Commando's voor stembediening gebruiken om te werken met de Mac
Nadat je stembediening hebt ingeschakeld op je Mac, kun je onder andere met je stem door het bureaublad en apps navigeren, met de inhoud van het scherm werken en tekst dicteren en wijzigen.
Opmerking: Wanneer stembediening is ingeschakeld, dicteer je daarmee tekst. De standaard-dicteerfunctie van macOS is dan niet beschikbaar. Zie Berichten en documenten dicteren als je alleen tekst met de dicteerfunctie wilt invoeren, zonder je Mac met je stem te bedienen.
Commando's gebruiken
Om stembediening op de Mac te gebruiken, spreek je een commando uit.
Stembediening: Zeg bijvoorbeeld: "Open Mail", "Scrol omlaag" of "Klik op 'Gereed'".
Wanneer je commando's snel achter elkaar uitspreekt, bijvoorbeeld "Scrol omhoog", "Verplaats cursor naar rechts vijf pixels", "Druk op 'OK'", moet je tussen de commando's ongeveer een halve seconde pauzeren.
Tip: Je kunt de interactieve handleiding voor stembediening gebruiken om met stembediening bekend te raken en om essentiële commando's te oefenen. Kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik in de navigatiekolom op 'Toegankelijkheid' , klik aan de rechterkant op 'Stembediening' (mogelijk moet je omlaag scrollen) en klik vervolgens op 'Open handleiding'.
Stembediening pauzeren of hervatten
Je kunt stembediening pauzeren wanneer je iets wilt zeggen zonder dat het als commando of gedicteerde tekst moet worden opgevat. Hervat stembediening wanneer je je Mac weer naar commando's en gedicteerde tekst wilt laten luisteren.
Stembediening: Zeg "Stop met luisteren" of "Begin met luisteren".
Zien welke commando's je kunt gebruiken
Je kunt een lijst met de beschikbare commando's weergeven; deze variëren afhankelijk van de app waarin je werkt en de taak die je uitvoert. Zo zie je bijvoorbeeld opmaakcommando's als je in een tekstdocument werkt, maar niet als je een instellingenvenster hebt geopend.
Stembediening: Zeg "Toon commando's".
Als je de volledige lijst met ondersteunde commando's wilt weergeven en voorbeelden wilt zien van hoe je ze gebruikt, kies je Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik je in de navigatiekolom op 'Toegankelijkheid' , klik je aan de rechterkant op 'Stembediening' en klik je tot slot op 'Commando's'. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Een label voor schermonderdelen weergeven
Wanneer je niet weet hoe je iets noemt, kun je een naam of nummer naast elk onderdeel op het scherm weergeven. Vervolgens kun je de naam of het nummer van dat onderdeel gebruiken om ermee te werken.
Stembediening: Zeg "Toon namen" of "Toon nummers".
Om met een onderdeel te werken, noem je de naam of het nummer ervan, of spreek je een commando uit (bijvoorbeeld "Klik op"), gevolgd door de naam of het nummer van het onderdeel. De namen of nummers van onderdelen verdwijnen nadat je het commando hebt uitgesproken.
Een genummerd raster op het scherm weergeven
Je kunt het gemakkelijker maken om met een specifiek schermgebied te werken door een raster over het scherm te plaatsen.
Stembediening: Zeg "Toon raster". Om alleen een raster op het actieve venster te tonen, zeg je "Toon vensterraster".
Met een plek op het raster werken: Als er een nummer staat op de plek waarmee je wilt werken, spreek je een commando uit, bijvoorbeeld "Klik op", gevolgd door het nummer op het raster. Het raster verdwijnt nadat je het commando hebt uitgesproken.
Details bekijken van een gedeelte van het raster: Als je een gedeelte beter wilt bekijken, spreek je een nummer op het raster uit om de details van dat gedeelte te bekijken.
Je kunt meerdere keren doorklikken. Als het niet mogelijk is om nog meer details van een gedeelte te bekijken, verdwijnt het kader rond de nummers en wordt het commando "Klik op" uitgevoerd wanneer je een nummer uitspreekt.
