan voort te zetten. Schakel deze optie in als automatisch scannen automatisch door moet gaan nadat je een onderdeel hebt geselecteerd. |
Keer cursorrichting om na bereiken van rand | Schakel deze optie in als de aanwijzer terug moet springen wanneer tijdens het scannen van de gebruikersinterface een bepaalde grens wordt bereikt. |
Cursorgrootte | Kies de dikte van de rand van de cursor tijdens het scannen van de gebruikersinterface. |
Nauwkeurigheid aanwijzer | Kies de nauwkeurigheid waarmee je de aanwijzer bestuurt tijdens het selecteren van onderdelen op het scherm. Laag: Wanneer je op de schakelaar 'Selecteer onderdeel' drukt, stopt de blauwe lijn (voor 'Verplaats', 'Verplaats en klik' en 'Glijd') of de aanwijzer (voor 'Roteer'). Hoog: Wanneer je op de schakelaar 'Selecteer onderdeel' drukt, gaat de blauwe lijn of de aanwijzer aanzienlijk langzamer bewegen, zodat je de stoppositie nauwkeuriger kunt bepalen. Druk nogmaals op de schakelaar om de lijn of de aanwijzer te stoppen. |
Herhalingen | Het aantal keren (maximaal 10) dat een paneel, groep of venster wordt gescand. |
Navigatietiming | Timingopties voor navigeren instellen: Snelheid glijdende en roterende cursor: De snelheid, van 0 (langzaamst) tot 100 (snelst), waarmee de blokjes, de sector en de blauwe lijnen over het scherm bewegen. Interval automatisch scannen in panelen: Het aantal seconden (maximaal 25) dat het duurt om van het ene onderdeel in een paneel naar een ander onderdeel te gaan. Interval automatisch scannen in interface: Het aantal seconden (maximaal 25) dat het duurt om van het ene onderdeel in de gebruikersinterface naar een ander onderdeel te gaan. Pauzeer bij eerste onderdeel: Het aantal seconden (maximaal 10) dat de functie voor automatisch scannen bij het eerste onderdeel in een paneel, groep of de gebruikersinterface blijft staan. |