macOS-herstel gebruiken op een Intel-Mac

1. Kies op je Mac Apple-menu  > 'Herstart'.

2. Houd onmiddellijk een van de volgende toetscombinaties ingedrukt totdat je het opstartscherm ziet:

   • Command + R: Start op vanaf het ingebouwde macOS-herstelsysteem. Met deze toetscombinatie kun je de recentste versie van macOS die op je systeem was geïnstalleerd opnieuw installeren of de andere apps in macOS-herstel gebruiken.

   • Option + Command + R: Start via het internet op vanaf macOS-herstel. Met deze toetscombinatie kun je macOS opnieuw installeren en upgraden naar de recentste versie van macOS die compatibel met je Mac is.

   • Option + Shift + Command + R: Start via het internet op vanaf macOS-herstel. Met deze toetscombinatie kun je de macOS-versie die bij je Mac is geleverd, of de versie het dichtst daarbij die nog beschikbaar is, opnieuw installeren.

3. Als je een slot ziet, voer je het wachtwoord voor de Mac in.

4. Als je meerdere volumes op je schijf hebt, selecteer je het volume dat je wilt herstellen en klik je op 'Volgende'.

5. Als daarom wordt gevraagd, kies je een beheerdersaccount, klik je op 'Volgende' en voer je het wachtwoord voor de account in. Klik vervolgens op 'Ga door'.

   Wanneer de Herstel-app in de menubalk verschijnt, kun je een van de beschikbare opties in het venster of de menubalk kiezen.

In macOS-herstel kun je de wifistatus controleren en verbinding maken met een wifinetwerk.

Als het wifimenusymbool (rechtsboven in het scherm) een of meer streepjes  heeft, is wifi ingeschakeld en is er verbinding met een draadloos netwerk. Als het wifimenusymbool geen streepjes  heeft, is wifi wel ingeschakeld, maar is er geen verbinding met een draadloos netwerk. Als er een schuine streep door het wifimenusymbool staat , is wifi uitgeschakeld. Wifi moet zijn ingeschakeld voordat je verbinding met een draadloos netwerk kunt maken.

Voer op de Mac een of meer van de volgende stappen uit:

• Wifi inschakelen: Klik op het wifimenusymbool en kies 'Schakel wifi in'.

• Wifi uitschakelen: Klik op het wifimenusymbool en kies 'Schakel wifi uit'.

• Verbinding maken met een netwerk: Klik op het wifimenusymbool en kies een netwerk. Typ het netwerkwachtwoord als daarom wordt gevraagd.

• Verbinding maken met een gesloten netwerk: Klik op het wifimenusymbool en kies 'Verbind met ander netwerk'. Voer de netwerknaam en het wachtwoord in (als daarom wordt gevraagd).

Als er problemen met de computer zijn of als tijdens het opstarten het venster van macOS-herstel verschijnt, moet je wellicht het interne opslagapparaat (zoals een SSD-schijf) van de computer repareren.

1. Start je Intel-Mac op met macOS-herstel.

2. Selecteer 'Schijfhulpprogramma' in de Herstel-app en klik op 'Ga door'.

3. Kies in de app Schijfhulpprogramma 'Weergave' > 'Toon alle apparaten'.

4. Selecteer een volume in de navigatiekolom en klik op .

5. Klik in het dialoogvenster 'Schijf-EHBO' op 'Voer uit' en volg de instructies op het scherm.

6. Wanneer het uitvoeren van Schijf-EHBO is voltooid, klik je op 'Gereed'.

7. Herhaal stap 4 tot en met 6 voor elk volume op het opslagapparaat.

8. Selecteer een container in de navigatiekolom en klik op .

9. Klik in het dialoogvenster 'Schijf-EHBO' op 'Voer uit' en volg de instructies op het scherm.

10. Wanneer het uitvoeren van Schijf-EHBO is voltooid, klik je op 'Gereed'.

11. Herhaal stap 8 tot en met 10 voor elke container op het opslagapparaat.

12. Selecteer het opslagapparaat in de navigatiekolom en klik op .

13. Klik in het dialoogvenster 'Schijf-EHBO' op 'Voer uit' en volg de instructies op het scherm.

14. Wanneer het uitvoeren van Schijf-EHBO is voltooid, klik je op 'Gereed'.

Als de schijf niet door Schijfhulpprogramma kan worden gerepareerd, maak je van zoveel mogelijk gegevens een back‑up en volg je de instructies in macOS wissen en opnieuw installeren.

