Afbeeldingen of documenten scannen met een scanner en de Mac
Als je een scanner of een multifunctionele printer met een scanner hebt, heb je wellicht geen speciale software nodig om een afbeelding te kunnen scannen.
Open de scanner voordat je gaat scannen. Volg daarna de instructies voor een scanner met een documentlade of een flatbedscanner.
Opmerking: De volgende opties zijn mogelijk niet beschikbaar voor je scanner. Als deze instructies verschillen van wat je op het scherm ziet, raadpleeg je de documentatie bij de app die je gebruikt.
De scanner openen
Sluit de scanner aan op de Mac, steek de stekker in het stopcontact en schakel de scanner in.
Kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Printers en scanners' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik op de printer of scanner in de lijst 'Printers' aan de rechterkant en klik op 'Open scanner'.
Als je de knop 'Open scanner' niet ziet, moet je mogelijk je scanner configureren. Je kunt ook de documentatie bij de scanner raadplegen om te lezen hoe je kunt scannen.
Scannen met een scanner met een documentlade
Als je een scanner met automatische documentinvoer hebt, kun je meerdere pagina's tegelijk scannen. Voor alle pagina's in de documentlade worden dezelfde instellingen gebruikt. Als voor pagina's verschillende instellingen nodig zijn (als sommige pagina's bijvoorbeeld alleen grijstinten bevatten, terwijl andere pagina's in kleur zijn), scan je de pagina's in aparte groepen.
Leg de pagina's in de documentlade van de scanner.
Kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Printers en scanners' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik op de printer of scanner in de lijst 'Printers' aan de rechterkant en klik op 'Open scanner'.
Als je de knop 'Open scanner' niet ziet, moet je mogelijk je scanner configureren. Je kunt ook de documentatie bij de scanner raadplegen om te lezen hoe je kunt scannen.
Selecteer 'Gebruik documentlade'.
Klik eventueel op 'Toon details' om meer scanopties te zien. Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Het type scanner kiezen: Kies het type scanner (bijvoorbeeld een flatbedscanner) uit het pop‑upmenu 'Scanmodus'.
Het type afbeelding kiezen dat je wilt scannen: Kies een van de opties uit het pop‑upmenu 'Soort'. Kies 'Tekst' voor zwart-witafbeeldingen met een hoog contrast, zoals een document. Kies 'Zwart-wit' voor afbeeldingen met grijstinten en kies 'Kleur' voor kleurenafbeeldingen.
De scanresolutie kiezen: Kies de gewenste scanresolutie uit het pop‑upmenu 'Resolutie'.
Beide zijden van een pagina scannen: Selecteer 'Duplex'. Deze optie hangt af van de mogelijkheden van de scanner en is daarom niet altijd beschikbaar.
Het formaat voor het gescande onderdeel opgeven: Voer de afmetingen van het onderdeel in de velden voor grootte in.
Als het gescande onderdeel scheef is, stel je een rotatiehoek in om het onderdeel recht te zetten: Typ een hoekwaarde in het veld 'Rotatiehoek'.
Aangeven waar gescande onderdelen moeten worden bewaard: Kies een locatie uit het pop‑upmenu 'Scan naar'.
Als je een map kiest, worden de onderdelen in die map bewaard. Als je een app kiest, worden de onderdelen met die app geopend.
Een naam voor het gescande bestand opgeven: Voer in het veld 'Naam' een naam in.
Een bestandsstructuur voor het gescande bestand kiezen: Kies een bestandsstructuur uit het pop‑upmenu 'Structuur'.
Als je 'Pdf' als structuur kiest, kun je ook tekst scannen met een OCR-functie om de tekst bewerkbaar te maken of verschillende gescande onderdelen in één bestand combineren.
De kleuren of belichting van de gescande afbeelding aanpassen: Kies 'Handmatig' uit het pop‑upmenu 'Beeldcorrectie' en breng de gewenste wijzigingen aan.
Als je de regelaars voor beeldcorrectie niet ziet, scrol je omlaag of maak je het scannervenster groter.
Een voorlopige scan bekijken van het onderdeel dat je scant: Klik op 'Overzicht'. Je kunt de scanopties dan indien nodig aanpassen.
Klik op 'Scan'.
De pagina's worden één voor één gescand.
Scannen met een flatbedscanner
Met een flatbedscanner kun je meerdere kleinere afbeeldingen tegelijk scannen, elke afbeelding als apart bestand bewaren en scheef liggende afbeeldingen recht laten scannen.