Tip: Wanneer namen of nummers voor onderdelen of een genummerd raster worden weergegeven, kun je een onderdeel slepen door de namen of nummers voor het onderdeel en de doellocatie op te geven. Zeg "Sleep <naam of nummer van het onderdeel> naar <naam of nummer van de locatie>".
Zeg "Verberg namen", "Verberg nummers" of "Verberg raster" om de overlay uit te schakelen.
Woorden en aangepaste spellingswijzen dicteren
In een tekstinvoergebied kun je woord voor woord dicteren (in de dicteermodus) of teken voor teken dicteren (in de spellingmodus). Schakel over naar de commandomodus (waarin stembediening alleen op commando's reageert) om te voorkomen dat je per ongeluk tekst invoert.
Stembediening: Zeg "Dicteermodus" als je woord voor woord wilt dicteren.
Alle uitgesproken woorden die geen commando's voor stembediening zijn, worden als tekst ingevoerd. De dicteermodus is standaard ingeschakeld.
Stembediening: Zeg "Spellingmodus" om teken voor teken te dicteren.
De spellingmodus is handig wanneer je een wachtwoord, een webadres of een andere reeks tekens moet invoeren die in de dicteermodus niet als woord zou worden herkend.
Tip: Om de nauwkeurigheid te vergroten bij het invoeren van letters, kun je de letters fonetisch uitspreken (zeg bijvoorbeeld "Alfa Bravo Charlie" om "abc" in te voeren).
Wanneer de spellingmodus is ingeschakeld, zie je het symbool in het tekstinvoergebied.
Opmerking: De spellingmodus is niet beschikbaar in alle talen die stembediening ondersteunen.
Commando's voor het werken met tekst kunnen zowel in de dicteermodus als in de spellingmodus worden gebruikt. Tijdens het werken met tekst in de dicteermodus kun je bijvoorbeeld iets zeggen als "Vervang kat door hond". Om hetzelfde te doen in de spellingmodus, kun je zeggen "Vervang Charlie Alfa Tango door Delta Oscar Golf".
Op je Mac kun je een lijst met commando's voor dicteren en tekst bewerken weergeven. Kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik in de navigatiekolom op 'Toegankelijkheid' en klik vervolgens aan de rechterkant op 'Stembediening' (mogelijk moet je omlaag scrollen). Klik op 'Commando's' en scrol omlaag. Je kunt ook op het commando 'Dicteermodus' of 'Spellingmodus' klikken voor een lijst met tekens die je kunt invoeren en wat je kunt zeggen om ze in te voeren.
Open de instellingen voor 'Stembediening'
Stembediening: Zeg "Commandomodus" als stembediening alleen moet reageren op commando's.
Woorden en tekens die geen commando's zijn, worden genegeerd en worden niet als tekst ingevoerd. De commandomodus is handig wanneer je een reeks commando's moet uitspreken en je niet wilt dat deze per ongeluk in een gebied voor tekstinvoer worden ingevoerd.
Wanneer de commandomodus is ingeschakeld, wordt het symbool in het tekstinvoergebied weergegeven om aan te geven dat je geen tekst kunt invoeren door tekst te dicteren.
Stembediening gebruiken in VoiceOver
Om stembediening met VoiceOver op de Mac te gebruiken, spreek je een commando uit.
Stembediening: Zeg bijvoorbeeld "VoiceOver-rotor", "VoiceOver lees alles", of "VoiceOver selecteer eerste onderdeel".
Om alle commando's voor stembediening te zien die je met VoiceOver kunt gebruiken, kies je Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik je op 'Toegankelijkheid' in de navigatiekolom en klik je aan de rechterkant op 'Stembediening'. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.) Klik op 'Commando's' en scrol naar de toegankelijkheidscommando's.
Open de instellingen voor 'Stembediening'
Tip: Als je stembediening gebruikt bij VoiceOver, kun je eventueel een koptelefoon gebruiken om ervoor te zorgen dat alleen op jouw stem wordt gereageerd.