Werken met de Touch Bar
Als de Mac een Touch Bar heeft, kun je op de Touch Bar gangbare bewegingen uitvoeren (zoals tikken of vegen) om instellingen te wijzigen, Siri te gebruiken, functietoetsen te gebruiken en taken in programma's uit te voeren.
De Touch Bar geeft ook toegang tot Touch ID. Hiermee kun je je Mac en bepaalde onderdelen die met een wachtwoord zijn beveiligd ontgrendelen. Ook kun je Apple Pay gebruiken om aankopen te doen op het internet of bij de iTunes Store, App Store en iBooks Store. Zie Touch ID gebruiken op je Mac voor meer informatie over het configureren van Touch ID.
Algemene informatie over de Touch Bar
Met de Control Strip aan de rechterkant van de Touch Bar kun je onder andere de helderheid en het volume instellen en Siri vragen stellen. Je kunt de Control Strip uitbreiden met extra instellingen en functies. De functies van de andere knoppen in de Touch Bar zijn afhankelijk van het programma dat je gebruikt of de taak die je uitvoert.
De helderheid of het volume wijzigen of Siri iets vragen: Tik op de knoppen in de Control Strip. De helderheid en het volume kun je ook instellen door snel naar links of rechts te vegen over de knoppen.
De Control Strip uitvouwen: Tik op of druk op de Fn-toets op het toetsenbord (als de optie 'Functie Fn-toets' in het paneel 'Toetsenbord' in Systeemvoorkeuren is ingesteld op 'Vouw Control Strip uit').
Tik op de knoppen in de uitgevouwen Control Strip om instellingen en functies van macOS te gebruiken, zoals Mission Control en Launchpad, of om het afspelen van video's of muziek te regelen. In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer je de helderheid van het beeldscherm wijzigt, kun je de knop ingedrukt houden om de instelling te wijzigen.
Tik op om de Control Strip samen te vouwen.
Andere knoppen gebruiken: Tik op knoppen om snel taken uit te voeren in het programma dat je gebruikt. Elk programma is anders, dus probeer zelf wat je met de knoppen kunt doen. Zo ziet de Touch Bar er bijvoorbeeld uit wanneer je een bestand hebt geselecteerd in de Finder:
En zo ziet de Touch Bar eruit wanneer je een foto bekijkt in het programma Foto's:
Zie De Touch Bar aanpassen voor meer informatie over het toevoegen van knoppen aan de Touch Bar in sommige programma's.
Emoji toevoegen aan je tekst: Tik op en tik vervolgens op de emoji die je wilt gebruiken.
Suggesties tijdens typen
Tijdens het typen kunnen in de Touch Bar woorden worden getoond die je mogelijk wilt gebruiken. Zo kun je sneller typen. Dit worden suggesties tijdens typen genoemd.
Suggesties tijdens typen weergeven: Tik op .
Suggesties tijdens typen gebruiken: Tik op een of meer woorden of een emoji. Verkeerd gespelde woorden zijn blauw gemarkeerd.
Suggesties tijdens typen verbergen: Tik op in de Touch Bar.
Als niet wordt weergegeven in de Touch Bar, kies je 'Weergave' > 'Pas Touch Bar aan' en selecteer je vervolgens 'Toon suggesties tijdens typen'. Je kunt ook Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' kiezen en achtereenvolgens op 'Toetsenbord', 'Tekst' en 'Suggesties in Touch Bar tijdens typen' klikken.
Kleuren
In programma's waar je de kleur of tekst van objecten kunt wijzigen, kun je met de Touch Bar een kleur, tint of model (zoals RGB of HSB) selecteren.
Een kleur selecteren: Houd je vinger op en veeg naar een kleur.
Een tint selecteren: Tik op , houd je vinger op een kleur en veeg naar een tint.
Een model selecteren: Tik op , tik op de kleurenlijst aan de linkerkant en tik vervolgens op een kleurmodel. Je kunt een bewaarde aangepaste kleur gebruiken door op 'Voorbeelden' te tikken.
