De naam en het netwerkadres van je computer opzoeken op de Mac
Als andere personen je Mac willen vinden in het netwerk, moeten ze de naam of het netwerkadres van je computer weten. Je Mac heeft verschillende identificatiegegevens waarnaar personen kunnen zoeken in het netwerk: computernaam, lokale hostnaam (of lokale netwerknaam) en netwerkadres.
Open de instellingen voor 'Delen'
De naam van je computer opzoeken
Als je het scherm van je computer of bestanden deelt, kunnen andere gebruikers in het netwerk je Mac vinden door naar de computernaam van je Mac te zoeken.
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Algemeen' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik op 'Info'.
Bekijk de naam van je computer rechts van het veld 'Naam'.
Als je de naam van je computer wilt wijzigen, voer je een nieuwe naam in het veld 'Naam' in.
De lokale hostnaam van je computer opzoeken
De lokale hostnaam, of lokale netwerknaam, van je computer is zichtbaar in je lokale netwerk. Hierdoor kunnen andere personen in het netwerk verbinding maken met je Mac. Aan deze naam wordt je Mac ook herkend door voorzieningen die Bonjour ondersteunen.
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Algemeen' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik op 'Delen'.
Bekijk de lokale hostnaam van je computer onder in het venster.
De lokale netwerknaam is de naam van je computer waaraan .local is toegevoegd en waarin eventuele spaties zijn vervangen door koppeltekens (-). Als je computer bijvoorbeeld de naam Mijn computer heeft, is de lokale netwerknaam Mijn-computer.local. In lokale netwerknamen wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. De naam mijn-computer.local is dus hetzelfde als Mijn-Computer.local.
Als je de lokale hostnaam van je computer wilt wijzigen, klik je op 'Wijzig', voer je een nieuwe naam in het veld 'Naam lokale host' in en klik je vervolgens op 'OK'.
Het netwerkadres van je computer opzoeken
Als je het scherm van je computer deelt, extern inloggen of beheer toestaat, of bestanden deelt, moeten andere gebruikers mogelijk het netwerkadres van je computer weten in plaats van de computernaam om toegang te krijgen tot deze voorzieningen.
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik in de navigatiekolom op 'Algemeen' en klik vervolgens op 'Delen'. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik op rechts van een voorziening die is ingeschakeld.
Het netwerkadres voor de voorziening wordt nu weergegeven in het venster. Bijvoorbeeld:
Als je 'Schermdeling' selecteert, ziet het netwerkadres er ongeveer als volgt uit: vnc://10.212.167.33 of vnc://naam.example.com.
Als je 'Bestandsdeling' selecteert, ziet het netwerkadres er ongeveer als volgt uit: smb://10.212.167.33 of smb://naam.example.com.
Als je 'Extern inloggen' selecteert, ziet het netwerkadres er ongeveer als volgt uit: gebruikersnaam@10.212.167.33 of gebruikersnaam@naam.example.com.
Als je 'Extern beheer' selecteert, ziet het netwerkadres er ongeveer als volgt uit: 10.212.167.33 of naam.example.com.
Het netwerkadres van de computer wordt verstrekt door de DNS-server (Domain Name System) waarvan de computer gebruikmaakt. Als je geen DNS-voorziening gebruikt, wordt het netwerkadres afgeleid van de computernaam.