
Een getallen- of rasteroverlay gebruiken met stembediening op de Mac
Als je stembediening gebruikt op de Mac, kun je met onderdelen op het scherm werken door een commando voor stembediening en de naam van een onderdeel uit te spreken, zoals een knop. Bijvoorbeeld: "Klik op 'OK'". Als de naam van een onderdeel niet duidelijk is of als je met een specifiek gedeelte van het scherm moet werken, kun je een overlay gebruiken. Daarmee zie je getallen bij elk onderdeel of een raster op het scherm, zodat je gemakkelijker onderdelen kunt selecteren of door het scherm kunt navigeren.
Tip: Je kunt de optie 'Overlay' instellen in de instellingen voor 'Stembediening' om altijd genummerde onderdelen of een raster op het scherm te zien, zodat je geen commando's hoeft uit te spreken om ze te zien.
Getallen bij onderdelen gebruiken
Als getallen bij onderdelen nog niet op het scherm van de Mac worden getoond, spreek je het commando "Toon getallen" uit.
Je kunt ook "Toon voortdurend getallen" zeggen. Als je dit doet, wordt de optie 'Overlay' in de instellingen voor 'Stembediening' ingesteld op 'Onderdeelnummers'.
Met het commando wordt naast elk onderdeel een getal weergegeven, zodat je het getal kunt uitspreken om met het onderdeel te werken. (Getallen worden altijd weergegeven voor menuonderdelen.)
Als je een onderdeel wilt gebruiken, spreek je een commando uit, bijvoorbeeld "Klik op", gevolgd door het getal van het onderdeel.
Als onderdeelnummers niet continu worden weergegeven, verdwijnen ze nadat je het commando hebt uitgesproken.
Je kunt meerdere commando's gebruiken met getallen, zoals klikken, dubbel klikken, driemaal klikken of lang ingedrukt houden. Om alle beschikbare commando's weer te geven, zeg je "Toon commando's" om het venster 'Commando's' weer te geven.
Als onderdeelnummers continu worden weergegeven terwijl je dat niet meer wilt, zeg je "Verberg getallen". Wanneer je dit doet, wordt de optie 'Overlay' in de instellingen voor 'Stembediening' ingesteld op 'Geen'.
Een raster gebruiken
Als op het scherm van de Mac nog geen raster wordt weergegeven, spreek je het commando "Toon raster" uit.
Je kunt ook "Toon raster continu" zeggen. Als je dit doet, wordt de optie 'Overlay' in de instellingen voor 'Stembediening' ingesteld op 'Genummerd raster'.
Om alleen een raster op het actieve venster te tonen, zeg je "Toon vensterraster".
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Met een plek op het raster werken: Als er een getal staat op de plek waarmee je wilt werken, spreek je een commando uit, bijvoorbeeld "Zoom in", gevolgd door het getal op het raster.
Details bekijken van een gedeelte van het raster: Als je een gedeelte beter wilt bekijken, spreek je een getal op het raster uit om de details van dat gedeelte te bekijken. Om een stapel op het bureaublad te openen, zeg je bijvoorbeeld "7" om de details te bekijken van het gedeelte met de stapel en zeg je vervolgens "Klik op 9" om de exacte stapel te openen.
Dit kun je meerdere keren doen. Er verschijnt mogelijk een apart venster waarop meer details van het gedeelte worden weergegeven. Als het niet mogelijk is om nog meer details van een gedeelte te bekijken, verdwijnt het kader rond de getallen en wordt het commando "Klik op" uitgevoerd wanneer je een getal uitspreekt.
Om alle beschikbare commando's weer te geven, zeg je "Toon commando's" om het venster 'Commando's' weer te geven.
Als het genummerde raster continu worden getoond terwijl je dat niet meer wilt, zeg je "Verberg raster". Wanneer je dit doet, wordt de optie 'Overlay' in de instellingen voor 'Stembediening' ingesteld op 'Geen'.
Slepen met behulp van overlays
Wanneer je getallen voor onderdelen of een raster gebruikt op de Mac, kun je een onderdeel slepen door de getallen voor het onderdeel en de doellocatie op te geven.
Als op het scherm zowel het getal voor het onderdeel als het getal voor de doellocatie zichtbaar zijn, gebruik je het commando "Sleep" in combinatie met de getallen voor het onderdeel en de doellocatie. Om bijvoorbeeld het bestand met getal 10 te slepen naar de map met getal 15, zeg je "Sleep 10 naar 15".
Als het getal voor de doellocatie niet zichtbaar is omdat je erheen moet navigeren, begin je met slepen door het getal uit te spreken voor het onderdeel dat je wilt slepen. Navigeer vervolgens naar de doellocatie en spreek het bijbehorende getal uit. Om bijvoorbeeld het bestand met het getal 10 te slepen, zeg je "Begin slepen bij 10". Bekijk de details van het raster door een getal te noemen en bekijk eventueel meer details door nog een getal te noemen. Zeg "Laat vallen bij 9" wanneer je de doellocatie hebt bereikt. Vergeet niet om tussen elk commando even te pauzeren (ongeveer een halve seconde).