Instellingen voor de MDM-payload 'Exchange ActiveSync (EAS)' voor Apple apparaten
Met de payload 'Exchange ActiveSync (EAS)' kun je de gebruikersinstellingen voor je Microsoft Exchange Server opgeven. Je kunt een profiel voor een bepaalde gebruiker aanmaken door de gebruikersnaam, de hostnaam en het e‑mailadres op te geven. Het is ook mogelijk om alleen de hostnaam op te geven. In dat geval wordt gebruikers gevraagd de andere waarden in te vullen wanneer ze het profiel installeren.
In iOS 14 en iPadOS 14 of nieuwer worden Exchange-accounts die zijn geconfigureerd voor OAuth en cloudvoorzieningen van Microsoft (zoals Office 365 of outlook.com) automatisch bijgewerkt voor gebruik van de authenticatievoorziening OAuth 2.0 van Microsoft.
De payload 'Exchange ActiveSync (EAS)' ondersteunt het volgende. Zie Payloadinformatie voor meer informatie.
ID ondersteunde payload: com.apple.eas.account
Ondersteunde besturingssystemen en kanalen: iOS, iPadOS, visionOS 1.1.
Ondersteunde inschrijvingstypen: gebruikersinschrijving, apparaatinschrijving, automatische apparaatinschrijving.
Duplicaten toegestaan: Waar: Er kunnen meerdere payloads 'Exchange ActiveSync (EAS)' worden aangeboden aan een gebruiker of apparaat.
Zie Apple apparaten met Microsoft Exchange integreren voor informatie over vereisten en ondersteunde functies.
De instellingen in de onderstaande tabel kunnen worden gebruikt met de payload 'Exchange ActiveSync (EAS)'.
Instelling | Beschrijving | Vereist | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Accountnaam | De weergegeven naam van de account. | Ja | |||||||||
Exchange-hostnaam | Het IP-adres of de volledige domeinnaam (FQDN) van de Exchange-host. | Ja | |||||||||
Gebruikersnaam account | De gebruikersnaam met het optionele domein. | Ja | |||||||||
E‑mailadres account | Het e‑mailadres voor de account. | Nee | |||||||||
Wachtwoord account | Het wachtwoord voor de gebruikersaccount. Als je dit veld leeg laat, moeten gebruikers hun wachtwoord invoeren nadat de payload op hun apparaat is geïnstalleerd. Je kunt er ook voor kiezen om het vorige wachtwoord te overschrijven. | Nee | |||||||||
Gebruik OAuth voor authenticatie | Hiermee geef je aan of de verbinding voor authenticatie gebruik moet maken van OAuth. Als OAuth is ingesteld, moet het wachtwoordveld leeg blijven. | Nee | |||||||||
Gebruik SSL | Als de optie 'Gebruik SSL' is geselecteerd en het SSL-certificaat van de server niet is uitgegeven door een vertrouwde certificaatautoriteit die bekend is bij de apparaten, gebruik je de payload 'Certificaten' om de rootcertificaten of intermediaire certificaten toe te voegen die nodig zijn om het SSL-certificaat van de server te valideren. | Nee | |||||||||
Aantal dagen met te synchroniseren e‑mailberichten | Selecteer het tijdsbestek voor het synchroniseren van oudere e‑mail. De opties zijn:
| Ja | |||||||||
Naam authenticatiegegevens | De naam of omschrijving van de account. | Nee | |||||||||
Authenticatiegegevens | Selecteer het certificaat dat de gebruiker bij de Exchange ActiveSync-server (EAS) identificeert. | Nee | |||||||||
Sta toe dat gebruiker berichten uit deze account verplaatst | Geef aan of e‑mailberichten tussen mailaccounts kunnen worden verplaatst. | Nee | |||||||||
Sta synchronisatie van recente adressen toe | Geef aan of recent gebruikte adressen met andere apparaten kunnen worden gesynchroniseerd. | Nee | |||||||||
Sta Mail Drop toe | Geef aan of Mail Drop als optie wordt weergegeven wanneer met de Mail-app grote bestanden worden verstuurd. | Nee | |||||||||
Gebruik alleen in Mail | Geef aan of andere apps dan Mail e‑mail mogen versturen. Opmerking: Als deze instelling is ingeschakeld, kan de Exchange-account niet via een deelpaneel in andere apps worden gebruikt. | Nee | |||||||||
Schakel S/MIME-ondertekening in | Je kunt S/MIME-ondertekening inschakelen. | Nee | |||||||||
Sta S/MIME-ondertekening toe | Je kunt de gebruiker toestaan S/MIME-ondertekening in of uit te schakelen. | Nee | |||||||||
Sta gebruiker toe S/MIME-ondertekeningscertificaat te wijzigen | Je kunt de gebruiker toestaan het S/MIME-ondertekeningscertificaat te wijzigen. | Nee | |||||||||
Forceer S/MIME-encryptie | Forceer S/MIME-encryptie. | Nee | |||||||||
Sta S/MIME-encryptie toe | Sta de gebruiker toe S/MIME-encryptie in of uit te schakelen. | Nee | |||||||||
Sta gebruiker toe S/MIME-encryptiecertificaat te wijzigen | Sta de gebruiker toe het S/MIME-encryptiecertificaat te wijzigen. | Nee | |||||||||
Activeer encryptieschakelaar per bericht | Geef aan of gebruikers de optie hebben om per bericht te besluiten of het bericht moet worden versleuteld. | Nee | |||||||||
Regels voor communicatievoorzieningen | Je kunt een standaardapp selecteren voor het bellen van contacten vanuit deze account. | Nee | |||||||||
Ingeschakelde voorzieningen | Je kunt een van de volgende voorzieningen selecteren: Mail, Contacten, Agenda, Herinneringen, Notities. Je moet ten minste één voorziening selecteren. | Nee | |||||||||
Accountwijziging voorziening | Je kunt instellen dat gebruikers geen accountwijzigingen kunnen aanbrengen voor de volgende voorzieningen: Mail, Contacten, Agenda, Herinneringen, Notities. | Nee |
Opmerking: Elke MDM-leverancier implementeert deze instellingen op een andere manier. Als je wilt weten hoe de instellingen voor de payload 'Exchange ActiveSync (EAS)' op je gebruikers worden toegepast, raadpleeg je de documentatie van je MDM-leverancier.