FileVault-voorkeuren
In het paneel 'FileVault' van het paneel 'Beveiliging en privacy' in Systeemvoorkeuren kun je opties instellen om de vertrouwelijke gegevens op je Mac te beveiligen. Zie Hoe werkt FileVault-codering? voor meer informatie.
Om dit paneel te openen, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik je op 'Beveiliging en privacy' en klik je vervolgens op 'FileVault'.
Schakel FileVault in | Klik hierop om alle informatie die zich momenteel op de opstartschijf bevindt op veilige wijze te coderen. Nieuwe informatie wordt gecodeerd en gedecodeerd op het moment dat deze wordt gelezen van of weggeschreven naar de opslageenheid. De initiële codering kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die is opgeslagen. Je kunt je Mac echter blijven gebruiken terwijl de codering wordt uitgevoerd. Wanneer je codering inschakelt, moeten alle gebruikers inloggen met een inlogwachtwoord. Wanneer je FileVault voor het eerst inschakelt, moet je aangeven hoe je de opstartschijf wilt ontgrendelen als je je inlogwachtwoord vergeet: met je iCloud-account en -wachtwoord of met een herstelcode die voor jou wordt aangemaakt. Als je ervoor kiest om een herstelcode te gebruiken, moet je de herstelcode noteren en ervoor zorgen dat je hem altijd kunt terugvinden. Je kunt ook andere gebruikers toevoegen die de informatie op je Mac mogen ontgrendelen en benaderen. |
Schakel FileVault uit | Klik hierop om de gecodeerde informatie op je Mac te decoderen en het coderen van nieuwe informatie te stoppen. |
Schakel gebruikers in | Klik hierop om in te stellen dat gebruikers bij het opstarten kunnen inloggen en de gecodeerde informatie op de Mac kunnen ontgrendelen. Gebruikers die niet zijn ingeschakeld, kunnen de Mac pas gebruiken nadat een beheerder is ingelogd. |
Vergrendel | Hiermee kun je de instellingen in het paneel 'Beveiliging en privacy' in Systeemvoorkeuren vergrendelen of ontgrendelen. Klik op het hangslot om het te ontgrendelen en typ vervolgens de naam en het wachtwoord van een beheerder. |