Een VPN-verbinding configureren op de Mac
Om op je Mac verbinding te kunnen maken met een VPN (Virtual Private Network), moet je de configuratie-instellingen daarvan opgeven.
Voordat je begint
Vraag de netwerkbeheerder van je organisatie of je VPN-serviceaanbieder welke instellingen je nodig hebt om een VPN-verbinding te kunnen maken. Voorbeelden van deze instellingen zijn het type VPN-verbinding, het VPN-serveradres, de accountnaam en eventuele authenticatiegegevens, zoals een wachtwoord of een certificaat.
Als je van de netwerkbeheerder of VPN-serviceaanbieder een bestand met VPN-instellingen hebt gekregen, kun je dubbel klikken op dit bestand om de verbinding te configureren. Als je geen bestand hebt ontvangen, volg je de stappen in de onderstaande taak om de ontvangen instellingen handmatig op te geven.
VPN-instellingen handmatig invoeren
Kies op je Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Netwerk' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik op het taakmenu , kies 'Voeg VPN-configuratie toe' en kies vervolgens het type VPN-verbinding dat je wilt configureren.
L2TP (Layer 2 Tunneling Protocol) is een uitbreiding van PPTP (Point-to-Point Tunneling Protocol) die door internetaanbieders wordt gebruikt om een VPN via het internet mogelijk te maken.
IPSec (Internet Protocol Security) is een set beveiligingsprotocollen.
IKEv2 (Internet Key Exchange versie 2) is een protocol waarmee een SA (Security Association) in IPSec wordt ingesteld.
Typ een naam voor de nieuwe VPN-voorziening in het veld 'Weergavenaam'.
Als je een L2TP over IPSec VPN configureert, klik je op het pop‑upmenu 'Configuratie' en selecteer je een configuratie.
Als je aan één configuratie voldoende hebt, gebruik je gewoon de standaardconfiguratie.
Geef instellingen op voor de nieuwe VPN-voorziening.
Welke instellingen nodig zijn, is afhankelijk van het type VPN. Hierbij kan het gaan om het serveradres, de accountnaam, het wachtwoord en de authenticatiemethode.
Geef indien nodig extra instellingen op.
L2TP over IPSec: Je kunt instellingen opgeven voor 'Opties', 'TCP/IP', 'DNS' en 'Proxy's'.
Cisco IPSec of IKEv2: Je kunt instellingen opgeven voor 'DNS' en 'Proxy's'.
Klik op 'Maak aan'.
Via het VPN-statusmenu in de menubalk kun je verbinding maken met het VPN en schakelen tussen VPN-voorzieningen.