
Verbindingen met je Mac blokkeren met een firewall
Een firewall kan je Mac beschermen tegen ongewenst contact met andere computers wanneer je bent verbonden met het internet of een netwerk. Voor bepaalde voorzieningen en apps kan echter wel toegang via de firewall worden toegestaan. Bijvoorbeeld:
Als je een voorziening voor het delen van gegevens of bronnen inschakelt, zoals bestandsdeling, opent macOS een bepaalde poort via welke deze voorziening kan communiceren.
Een app of voorziening op een andere computer kan toestemming vragen voor toegang via de firewall en deze toegang ook krijgen. Een andere mogelijkheid is dat een vertrouwd certificaat wordt verstrekt op basis waarvan toegang wordt verkregen.
Voor meer controle kun je apps en voorzieningen selecteren en aangeven of ze toegang via de firewall mogen hebben.
Firewallbeveiliging inschakelen
Kies op de Mac Apple-menu
> 'Systeeminstellingen', klik op 'Netwerk'in de navigatiekolom en klik vervolgens op 'Firewall'. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Schakel 'Firewall' in.
Om aanvullende beveiligingsinstellingen op te geven, klik je op 'Opties' en voer je een of meer van de volgende stappen uit:
Instellen dat alleen bepaalde apps en voorzieningen verbinding mogen maken: Klik op de knop met het plusteken
en selecteer de app of voorziening in het dialoogvenster dat verschijnt.
Instellen dat alleen essentiële apps en voorzieningen verbinding mogen maken: Schakel 'Blokkeer alle inkomende verbindingen' in.
Automatisch toestaan dat ingebouwde software inkomende verbindingen ontvangt: Schakel 'Sta automatisch toe dat ingebouwde software inkomende verbindingen ontvangt' in.
Automatisch toestaan dat gedownloade ondertekende software inkomende verbindingen ontvangt: Schakel 'Sta automatisch toe dat gedownloade ondertekende software inkomende verbindingen ontvangt' in.
Je Mac moeilijker detecteerbaar maken voor hackers en malware: Schakel 'Activeer Stealth-modus' in.
Firewalltoegang voor voorzieningen en apps instellen
Kies op de Mac Apple-menu
> 'Systeeminstellingen', klik op 'Netwerk'in de navigatiekolom en klik vervolgens op 'Firewall'. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik op 'Opties'.
Als de knop 'Opties' inactief is, moet je eerst de firewall inschakelen.
Klik op de knop met het plusteken
onder de lijst met voorzieningen en selecteer vervolgens de voorzieningen of apps die je wilt toevoegen. Nadat je een app hebt toegevoegd, klik je op de pijlen voor die app
en geef je aan of je verbindingen via de firewall wilt toestaan of blokkeren.
Wanneer een app niet door de firewall wordt doorgelaten, kan dit de werking van de app of van andere software die van de app afhankelijk is verhinderen of verstoren.
Belangrijk: Bepaalde apps die niet in de lijst staan, hebben mogelijk toegang via de firewall. Dit kunnen systeemapps, -voorzieningen en -processen zijn, maar ook apps met een digitale handtekening die automatisch door andere apps worden geopend. Om de toegang voor deze apps te blokkeren, voeg je ze aan de lijst toe.
Wanneer je Mac detecteert dat er wordt geprobeerd verbinding te maken met een app die je niet aan de lijst hebt toegevoegd en waaraan je geen toegang hebt verleend, verschijnt er een waarschuwing met de vraag of je de verbinding via het netwerk of het internet wilt toestaan of blokkeren. Als je niets doet, blijft het bericht op het scherm staan en worden alle pogingen om verbinding met de app te maken geblokkeerd.