Snel onderdelen bekijken en openen
Als je een bestand, map of programma vaak gebruikt, kun je er op verschillende manieren voor zorgen dat je het onderdeel sneller kunt bekijken en openen.
Programma's openen vanuit Launchpad: Klik op het Launchpad-symbool in het Dock en klik vervolgens op een programma om dat te openen. In Launchpad zie je een schermvullende weergave van je programma's, inclusief de programma's die je uit de App Store hebt gedownload.
Je kunt programma's in Launchpad verplaatsen door ze te slepen. Desgewenst kun je programma's groeperen in mappen. Zie Programma's bekijken en openen met Launchpad voor meer informatie.
Bestanden, mappen of programma's openen vanuit het Dock: Om onderdelen toe te voegen aan het Dock, sleep je bestanden en mappen rechts van de scheidingslijn in het Dock. Programma's sleep je naar een positie links van de scheidingslijn. (Je kunt programma's slepen vanuit Launchpad of vanuit de Finder.) Je kunt een onderdeel in het Dock snel openen door erop te klikken.
Als je het Dock naar de zijkant van je bureaublad hebt verplaatst, sleep je bestanden en mappen naar het gedeelte onder de scheidingslijn en sleep je programma's naar het gedeelte boven de scheidingslijn. Zie Het Dock gebruiken voor meer informatie over het Dock.
Recent gebruikte bestanden openen vanuit de Finder: Klik op het Finder-symbool in het Dock om een Finder-venster te openen. Klik in de navigatiekolom van de Finder op Recent en klik vervolgens dubbel op het symbool of de naam van het bestand.
De volgorde van onderdelen wijzigen: Wanneer je onderdelen rangschikt op naam, kun je de mappen (in alfabetische volgorde) boven aan de lijst houden of op de knop voor het rangschikken van onderdelen klikken en een optie kiezen. Kies bijvoorbeeld 'Openingsdatum' om een onlangs gebruikt bestand of een recent geopende map te zoeken. Zie Onderdelen sorteren, symbolen rangschikken en de grootte van kolommen wijzigen voor meer informatie.
Een onderdeel aan de navigatiekolom van de Finder toevoegen: Sleep het onderdeel naar het gedeelte 'Favorieten' van de Finder-navigatiekolom. Als je een onderdeel aan de navigatiekolom toevoegt, wordt er alleen een snelkoppeling naar het onderdeel aangemaakt. Het oorspronkelijke onderdeel wordt niet verplaatst. Zie De knoppenbalk en navigatiekolom van de Finder aanpassen voor meer informatie.
Recent gebruikte onderdelen openen: Kies Apple-menu > 'Recente onderdelen'. Je ziet de programma's, documenten en servers die je onlangs hebt gebruikt. Voor sommige programma's kun je ook de documenten bekijken waaraan je onlangs hebt gewerkt.
Om het aantal onderdelen te wijzigen dat in het menu wordt weergegeven, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik je op 'Algemeen'. Klik op het venstermenu 'Recente onderdelen' en kies een getal.
Een onderdeel openen vanuit een Spotlight-zoekopdracht: Klik op het Spotlight-symbool rechts van de menubalk en zoek vervolgens het bestand, de map of het programma. Klik dubbel op het onderdeel dat je wilt openen of druk op de Return-toets als het onderdeel is gemarkeerd. Zie Zoeken met Spotlight voor meer informatie.
Vraag Siri een onderdeel te openen: Klik op het Siri-symbool rechts van de menubalk en vraag Siri het bestand, de map of het programma te zoeken. Klik dubbel op het onderdeel dat je wilt openen of druk op de Return-toets als het onderdeel is gemarkeerd. Zie Siri op je Mac gebruiken voor meer informatie.
Tags toevoegen aan bestanden: Selecteer het bestand of de map, klik op de knop 'Tags' (of gebruik de Touch Bar) en voer een nieuwe tag in of kies een tag uit de lijst. Ga naar het bureaublad, houd de Control-toets ingedrukt en klik op het bestand of de map of tik met twee vingers op het bestand of de map. Kies vervolgens een tag uit het contextuele menu.
Om snel te zien welke onderdelen een tag hebben, klik je op een tag in het gedeelte 'Tags' van de navigatiekolom van de Finder. Zie Tags gebruiken om bestanden te ordenen voor meer informatie.
Een slimme map instellen: In slimme mappen worden documenten automatisch verzameld op basis van bepaalde criteria die je instelt. Je kunt bijvoorbeeld een slimme map aanmaken voor al je spreadsheets of voor alle documenten waarbij de tekst "Vakantie Parijs" in de titel voorkomt. Zie Een slimme map aanmaken of wijzigen voor meer informatie.
Een alias aanmaken: Selecteer een bestand, map of programma en kies vervolgens 'Archief' > 'Maak alias aan' of druk op Command + L. Je kunt de alias bewaren op een handige plek, zodat je het bijbehorende onderdeel snel kunt openen door er dubbel op te klikken. Zie Aliassen aanmaken en verwijderen voor meer informatie.
Het symbool van een onderdeel aanpassen: Je kunt aangepaste symbolen aanmaken voor een bestand of map, zodat je deze onderdelen gemakkelijker kunt herkennen. Zie Aangepaste symbolen aanmaken voor bestanden of mappen voor meer informatie.