
De nieuwe voorziening voor apparaatbeheer configureren
Voordat je een koppeling met de nieuwe voorziening voor apparaatbeheer tot stand kunt brengen, moet je deze voorziening configureren. Nadat de configuratie is voltooid, volg je de onderstaande stappen.
De nieuwe voorziening voor apparaatbeheer aan Apple School Manager of Apple Business Manager koppelen
Download om te beginnen een APNs-certificaat (Apple Push Notification-service) en gebruik dit om je nieuwe voorziening voor apparaatbeheer te configureren. Om de nieuwe voorziening aan Apple School Manager of Apple Business Manager te koppelen, upload je het certificaat van de voorziening voor apparaatbeheer en download je vervolgens een nieuw token voor de nieuwe voorziening.
Zie Koppelen aan een apparaatbeheerservice van derden in Apple School Manager of Koppelen aan een apparaatbeheerservice van derden in Apple Business Manager voor meer informatie.
De inschrijvings- en configuratieprofielen opnieuw aanmaken
Je moet je inschrijvings- en configuratieprofielen en de bijbehorende payloads opnieuw aanmaken in de nieuwe voorziening voor apparaatbeheer. Zorg dat je specifieke payloads toewijst voor gebruikers, apparaten of de daaraan gekoppelde groepen. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van de ontwikkelaar van je voorziening voor apparaatbeheer.
Apparaten aan je nieuwe voorziening voor apparaatbeheer toewijzen
In Apple School Manager of Apple Business Manager kun je een aantal testapparaten vanuit je bestaande voorziening voor apparaatbeheer toewijzen aan de nieuwe voorziening. Als dit goed gaat, kun je de rest van je apparaten aan de nieuwe voorziening toewijzen. Vervolgens kun je de nieuwe voorziening voor apparaatbeheer als standaard instellen.
Macs naar een nieuwe voorziening voor apparaatbeheer migreren
De volgende punten zijn van belang als je Macs naar een nieuwe voorziening voor apparaatbeheer migreert:
Configuratie-assistent: Maak een specifieke payload 'Configuratie-assistent' aan om de panelen van de configuratie-assistent te beheren en op te geven welke panelen de gebruiker mag aanpassen.
Bootstrap Token: Als je een Bootstrap Token gebruikt, moet je je nieuwe voorziening voor apparaatbeheer hiervoor configureren. Zie Bootstrap Token.
Bypasscodes activeringsslot: Als apparaten met een activeringsslot zijn vergrendeld, is het belangrijk om vóór de migratie een back‑up van alle bypasscodes voor het activeringsslot te maken, zodat je de apparaten na een reset- of wisbewerking opnieuw kunt activeren.
FileVault-herstelsleutels: Als je FileVault-herstelsleutels van je Mac-computers in bewaring hebt gegeven, maak je een back‑up van de sleutels, zodat je gebruikers kunt helpen met het opnieuw instellen van hun wachtwoorden.
Type macOS-gebruiker: Voor de migratie van Macs naar een andere voorziening voor apparaatbeheer kunnen de gebruikersnaam en het wachtwoord van een lokale beheerder nodig zijn. Als de macOS-gebruikers standaardgebruikers en geen beheerders zijn, is er mogelijk extra hulp nodig om deze gebruikers te migreren.
Pakketten: Indien nodig moeten macOS-pakketten worden gemigreerd en beschikbaar worden gemaakt voor gebruik in de nieuwe voorziening voor apparaatbeheer. Zodra de pakketten beschikbaar zijn, moet je ze toewijzen aan de relevante beleidsregels en workflows. Dit geldt ook voor Bootstrap-pakketten die deel uitmaken van prestage-inschrijvingsprofielen.
Als de nieuwe voorziening voor apparaatbeheer scoping ondersteunt
Als de nieuwe voorziening voor apparaatbeheer scoping ondersteunt, moeten alle scopinggroepen en -toewijzingen voor onder andere apps en profielen worden gespiegeld naar de nieuwe voorziening voor apparaatbeheer.
Werken met interne apps van de organisatie
Apps die door je organisatie zijn gemaakt, kunnen toegewezen blijven aan een apparaat. Je kunt ze gewoon opnieuw downloaden nadat je het apparaat hebt ingeschreven bij de nieuwe voorziening voor apparaatbeheer.
Zorgen dat je netwerkverbinding blijft werken
Als voor je wifinetwerk authenticatie vereist is en de authenticatie gekoppeld is aan een configuratieprofiel, kunnen gebruikers mogelijk niet opnieuw verbinding maken met het netwerk om de migratie te voltooien. Zorg dat je de benodigde certificaten en payloads voor netwerktoegang opnieuw aanmaakt zodat apparaten opnieuw verbinding kunnen maken en zich bij de nieuwe voorziening voor apparaatbeheer kunnen inschrijven.
Als je je netwerk gaat gebruiken voor de migratie, houd dan rekening met de potentiële belasting van elk toegangspunt. Het kan verstandig zijn om de migratie groepsgewijs uit te voeren om het netwerk minder te belasten.
Als je apparaten wist die een e‑sim gebruiken, zorg dan dat je 'Behoud data-abonnement' inschakelt in het apparaatbeheercommando voor op afstand wissen.