Bestanden en mappen in- en uitpakken op de Mac
Gecomprimeerde bestanden nemen minder schijfruimte in beslag dan niet-gecomprimeerde bestanden. Comprimeren is dan ook handig voor het maken van back‑ups van je gegevens of voor het versturen van gegevens via het internet.
Ga in een Finder-venster of op het bureaublad van de Mac als volgt te werk:
Een bestand of map comprimeren: Klik met de Control-toets ingedrukt op het onderdeel en kies 'Comprimeer' uit het contextuele menu.
Als je één onderdeel comprimeert, krijgt het gecomprimeerde bestand de naam van het oorspronkelijke onderdeel met de extensie '.zip'. Als je meerdere onderdelen tegelijk comprimeert, krijgt het gecomprimeerde bestand de naam 'Archief.zip'.
Een gecomprimeerd onderdeel openen (uitpakken): Klik dubbel op het zip-bestand.
Het uitgepakte onderdeel verschijnt in de dezelfde map als het .zip-bestand. Desgewenst kun je het .zip-bestand verwijderen.
Opmerking: Als je het .zip-bestand niet kunt openen, controleer je of de Mac genoeg ruimte heeft voor het uitgepakte onderdeel. Als je het .zip-bestand van iemand anders hebt ontvangen, is er mogelijk een probleem met het bestand. Vraag de afzender het bestand opnieuw in te pakken en te versturen.