Om terug te gaan naar de Herstel-app, kies je 'Schijfhulpprogramma' > 'Stop Schijfhulpprogramma'.

Als je eerder een Time Machine-back‑up hebt gemaakt, kun je je bestanden uit de back‑up terugzetten.

1. Start je Intel-Mac op met macOS-herstel.

2. Als je back‑up zich op een Time Capsule bevindt, controleer je of je verbinding met het internet hebt.

3. Selecteer in de Herstel-app 'Zet terug vanaf Time Machine' en klik op 'Ga door'.

4. Volg de instructies op het scherm in de app Time Machine-systeemherstel.

Als je een firmwarewachtwoord instelt, kan je Mac niet vanaf een ander intern of extern opslagapparaat dan de geselecteerde opstartschijf worden opgestart, tenzij het firmwarewachtwoord wordt ingevoerd. Je kunt met Opstartbeveiligingshulpprogramma het firmwarewachtwoord inschakelen, uitschakelen of wijzigen.

Wanneer het firmwarewachtwoord is ingeschakeld, moet je dit elke keer invoeren wanneer je opstart vanaf macOS-herstel of vanaf een ander opslagapparaat dan je in de instellingen voor 'Opstartschijf' hebt geselecteerd.

Nadat je de Mac opnieuw hebt opgestart, worden de wijzigingen voor het firmwarewachtwoord van kracht.

1. Start je Intel-Mac op met macOS-herstel.

2. Kies in de Herstel-app 'Hulpprogramma's' > 'Opstartbeveiligingshulpprogramma'.

3. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van een beheerder in als daarom wordt gevraagd.

4. Voer een of meer van de volgende stappen uit:

   • Het firmwarewachtwoord inschakelen: Klik op 'Schakel firmwarewachtwoord in' en voer een nieuw wachtwoord in. Voer het wachtwoord nogmaals in om het te verifiëren en klik vervolgens op 'Stel wachtwoord in'.

   • Het firmwarewachtwoord uitschakelen: Klik op 'Schakel firmwarewachtwoord uit', voer het wachtwoord in en klik vervolgens op 'Schakel wachtwoord uit'.

   • Het firmwarewachtwoord wijzigen: Klik op 'Wijzig wachtwoord' en voer het oude wachtwoord in. Voer een nieuw wachtwoord in, verifieer dit en klik vervolgens op 'Wijzig wachtwoord'.

5. Klik op 'Stop Opstartbeveiligingshulpprogramma'.

Opties voor veilig opstarten zijn alleen beschikbaar op Mac-computers met de Apple T2 Security-chip.

Nadat je de Mac opnieuw hebt opgestart, wordt de optie voor veilig opstarten van kracht.

1. Start je Intel-Mac op met macOS-herstel.

2. Kies in de Herstel-app 'Hulpprogramma's' > 'Opstartbeveiligingshulpprogramma'.

3. Voer de naam en het wachtwoord van een beheerder in.

4. Selecteer een beveiligingsoptie onder 'Veilig opstarten'.

   • Volledige beveiliging: Hiermee kan alleen je huidige besturingssysteem of het ondertekende besturingssysteem dat momenteel door Apple wordt vertrouwd, worden uitgevoerd. Hiervoor is een netwerkverbinding nodig wanneer de software wordt geïnstalleerd.

   • Gemiddelde beveiliging: Hiermee kan elke versie van een ondertekend besturingssysteem dat ooit door Apple is vertrouwd, worden uitgevoerd.

   • Geen beveiliging: Hiermee gelden er geen vereisten voor het besturingssysteem waarmee kan worden opgestart.

5. Selecteer een opstartoptie onder 'Toegestane media voor opstarten'.

   • Sta opstarten vanaf externe of verwijderbare media niet toe: Hiermee kan er niet worden opgestart vanaf een apparaat dat niet door de Apple T2 Security-chip wordt beschermd, zoals USB- en Thunderbolt-schijven en intern aangesloten PCIe- of SATA-schijven.

   • Sta opstarten vanaf externe of verwijderbare media toe: Hiermee gelden er geen beperkingen voor het opstarten vanaf apparaten.

6. Kies 'Opstartbeveiligingshulpprogramma' > 'Stop Opstartbeveiligingshulpprogramma'.

In bepaalde situaties kan het nodig zijn om macOS opnieuw te installeren. Je kunt macOS opnieuw installeren zonder dat je je bestanden en gebruikersinstellingen kwijtraakt.

