Ethernetpoorten combineren tot een virtuele poort op de Mac
Als je een computer met meerdere ethernetpoorten hebt, kun je deze combineren tot één virtuele ethernetpoort. Dit wordt ook wel een samengestelde verbinding genoemd. De gecombineerde ethernetpoorten zijn voor je computer en apps herkenbaar als één IP-adres.
Wanneer je poorten combineert, vergroot je de bandbreedte doordat je de bandbreedte van de afzonderlijke poorten samenvoegt. Het netwerkverkeer wordt ook verdeeld over de poorten.
Naast het verdelen van netwerkverkeer biedt het combineren van poorten ook automatische reservecapaciteit als in een van de poorten of kabels een storing optreedt. Al het verkeer dat via de beschadigde poort werd geleid, wordt dan omgeleid via een van de andere poorten. Deze reservefunctie wordt automatisch ingeschakeld, zodat apps die van de beschadigde poort gebruikmaakten ongestoord kunnen doorgaan.
Als de ethernetpoorten die je wilt combineren zich op een PCI-kaart bevinden, moet je ervoor zorgen dat de kaart correct in je computer is geïnstalleerd voordat je poorten gaat combineren. Raadpleeg de documentatie bij de PCI-kaart voor instructies voor de installatie van de kaart.
Kies op je Mac Apple-menu > 'Systeeminstellingen' en klik op 'Netwerk' in de navigatiekolom. (Mogelijk moet je omlaag scrollen.)
Klik op het taakmenu en kies vervolgens 'Beheer virtuele interfaces'.
Klik op en kies vervolgens 'Nieuwe samengestelde verbinding'.
Typ een naam voor de voorziening in het veld 'Naam samengestelde verbinding'.
Selecteer de ethernetpoorten die je wilt samenvoegen.
Klik op 'Maak aan' en klik vervolgens op 'Gereed'.
Nadat de ethernetpoorten zijn gekoppeld, kun je de status van de koppeling controleren door naar het symbool in de lijst met voorzieningen voor netwerkverbindingen te kijken. Als je meer wilt weten over de status van de samengestelde verbinding, klik je op een van de poorten in de lijst.
In macOS wordt gebruikgemaakt van het LACP-protocol (Link Aggregation Control Protocol) om te onderhandelen over samengestelde verbindingen. LACP moet worden ondersteund op alle apparaten die bij de samengestelde verbinding betrokken zijn.
Beheerde switches hebben meestal een maximum van vier of acht poorten in een samengestelde 802.3ad-verbinding. In macOS is er geen limiet voor het aantal fysieke poorten dat je kunt toevoegen aan een verbinding.