De iPad gebruiken wanneer VoiceOver is ingeschakeld
Als VoiceOver is ingeschakeld, moet je speciale gebaren gebruiken om de iPad te ontgrendelen, naar het beginscherm te gaan, het bedieningspaneel te openen, tussen apps te schakelen, enzovoort.
De iPad ontgrendelen
Op een iPad met een thuisknop: Druk op de thuisknop met de vinger die je voor Touch ID hebt geregistreerd.
Op een iPad met Touch ID: Houd de vinger die je voor Touch ID hebt geregistreerd op de bovenste knop.
Op een iPad met Face ID: Haal de iPad uit de sluimerstand en kijk ernaar. Sleep vervolgens omhoog vanaf de onderrand van het scherm totdat je twee opgaande tonen hoort (als Face ID is ingeschakeld).
Geef de toegangscode op als daarom wordt gevraagd. Om te voorkomen dat je toegangscode wordt uitgesproken wanneer je deze invoert, kun je deze stil invoeren met de handschriftmodus of deze in braille op het scherm typen.
Naar het beginscherm gaan
Sleep met één vinger omhoog vanaf de onderrand van het scherm tot je twee opgaande tonen hoort en til vervolgens je vinger op.
(Op een iPad met een thuisknop druk je op de thuisknop.)
Het Dock gebruiken
Schuif met één vinger omhoog vanaf de onderrand tot je twee opgaande tonen hoort en veeg vervolgens omlaag.
Overschakelen naar een andere app
Veeg met vier vingers naar rechts of links om door de geopende apps te bladeren.
Je kunt ook de appkiezer gebruiken.
Voer een van de volgende stappen uit om de appkiezer te openen:
Sleep met één vinger omhoog vanaf de onderrand van het scherm tot je drie tonen hoort en til vervolgens je vinger op.
Druk tweemaal op de thuisknop (op een iPad met een thuisknop).
Om door de geopende apps te bladeren, veeg je naar links of rechts totdat de gewenste app is geselecteerd.
Tik dubbel om de app te openen.
Het bedieningspaneel openen
Veeg vanaf de bovenrand van het scherm met één vinger omlaag tot je twee opgaande tonen hoort.
Tik op een onderdeel in de statusbalk en veeg omhoog met drie vingers.
Om het bedieningspaneel weer te sluiten, maak je met twee vingers een zigzaggebaar (twee vingers driemaal snel heen en weer bewegen in de vorm van een 'z').
Meldingen weergeven
Veeg vanaf de bovenrand van het scherm met één vinger omlaag tot je drie opgaande tonen hoort.
Tik op een onderdeel in de statusbalk en veeg omlaag met drie vingers.
Om het scherm met meldingen weer te sluiten, maak je met twee vingers een zigzaggebaar (twee vingers driemaal snel heen en weer bewegen in de vorm van een 'z').
Informatie in de statusbalk laten uitspreken
Tik op de statusbalk boven in het scherm.
Veeg naar links of rechts om onder meer de tijd, het batterijniveau en de wifisignaalsterkte te horen.
De volgorde van de apps in het beginscherm wijzigen
Voer een van de volgende stappen uit:
Slepen: Tik op een symbool in het beginscherm, tik dubbel en houd je vinger op het scherm tot je drie opgaande tonen hoort. Tijdens het slepen wordt de relatieve locatie van het onderdeel aangegeven. Til je vinger op zodra het symbool op de gewenste plek staat. Sleep een symbool naar de rand van het scherm om het naar een ander beginscherm te verplaatsen.
Verplaatshandelingen: Tik op een app en veeg vervolgens omlaag om de beschikbare handelingen te horen. Wanneer je 'Bewerkingsmodus' hoort, tik je dubbel om met het rangschikken van apps te beginnen. Tik op de app die je wilt verplaatsen, veeg omlaag naar de handeling 'Verplaats' en tik vervolgens dubbel. Verplaats de VoiceOver-cursor naar de nieuwe bestemming voor de app en kies vervolgens uit de beschikbare handelingen: 'Annuleer verplaatsen', 'Maak nieuwe map aan', 'Zet in map', 'Verplaats voor' of 'Verplaats na'.
Als je klaar bent, tik je op 'Gereed' en tik je vervolgens dubbel.
Zoeken vanuit het beginscherm
Tik ergens in het beginscherm buiten de statusbalk.
Veeg met drie vingers omlaag.