Plaats de onderdelen op de glasplaat.
Als je elk onderdeel als een apart bestand wilt bewaren, moet je ervoor zorgen dat er lege ruimte tussen de onderdelen op de glasplaat is. Als je een afbeelding scant die veel wit bevat, is het mogelijk dat deze als meer dan één gescande afbeelding wordt geïmporteerd.
Kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Printers en scanners' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik op de printer of scanner in de lijst 'Printers' aan de rechterkant en klik op 'Open scanner'.
Als je de knop 'Open scanner' niet ziet, moet je mogelijk je scanner configureren. Je kunt ook de documentatie bij de scanner raadplegen om te lezen hoe je kunt scannen.
Schakel de optie 'Gebruik documentlade' uit, als deze optie beschikbaar is.
Kies uit het pop‑upmenu 'Scan naar' de locatie waarop je de gescande onderdelen wilt bewaren.
Als je een map kiest, worden de onderdelen in die map bewaard. Als je een app kiest, worden de onderdelen met die app geopend.
Kies uit het pop‑upmenu 'Grootte' het formaat van de afbeeldingen of documenten die je aan het scannen bent.
Je kunt een standaardpapierformaat of een van de volgende opties kiezen:
Detecteer aparte onderdelen: Elke afbeelding wordt als apart bestand bewaard en afbeeldingen die niet recht op de glasplaat liggen, worden recht weergegeven.
Detecteer omvattende vak: Alle afbeeldingen op de glasplaat worden opgenomen in één afbeelding die net groot genoeg is om alle onderdelen te omvatten. Afbeeldingen die niet recht op de glasplaat liggen, worden niet recht weergegeven.
Klik eventueel op 'Toon details' om meer scanopties te zien. Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Het type scanner kiezen: Kies het type scanner (bijvoorbeeld een flatbedscanner) uit het pop‑upmenu 'Scanmodus'.
Het type afbeelding kiezen dat je wilt scannen: Kies een van de opties uit het pop‑upmenu 'Soort'. Kies 'Tekst' voor zwart-witafbeeldingen met een hoog contrast, zoals een document. Kies 'Zwart-wit' voor afbeeldingen met grijstinten en kies 'Kleur' voor kleurenafbeeldingen.
De scanresolutie kiezen: Kies de gewenste scanresolutie uit het pop‑upmenu 'Resolutie'.
Beide zijden van een pagina scannen: Selecteer 'Duplex'. Deze optie hangt af van de mogelijkheden van de scanner en is daarom niet altijd beschikbaar.
Het formaat voor het gescande onderdeel opgeven: Voer de afmetingen van het onderdeel in de velden voor grootte in.
Als het gescande onderdeel scheef is, stel je een rotatiehoek in om het onderdeel recht te zetten: Typ een hoekwaarde in het veld 'Rotatiehoek'.
Aangeven waar gescande onderdelen moeten worden bewaard: Kies een locatie uit het pop‑upmenu 'Scan naar'.
Als je een map kiest, worden de onderdelen in die map bewaard. Als je een app kiest, worden de onderdelen met die app geopend.
Een naam voor het gescande bestand opgeven: Voer in het veld 'Naam' een naam in.
Een bestandsstructuur voor het gescande bestand kiezen: Kies een bestandsstructuur uit het pop‑upmenu 'Structuur'.
Als je 'Pdf' als structuur kiest, kun je ook tekst scannen met een OCR-functie om de tekst bewerkbaar te maken of verschillende gescande onderdelen in één bestand combineren.
De kleuren of belichting van de gescande afbeelding aanpassen: Kies 'Handmatig' uit het pop‑upmenu 'Beeldcorrectie' en breng de gewenste wijzigingen aan.
Als je de regelaars voor beeldcorrectie niet ziet, scrol je omlaag of maak je het scannervenster groter.
Een voorlopige scan bekijken van het onderdeel dat je scant: Klik op 'Overzicht'. Je kunt de scanopties dan indien nodig aanpassen.
Klik op 'Scan'.
In de meeste gevallen worden de gescande bestanden op je computer bewaard. Om te achterhalen waar de bestanden precies worden opgeslagen of hoe je een andere locatie kunt kiezen, raadpleeg je de documentatie bij je scanner. In de documentatie bij je scanner lees je ook hoe je gescande bestanden met een specifieke bestandsstructuur kunt bewaren, zodat je deze met anderen kunt delen.