Objecten meten met de iPad
Met de iPad-camera kun je objecten en oppervlakken in de buurt meten. Je kunt onder andere handmatig het begin- en eindpunt van een meting instellen en je kunt de iPad automatisch de afmetingen van rechthoekige objecten laten detecteren.
![Een scherm in de Meten-app met de afmetingen van een doos. Het oppervlak van de doos wordt berekend aan de hand van de gemeten afmetingen.](https://help.apple.com/assets/67104D22F226C776D000105C/67104D286F23797D0F06FC1D/nl_NL/eeb09030a81f48c32b1eb1cef007d9bc.png)
Voor het beste resultaat gebruik je Meten voor duidelijk omlijnde objecten op 0,5 tot 3 meter afstand van de iPad. (Metingen zijn bij benadering.)
Opmerking: Je kunt Meten gebruiken op externe beeldschermen zonder dat je 'Synchrone weergave' in het bedieningspaneel hoeft in te schakelen. Het beeld dat je op je iPad ziet, verschijnt groter op het externe beeldscherm.
Een meting beginnen
Ga naar de Meten-app
(in de map 'Hulpprogramma's') op de iPad.
Scan langzaam met de camera van de iPad objecten in de buurt.
Houd de iPad zo dat het object dat je wilt meten op het scherm verschijnt.
Opmerking: Als je met Meten de afmetingen van objecten vaststelt, verschijnt er om privacyredenen boven in het scherm een groene stip om aan te geven dat de camera wordt gebruikt.
Een automatische rechthoekige meting doen
Ga naar de Meten-app
(in de map 'Hulpprogramma's') op de iPad.
Scan langzaam met de camera van de iPad objecten in de buurt.
Wanneer de iPad de randen van een rechthoekig object detecteert, verschijnt er een vak rond het object. Tik op het vak om de afmetingen te zien.
Om een foto van je meting te maken, tik je op
.
Handmatig een meting doen
Ga naar de Meten-app
(in de map 'Hulpprogramma's') op de iPad.
Zorg dat het beginpunt van het meetgebied zich op de stip in het midden van het scherm bevindt en tik op
.
Beweeg de iPad langzaam naar het eindpunt en tik op
om de gemeten lengte te zien.
Om een foto van je meting te maken, tik je op
.
Doe nog een meting of tik op 'Wis' om opnieuw te beginnen.
Om op ondersteunde modellen opnieuw te beginnen, tik je op
en vervolgens op 'Wis alles'.
Met randhulplijnen werken
Op ondersteunde modellen kun je eenvoudig de hoogte en rechte randen van meubels, werkbladen en andere objecten meten dankzij de randhulplijnen die automatisch verschijnen.
Ga naar de Meten-app
(in de map 'Hulpprogramma's') op de iPad.
Plaats de stip in het midden van het scherm langs de rechte rand van een object totdat een hulplijn verschijnt.
Tik op
waar je wilt beginnen met meten.
Beweeg het apparaat langzaam langs de hulplijn en tik op
bij het eindpunt om de gemeten lengte te zien.
Om een foto van je meting te maken, tik je op
.
De liniaalweergave gebruiken
Op ondersteunde modellen kun je je metingen gedetailleerder bekijken in de liniaalweergave.
Ga naar de Meten-app
(in de map 'Hulpprogramma's') op de iPad.
Nadat je de afstand tussen twee punten hebt gemeten, beweeg je de iPad naar de meetlijn totdat deze in een liniaal verandert met een schaal in lengte-eenheden.
Om een foto van je meting te maken, tik je op
.