Mac-gebruikershandleiding
- Welkom
- Nieuw in macOS Sequoia
-
- Verbinding maken met het internet
- Inloggen bij je Apple Account
- iCloud configureren
- Surfen op het web
- Een voorvertoning van een bestand bekijken
- Een schermafbeelding maken
- De helderheid van het beeldscherm aanpassen
- Het volume aanpassen
- Trackpad- en muisgebaren gebruiken
- Touch ID gebruiken
- Documenten afdrukken
- Toetscombinaties
-
- Systeeminstellingen wijzigen
- Je bureaubladafbeelding kiezen
- Widgets toevoegen en aanpassen
- Een schermbeveiliging gebruiken
- Een gebruiker of groep toevoegen
- Je e‑mail- en andere accounts toevoegen
- Taken automatiseren met Opdrachten
- Memoji's maken
- Je inlogafbeelding wijzigen
- De systeemtaal wijzigen
- De inhoud van het scherm vergroten
-
- Aan de slag met Apple Intelligence
- Schrijfhulp gebruiken
- Apple Intelligence gebruiken in Mail
- Apple Intelligence gebruiken in Berichten
- Apple Intelligence gebruiken met Siri
- Samenvattingen van webpagina's krijgen
- Een audio-opname samenvatten
- Originele afbeeldingen maken met Image Playground
- Apple Intelligence gebruiken in Foto's
- Meldingen samenvatten en onderbrekingen verminderen
- ChatGPT gebruiken met Apple Intelligence
- Apple Intelligence en privacy
- Toegang tot Apple Intelligence-functies blokkeren
-
- Een focus instellen om niet te worden afgeleid
- Pop-ups blokkeren in Safari
- De dicteerfunctie gebruiken
- Snelle taken uitvoeren met interactieve hoeken
- E‑mails versturen
- Tekstberichten versturen
- Een FaceTime-gesprek voeren
- Foto's en video's bewerken
- Livetekst gebruiken voor tekst in een foto
- Een snelle notitie opstellen
- Een routebeschrijving opvragen
-
- Inleiding tot Continuïteit
- Onderdelen naar apparaten in de buurt sturen via AirDrop
- Taken doorgeven aan andere apparaten
- Je iPhone bedienen vanaf je Mac
- Kopiëren en plakken tussen apparaten
- Video en audio streamen via AirPlay
- Bellen en gebeld worden en tekstberichten versturen en ontvangen op je Mac
- De internetverbinding van je iPhone gebruiken met je Mac
- Je wifiwachtwoord delen met een ander apparaat
- Je iPhone als webcam gebruiken
- Schetsen, foto's en scans invoegen vanaf een iPhone of iPad
- De Mac ontgrendelen met je Apple Watch
- Je iPad als tweede beeldscherm gebruiken
- Je Mac en iPad met één toetsenbord en muis bedienen
- Muziek, boeken en andere onderdelen synchroniseren tussen apparaten
-
- 'Delen met gezin' configureren
- Aanbevelingen ontvangen voor 'Delen met gezin'
- Gezinsleden toevoegen aan een 'Delen met gezin'-groep
- Gezinsleden verwijderen uit een 'Delen met gezin'-groep
- Instellingen voor delen en ouderlijk toezicht beheren
- Een fotobibliotheek delen
- Samenwerken aan projecten
- Materiaal zoeken dat met jou is gedeeld
- Familie en vrienden zoeken
-
- Een extern beeldscherm aansluiten
- De camera gebruiken
- Een draadloos accessoire verbinden
- Een printer aansluiten op de Mac
- AirPods verbinden met je Mac
- De gebruiksduur van de batterij van je Mac optimaliseren
- Opslagruimte optimaliseren
- Cd's en dvd's branden
- Accessoires in je woning bedienen
- Windows op je Mac uitvoeren
-
- Regelen wat je deelt
- Je Mac veilig maken
- Apps toestaan de locatie van je Mac te zien
- De privémodus gebruiken
- Informatie beveiligen
- Wachtwoorden begrijpen
- Zwakke of gehackte wachtwoorden wijzigen
- Je Apple Account veilig houden
- Privacybescherming in Mail gebruiken
- 'Log in met Apple' gebruiken voor apps en websites
- Een kwijtgeraakt apparaat zoeken
- Informatie over je Mac
- Informatie over je Apple apparaten
- Copyright
Twee Mac-computers met elkaar verbinden via ethernet
Met behulp van een ethernetkabel kun je twee Mac-computers met elkaar verbinden om bestanden uit te wisselen of netwerkspellen te spelen. Als de computer geen ethernetpoort heeft, gebruik je een USB-ethernetadapter of een Thunderbolt-naar-Gigabit Ethernet-adapter.
Sluit tussen de ethernetpoorten van de computers een standaard ethernetkabel aan. Je hoeft geen ethernet-crossover-kabel te gebruiken.
Kies op elke Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik op 'Algemeen' in de navigatiekolom, klik op 'Delen' en noteer de computernaam van elke computer. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Kies in de Finder op een van de Mac-computers 'Ga' > 'Verbind met server' en klik op 'Blader'.
Klik dubbel op de andere computer in het venster en voer indien nodig je wachtwoord in.
Als je de TCP/IP-instellingen voor de ethernetvoorziening handmatig hebt ingevoerd op de computer waarmee je verbinding wilt maken, moet je mogelijk het TCP/IP-adres van die computer invoeren in het dialoogvenster 'Verbinden met server'.
Om het TCP/IP-adres weer te geven of in te stellen, kies je Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik je op 'Netwerk' in de navigatiekolom en selecteer je 'Ethernet' in de lijst. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)