Bestanden delen tussen de Mac en Bluetooth-apparaten
Als de Mac is verbonden met een Bluetooth®-apparaat, zoals een telefoon, en je ook over de juiste bevoegdheden beschikt, kun je via Bluetooth-bestandsuitwisseling de publieke map op het apparaat bekijken, bestanden ophalen van het apparaat en bestanden naar het apparaat versturen.
Daarnaast kun je Bluetooth-apparaten toestaan om door bestanden op je Mac te bladeren (in een publieke map of een andere map), bestanden op te halen en bestanden te versturen. Zie Bluetooth-deling configureren.
Tip: Via AirDrop, Handoff of iCloud Drive kun je snel bestanden tussen je Mac en iOS- of iPadOS-apparaat delen.
Bladeren door bestanden op mobiele apparaten of computers of bestanden ophalen van mobiele apparaten of computers
Je kunt Bluetooth-bestandsuitwisseling gebruiken om door bestanden te bladeren of om bestanden op te halen.
Open Bluetooth-bestandsuitwisseling op de Mac (in de map 'Hulpprogramma's' in de map 'Apps').
Als er een bestandskiezer verschijnt, klik je op 'Annuleer'.
Kies 'Archief' > 'Blader door apparaat', select een apparaat in de lijst en klik op 'Blader'.
Als je door een andere Mac bladert, is de gedeelde map standaard de map 'Publiek' in de map 'Gebruikers'.
Klik dubbel op een bestand om het bestand op te halen.
Een bestand naar een Bluetooth-apparaat versturen
Gebruik Bluetooth-bestandsuitwisseling om een bestand naar een Bluetooth-apparaat te sturen.
Open Bluetooth-bestandsuitwisseling op de Mac (in de map 'Hulpprogramma's' in de map 'Apps').
Selecteer een bestand en klik op 'Verstuur'.
Als je geen bestandskiezer ziet, kies je 'Archief' > 'Verstuur bestand'.
Selecteer een apparaat in de lijst en klik vervolgens op 'Verstuur'.
De computer configureren voor het delen van bestanden
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik in de navigatiekolom op 'Algemeen' en klik vervolgens op 'Delen'. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Schakel 'Bluetooth-deling' in.
Klik op , klik op de pop‑upmenu's om opties te kiezen en klik op 'Gereed'.
Je kunt niet door bestanden bladeren of geen bestanden versturen
Controleer of het andere apparaat voor Bluetooth geschikt is, is ingeschakeld en zich binnen het bereik bevindt (9 meter).
Zorg dat het apparaat is verbonden met het andere apparaat. Kies Apple-menu > 'Systeeminstellingen', klik in de navigatiekolom op 'Bluetooth' en controleer vervolgens de status van het apparaat in de lijst. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Als het apparaat al met de Mac is verbonden en je nog steeds geen bestand kunt versturen, koppel je het apparaat los en verbind je het vervolgens opnieuw. Om het apparaat los te koppelen, kies je Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik je in de navigatiekolom op 'Bluetooth' . (Mogelijk moet je omlaag scrollen.) Houd de aanwijzer op het apparaat in de lijst en klik op 'Verbreek'. Om het apparaat opnieuw te verbinden, klik je op 'Verbind'.
Controleer of je over de juiste bevoegdheden beschikt om een bestand naar het apparaat te versturen. Mogelijk moet je een wachtwoord invoeren. Vraag de eigenaar van het apparaat om meer informatie.
Controleer of de computer is geconfigureerd voor het delen van bestanden. (Zie De computer configureren voor het delen van bestanden.)
Controleer welke map op de andere computer of het apparaat is gedeeld.