
Configuratieprofielen gebruiken om instellingen te standaardiseren op Mac-computers
In configuratieprofielen kun je de standaardinstellingen voor Mac-computers vastleggen. Zo kan een beheerder bijvoorbeeld profielen configureren voor de verbinding tussen Mac-computers en servers in een netwerk op een school of in een bedrijf.
Een configuratieprofiel kan instellingen bevatten voor de e‑mailaccount van een gebruiker, wifi-instellingen, VPN-instellingen, enzovoort. Configuratieprofielen kunnen worden gebruikt op Mac-computers, iOS- en iPadOS-apparaten, Apple Watch en Apple TV.
Je netwerkbeheerder kan een of meer profielen aan je verstrekken. Het is ook mogelijk dat je een profiel krijgt en dat de beheerder na installatie van dit profiel automatisch extra profielen kan installeren.
Als je een Mac met Apple silicon hebt en een inschrijvingsprofiel hebt ontvangen, is het raadzaam je netwerkbeheerder te vragen hoe je het profiel moet installeren.
Zie Implementatie van het Apple platform als je een netwerkbeheerder bent en informatie nodig hebt over het configureren van beheerde computers en het installeren van inschrijvingsprofielen.
Zie de website over het privacybeleid van Apple voor informatie over het privacybeleid van Apple.
Een configuratieprofiel installeren dat je hebt ontvangen
Om op je Mac het profiel in de instellingen voor 'Profielen' te kunnen bekijken, voer je een van de volgende stappen uit:
Als het profiel als bijlage bij een e‑mail is verstuurd, open je de bijlage.
Als het profiel op een website is geplaatst, download je het profiel van de website en open je het.
Kies Apple-menu
> 'Systeeminstellingen', klik op 'Privacy en beveiliging'in de navigatiekolom en klik vervolgens op 'Profielen' aan de rechterkant. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.
Mogelijk moet je tijdens de installatie een wachtwoord of andere gegevens opgeven.
Klik in het gedeelte 'Gedownload' dubbel op het profiel.
Controleer de inhoud van het profiel en klik op 'Ga door', 'Installeer' of 'Schrijf je in' om het profiel te installeren.
Als op je Mac al een eerdere versie van een profiel staat, worden de bestaande instellingen vervangen door de instellingen in de bijgewerkte versie.
Een geïnstalleerd configuratieprofiel bekijken
Kies op de Mac Apple-menu
> 'Systeeminstellingen', klik op 'Privacy en beveiliging'in de navigatiekolom en klik vervolgens op 'Profielen' aan de rechterkant. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Selecteer een profiel in de lijst met profielen om de bijbehorende gegevens weer te geven.
Een configuratieprofiel verwijderen van je Mac
Kies op de Mac Apple-menu
> 'Systeeminstellingen', klik op 'Privacy en beveiliging'in de navigatiekolom en klik vervolgens op 'Profielen' aan de rechterkant. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Selecteer een profiel in de lijst 'Profielen' en klik op de knop met het minteken
.
Als je een profiel verwijdert, worden alle bijbehorende instellingen en gegevens verwijderd. Als het profiel bijvoorbeeld instellingen voor je e‑mailaccount bevat, worden bij het verwijderen van het profiel de accountgegevens van je Mac verwijderd.
Als het niet lukt om een configuratieprofiel te verwijderen, vraag je de verstrekker van het profiel om hulp.