DHCP gebruiken of handmatig een IP-adres toewijzen op de Mac
Een IP-adres (Internet Protocol) is een cijferreeks die fungeert als identificatie van elke computer die met het internet of een netwerk verbonden is. Wanneer je verbinding maakt met het internet of een IP-netwerk, heeft je computer een IP-adres nodig.
Een IP-adres kan op twee manieren worden toegewezen:
Automatisch: Er wordt via DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) een adres aan je computer toegewezen.
Handmatig: Je internetaanbieder of netwerkbeheerder verstrekt een IP-adres dat je moet invoeren in de instellingen voor 'Netwerk'.
Volg de onderstaande instructies om het IP-adres in te voeren of automatisch te laten toewijzen.
Kies op je Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Netwerk' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik aan de rechterkant op de netwerkverbinding die je wilt gebruiken en klik vervolgens op 'Details'.
Klik op 'TCP/IP'.
Klik op het venstermenu 'Configureer IPv4' en kies een optie:
Als het adres automatisch wordt toegewezen, kies je 'Via DHCP'.
Als je internetaanbieder of beheerder je een IP-adres heeft gegeven, kies je 'Handmatig' en voer je het adres in het veld 'IP-adres' in. Als je internetaanbieder aanvullende gegevens heeft verstrekt, zoals het subnetmasker en de router, voer je deze waarden in de desbetreffende velden in.
Als je een DNS-serveradres hebt gekregen, klik je op 'DNS', klik je op de knop met het plusteken onderaan de lijst met DNS-servers en voer je het adres in.
Opmerking: De meeste IP-adressen zijn IPv4-adressen. Deze bestaan uit een aantal cijfers die door drie punten van elkaar worden gescheiden, bijvoorbeeld: 123.45.67.89. Als je een langer IP-adres hebt ontvangen met cijfers en letters die door zeven dubbele punten van elkaar worden gescheiden (bijvoorbeeld fa80:0000:0000:0123:0203:93ee:ef5b:44a0), is het geen IPv4-adres maar een IPv6-adres. Om een IPv6-adres in te voeren, klik je op het venstermenu 'Configureer IPv6', kies je 'Handmatig' en typ je het IPv6-adres.