1. Start je Intel-Mac op met macOS-herstel.

2. Controleer of er verbinding is met het internet.

3. Klik in de Herstel-app op 'Installeer macOS [naam] opnieuw' en klik op 'Ga door'.

4. Volg de instructies op het scherm.

   Belangrijk: Wanneer je wordt gevraagd om een schijf te selecteren, selecteer je de huidige macOS-schijf (in de meeste gevallen is dit de enige beschikbare schijf).

Als je macOS wist en opnieuw installeert, worden je gebruikersaccounts, de netwerkinstellingen en alle bestanden en mappen op je Mac verwijderd. Probeer voordat je macOS wist weer in te loggen in je systeem en maak een back‑up van alle bestanden die je wilt behouden. Gebruik hiervoor een ander opslagapparaat. Noteer ook je netwerkinstellingen in het paneel 'Netwerk' in Systeeminstellingen, zodat je na het opnieuw installeren van macOS gemakkelijk weer verbinding kunt maken.

1. Start je Intel-Mac op met macOS-herstel.

2. Controleer of er verbinding is met het internet.

3. Klik in de Herstel-app op 'Schijfhulpprogramma' en klik op 'Ga door'.

4. Selecteer in Schijfhulpprogramma het volume dat je wilt wissen in de navigatiekolom en klik op de knop 'Wis' in de knoppenbalk.

5. Typ een naam voor het volume in het veld 'Naam'.

6. Klik op het pop‑upmenu 'Structuur', kies 'APFS' en klik op 'Wis volumegroep'.

7. Wanneer het wissen is voltooid, klik je op 'Gereed' en kies je 'Schijfhulpprogramma' > 'Stop Schijfhulpprogramma'.

8. Klik in de Herstel-app op 'Installeer macOS [naam] opnieuw', klik op 'Ga door' en volg de instructies op het scherm.

Het herstel-logbestand bevat berichten die door macOS-herstel zijn vastgelegd. Je kunt opgeven welke berichten moeten worden weergegeven, je kunt berichten filteren op tekst en je kunt het herstel-logbestand bewaren.

1. Start je Intel-Mac op met macOS-herstel.

2. Kies in de Herstel-app 'Venster' > 'Herstel-logbestand'.

3. Klik op het pop‑upmenu 'Detailniveau' en kies welke berichten moeten worden weergegeven:

   • Toon alleen fouten: Kies deze optie om alleen foutberichten weer te geven.

   • Toon fouten en voortgang: Kies deze optie om alleen foutberichten en voortgangsberichten weer te geven.

   • Toon alle logberichten: Kies deze optie om alle berichten weer te geven.

4. Om berichten te filteren, kies je de zoektekst in het filterveld.

5. Om het herstel-logbestand te bewaren, klik je op de knop 'Bewaar', kies je een locatie voor het bestand en klik je op 'Bewaar'.

6. Wanneer je het herstel-logbestand hebt bekeken, klik je linksboven in het venster op .

Als je een probleem meldt met Feedback Assistant, kun je worden gevraagd om een hersteldiagnosebestand te leveren. Je kunt het bestand aanmaken en bewaren op een extern opslagapparaat.

1. Sluit een extern opslagapparaat op de Mac aan.

2. Start je Intel-Mac op met macOS-herstel.

3. Druk op Control + Option + Shift + Command + Punt.

4. Na de flits van het scherm wacht je enige tijd tot er een dialoogvenster verschijnt.

5. Gebruik het dialoogvenster om het hersteldiagnosebestand te bewaren op een locatie op je externe opslagapparaat.

Je Mac start automatisch opnieuw op wanneer je systeem vanaf Time Machine wordt hersteld of wanneer macOS opnieuw wordt geïnstalleerd. In andere gevallen moet je macOS-herstel handmatig stoppen (bijvoorbeeld als je een back‑up van je bestanden wilt maken voordat je macOS opnieuw installeert of als je net een instelling hebt gewijzigd met behulp van Opstartbeveiligingshulpprogramma).

Voer in de Herstel-app op de Mac een van de volgende stappen uit:

• De Mac opnieuw opstarten: Kies Apple-menu  > 'Herstart'.

• Kies een andere opstartschijf voordat je de Mac opnieuw opstart: Kies Apple-menu  > 'Opstartschijf', selecteer een opstartschijf en klik op 'Herstart'.

• De Mac uitschakelen: Kies Apple-menu  > 'Zet uit'.