Mac-computers met elkaar verbinden via IP over Thunderbolt
Je kunt twee Macs met een Thunderbolt-poort via een Thunderbolt-kabel met elkaar verbinden en beide computers vervolgens via IP (Internet Protocol) met elkaar laten communiceren.
Computers die via een Thunderbolt-kabel worden verbonden, ontvangen hun IP-adres standaard via DHCP. Je kunt indien nodig handmatig een IPv4-adres invoeren.
Sluit een Thunderbolt-kabel aan op de Thunderbolt-poorten van de computers die je met elkaar wilt verbinden.
Kies op je Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Netwerk' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik op de Thunderbolt Bridge-voorziening en klik vervolgens op 'Details'.
Als er geen Thunderbolt-bridgevoorziening wordt weergegeven, moet je er een toevoegen. Zie Een netwerkvoorziening configureren.
Als je een IP-adres moet invoeren, klik je op 'TCP/IP', klik je op het pop‑upmenu 'Configureer IPv4', kies je een optie en voer je het IPv4-adres in het veld 'IP-adres' in.
Je kunt indien nodig ook een subnetmasker en een routeradres invoeren.
Als je DNS- of zoekdomeinadressen moet invoeren, klik je op 'DNS' en voer je de adressen in.
Klik op 'OK'.
Om bestanden over te zetten tussen de computers, open je een Finder-venster op de ene Mac, klik je op 'Netwerk' onder 'Locaties' in de navigatiekolom van de Finder, klik je dubbel op het symbool voor de andere Mac, klik je op 'Verbind als', selecteer je een verbindingsoptie en klik je tot slot op 'Verbind'. Als je het symbool voor de andere Mac niet ziet, controleer je of op die Mac bestandsdeling is ingeschakeld.