
Apparaatbeheerinstellingen voor EAP (Extensible Authentication Protocol) voor Apple apparaten
Je kunt de verschillende EAP-protocollen configureren voor Apple apparaten die bij een voorziening voor apparaatbeheer zijn ingeschreven. Voorzieningen voor apparaatbeheer kunnen de volgende 802.1X-authenticatiemethoden ondersteunen voor WPA - bedrijfsniveau- en WPA2 - bedrijfsniveau-netwerken. Je kunt meerdere EAP-methoden selecteren.
- TLS 
- TTLS (MSCHAPv2) 
- EAP-FAST 
- EAP-SIM 
- PEAP (EAP-MSCHAPv2, de meest gangbare vorm van PEAP) 
- PEAP (EAP-GTC, een minder gebruikelijke vorm die door Cisco is ontwikkeld) 
- EAP-AKA (geen aanvullende configuratie nodig) 
In de onderstaande tabellen worden de instellingen voor elke EAP-methode beschreven.
TLS
| Instelling | Beschrijving | Vereist | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gebruikersnaam account | De gebruikersnaam. | Ja | |||||||||
| Identiteitscertificaat | De payload 'Certificaten' die wordt gebruikt om verbindingen met het netwerk toe te staan. | Ja | |||||||||
| TLS-versieondersteuning | Selecteer de minimale en maximale TLS-versie: 
 | Nee | |||||||||
TTLS
| Instelling | Beschrijving | Vereist | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gebruikersnaam account | De gebruikersnaam voor de verbinding met het netwerk. | Ja | |||||||||
| Wachtwoord account | Het wachtwoord dat aan de gebruikersnaam is gekoppeld. | Ja | |||||||||
| Identiteitscertificaat | De certificaatpayload die wordt gebruikt om verbindingen met het netwerk toe te staan. | Ja | |||||||||
| Twee-factor-authenticatie (2FA) | Twee-factor-authenticatie is vereist voor verbinding met het netwerk. | Nee | |||||||||
| Gebruik authenticatie via adreslijst | Sta toe dat de inloggegevens voor de adreslijst voor authenticatie mogen worden gebruikt. | Nee | |||||||||
| Interne authenticatie | Het te gebruiken protocol voor authenticatie: 
 | Ja | |||||||||
| Externe identiteit | Voeg de extern zichtbare identificatie toe. | Nee | |||||||||
| TLS-versieondersteuning | Selecteer de minimale en maximale TLS-versie: 
 | Nee | |||||||||
EAP-FAST
| Instelling | Beschrijving | Vereist | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gebruikersnaam account | De gebruikersnaam voor de verbinding met het netwerk. | Ja | |||||||||
| Wachtwoord account | Het wachtwoord dat aan de gebruikersnaam is gekoppeld. | Ja | |||||||||
| Identiteitscertificaat | De payload 'Certificaten' die wordt gebruikt om verbindingen met het netwerk toe te staan. | Ja | |||||||||
| Twee-factor-authenticatie (2FA) | Twee-factor-authenticatie is vereist voor verbinding met het netwerk. | Nee | |||||||||
| Gebruik authenticatie via adreslijst | Sta toe dat de inloggegevens voor de adreslijst voor authenticatie mogen worden gebruikt. | Nee | |||||||||
| Externe identiteit | Voeg de extern zichtbare identificatie toe. | Nee | |||||||||
| TLS-versieondersteuning | Selecteer de minimale en maximale TLS-versie: 
 | Nee | |||||||||
| PAC-ondersteuning (Protected Access Credential) | Geef aan of PAC wordt gebruikt. Als dit wordt geselecteerd, zijn de andere opties: 
 | Nee | |||||||||
EAP-SIM
| Instelling | Beschrijving | Vereist | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Twee RAND's | Hiermee sta je authenticatie bij de netwerkserver toe door het verstrekken van slechts twee willekeurige 128-bits waarden. | Nee | |||||||||
PEAP
| Instelling | Beschrijving | Vereist | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gebruikersnaam account | De gebruikersnaam voor de verbinding met het netwerk. | Ja | |||||||||
| Wachtwoord account | Het wachtwoord dat aan de gebruikersnaam is gekoppeld. | Ja | |||||||||
| Identiteitscertificaat | De payload 'Certificaten' die wordt gebruikt om verbindingen met het netwerk toe te staan. | Ja | |||||||||
| Twee-factor-authenticatie (2FA) | Twee-factor-authenticatie is vereist voor verbinding met het netwerk. | Nee | |||||||||
| Gebruik authenticatie via adreslijst | Sta toe dat de inloggegevens voor de adreslijst voor authenticatie mogen worden gebruikt. | Nee | |||||||||
| Externe identiteit | Voeg de extern zichtbare identificatie toe. | Nee | |||||||||
| TLS-versieondersteuning | Selecteer de minimale en maximale TLS-versie: 
 | Nee | |||||||||
Opmerking: Elke ontwikkelaar van een voorziening voor apparaatbeheer implementeert deze instellingen op een andere manier. Als je wilt weten hoe de instellingen voor de protocollen TLS, TTLS, EAP-FAST, EAP-SIM en PEAP op je apparaten worden toegepast, raadpleeg je de documentatie van de ontwikkelaar van je voorziening voor apparaatbeheer.