Gebruik de schuifknoppen voor een model om waarden te wijzigen, zoals de kleurtint of kleurverzadiging. Om je wijzigingen in 'Voorbeelden' te bewaren, tik je op de kleur. Er verschijnt dan een plusteken. Tik er nogmaals op zodat er een vinkje verschijnt.
Kleuren of de kleurwaarden verbergen: Tik op in de Touch Bar.
Functietoetsen
Voor veel toetscombinaties in macOS worden functietoetsen gebruikt (F1 tot en met F12). Als je bijvoorbeeld Dashboard hebt ingeschakeld, kun je op F12 drukken om Dashboard weer te geven. De functietoetsen zijn beschikbaar in de Touch Bar.
De functietoetsen gebruiken: Houd de Fn-toets op het toetsenbord ingedrukt (als de optie 'Functie Fn-toets' in het paneel 'Toetsenbord' in Systeemvoorkeuren is ingesteld op het tonen van functietoetsen) en tik vervolgens op een functietoets in de Touch Bar.
Als in een toetscombinatie een speciale toets wordt gebruikt, zoals de Option- of Command-toets, houd je de Fn-toets en de speciale toets samen ingedrukt. Als je bijvoorbeeld met Control + F3 naar het Dock wilt gaan, houd je eerst de Fn- en Control-toets samen ingedrukt en tik je vervolgens op F3 in de Touch Bar.
De Touch Bar aanpassen
Bij sommige programma's kun je de Touch Bar aanpassen, zodat in de Touch Bar de knoppen voor je favoriete taken in dat programma staan. Je kunt ook aangeven welke knoppen in de Control Strip moeten worden getoond.
Kies in een programma 'Weergave' > 'Pas Touch Bar aan'.
Voeg knoppen toe aan de Touch Bar, wijzig de indeling of verwijder een of meer knoppen.
Als je in plaats van de knoppen voor het huidige programma de Control Strip wilt aanpassen (of andersom), tik je op de Touch Bar. (Je kunt niet voor alle programma's de knoppen aanpassen.)
Knoppen toevoegen: Gebruik het trackpad of de muis om een knop van het scherm naar de Touch Bar te slepen. De knoppen in de Touch Bar gaan bewegen.
Knoppen opnieuw indelen: Sleep een knop in de Touch Bar met je vinger naar een andere plaats.
Knoppen verwijderen: Gebruik het trackpad of de muis om een knop van de Touch Bar naar het scherm te slepen.
Wanneer je klaar bent, klik je op 'Gereed' op het scherm of tik je op 'Gereed' in de Touch Bar.
Je kunt de Control Strip ook aanpassen in Systeemvoorkeuren. Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik tweemaal op 'Toetsenbord' en klik vervolgens op 'Pas Control Strip aan'.
Opties voor de Touch Bar instellen
Je kunt bepalen wat je in de Touch Bar wilt weergeven. Zo kun je instellen dat in plaats van knoppen voor een programma en de samengevouwen Control Strip alleen de uitgevouwen Control Strip of alleen knoppen voor een programma worden weergegeven. Je kunt ook bepalen wat er gebeurt wanneer je op de Fn-toets op het toetsenbord drukt.
Kies Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik op 'Toetsenbord' en klik vervolgens op 'Toetsenbord'.
Stel de gewenste opties in.
Touch Bar toont: Klik op het venstermenu en kies een optie ('Programmaregelaars met Control Strip', 'Uitgevouwen Control Strip' of 'Programmaregelaars').
Functie Fn-toets: Klik op het venstermenu en kies een optie ('Vouw Control Strip uit', 'Toon programmaregelaars', 'Toon Control Strip' of 'Toon toets 'F1', 'F2', enz.').
Welke opties beschikbaar zijn, hangt af van wat je hebt ingesteld bij de optie 'Touch Bar toont'.
Om voor specifieke programma's altijd functietoetsen (F1, F2, enz.) in de Touch Bar weer te geven, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik je op 'Toetsenbord'. Klik vervolgens op 'Toetscombinaties', selecteer 'Functietoetsen' in de lijst aan de linkerkant en voeg aan de rechterkant de gewenste programma's toe.