Onderdelen weergeven in Finder-vensters
Er zijn vier manieren om onderdelen in Finder-vensters weer te geven: als symbolen, in een lijst, in kolommen en in de Cover Flow-weergave. Kies een weergave met de weergaveknoppen boven in het Finder-venster:
In de vier weergaven zijn er aanvullende manieren om de weergave van je onderdelen aan te passen.
Onderdelen sorteren, symbolen rangschikken en de grootte van kolommen wijzigen
De instellingen voor het sorteren en rangschikken van onderdelen in een map blijven van kracht totdat je ze wijzigt. Als je bijvoorbeeld je map 'Documenten' sorteert op toevoegingsdatum, is je map 'Documenten' de volgende keer dat je deze map bekijkt, nog steeds gesorteerd op toevoegingsdatum.
Onderdelen sorteren: Kies in een willekeurige weergave 'Weergave' > 'Toon weergaveopties', klik op het venstermenu 'Sorteer op' en kies de gewenste sorteervolgorde, zoals 'Bewerkingsdatum' of 'Naam'. Plaats de aanwijzer in de lijstweergave of de Cover Flow-weergave op de naam van de kolom waarop je wilt sorteren en klik erop. Klik nogmaals op de kolomnaam om de sorteervolgorde om te keren.
De volgorde van onderdelen wijzigen: Klik in een weergave op de knop voor het rangschikken van onderdelen en kies een optie (bijvoorbeeld 'Aanmaakdatum' of 'Grootte').
Ervoor zorgen dat mappen bovenaan blijven staan: Wanneer je onderdelen op naam rangschikt, kun je ervoor zorgen dat de mappen (in alfabetische volgorde) boven aan de lijst blijven staan. Kies 'Finder' > 'Voorkeuren', klik op 'Geavanceerd' en schakel het aankruisvak 'Plaats mappen bovenaan bij sorteren op naam' in.
Symbolen netjes rangschikken: Kies 'Weergave' > 'Ruim op' in de symboolweergave.
Grootte van kolommen wijzigen: In de lijstweergave, kolomweergave en Cover Flow-weergave sleep je de verticale lijn tussen de kolomkoppen.
Als je een kolom zo breed wilt maken dat alle bestandsnamen worden getoond, klik je dubbel op de kolomscheiding.
Kolommen weergeven of verbergen: Klik met de Control-toets ingedrukt in de lijstweergave of de Cover Flow-weergave op een kolom om alle beschikbare kolommen te zien. Kies de naam van een kolom om deze weer te geven of te verbergen (bij de namen van zichtbare kolommen staat een vinkje).
Symboolweergave, lijstweergave, kolomweergave of Cover Flow-weergave verder aanpassen
Je kunt elke weergave aan je voorkeuren aanpassen. Je kunt bijvoorbeeld de tekstgrootte van de bestandsnamen wijzigen of (in sommige weergaven) de grootte van de bestandssymbolen wijzigen.
Open een Finder-venster, selecteer de map die je wilt wijzigen en klik op een weergaveknop: 'Symbool', 'Lijst', 'Kolom' of 'Cover Flow'.
Kies 'Weergave' > 'Toon weergaveopties' en stel vervolgens de gewenste opties in.
Ervoor zorgen dat de map altijd in deze weergave wordt geopend: Schakel het aankruisvak 'Open altijd in' in.
Ervoor zorgen dat ook submappen in deze weergave worden geopend: Schakel het aankruisvak 'Blader in' in.
Als een submap wordt geopend in een andere weergave, selecteer je de submap, kies je 'Weergave' > 'Toon weergaveopties' en schakel je de aankruisvakken 'Open altijd in' en 'Blader in' uit. De aankruisvakken moeten worden ingeschakeld voor de hoofdmap en moeten worden uitgeschakeld voor de submappen.
Opties voor de symboolweergave selecteren: Je kunt onder meer de symboolgrootte, de rasterafstand en de tekstgrootte wijzigen.
Opties voor de lijstweergave of Cover Flow-weergave selecteren: Je kunt onder meer de symboolgrootte, de tekstgrootte en de weer te geven kolommen wijzigen. (De lijstweergave en de Cover Flow-weergave hebben dezelfde opties.)
Opties voor de kolomweergave selecteren: Je kunt de tekstgrootte wijzigen en aangeven of je symbolen en een voorvertoningskolom wilt weergeven. De opties die je selecteert, worden op alle kolommen toegepast.
Klik op 'Gebruik als standaard' als je deze instellingen wilt gebruiken voor alle Finder-mappen in deze weergave. De knop 'Gebruik als standaard' is er niet voor de kolomweergave.
Als je bijvoorbeeld opties instelt voor de symboolweergave en vervolgens op 'Gebruik als standaard' klikt, worden deze opties gebruikt voor alle mappen waarvoor de symboolweergave wordt gebruikt.
Om de bibliotheekmap altijd weer te geven, kies je 'Ga' > 'Thuismap' om de thuismap te openen. Kies 'Weergave' > 'Toon weergaveopties' en schakel het aankruisvak 'Toon bibliotheekmap' in.