Het bedieningspaneel gebruiken en aanpassen op de iPhone
Via het bedieningspaneel op de iPhone heb je direct toegang tot handige regelaars voor bijvoorbeeld de vliegtuigmodus, 'Niet storen', een zaklamp, het volume en de helderheid van het scherm.
Het bedieningspaneel openen
Voer een van de volgende stappen uit om het bedieningspaneel te openen:
Op een iPhone met Face ID: Veeg omlaag vanaf de rechterbovenhoek van het scherm.
Je kunt naar specifieke groepen regelaars springen door omlaag te vegen over de symbolen aan de rechterkant van het scherm. Veeg omhoog over de symbolen om naar de eerste groep terug te gaan.
Om het bedieningspaneel te sluiten, veeg je omhoog vanaf het midden onder in het scherm.
Op een iPhone met een thuisknop: Veeg omhoog vanaf de onderkant van het scherm. Als je omhoog blijft vegen, zie je meer groepen regelaars.
Om het bedieningspaneel te sluiten, druk je op de thuisknop.
Toegang tot meer regelaars in het bedieningspaneel
Veel regelaars bieden aanvullende opties. Houd je vinger op een regelaar om de beschikbare opties te zien. Je kunt bijvoorbeeld het volgende doen in het bedieningspaneel:
Houd je vinger op de groep regelaars linksbovenin en tik vervolgens op
om de AirDrop-opties weer te geven.
Houd je vinger op
om een selfie te maken, een video op te nemen of een foto te maken.
Regelaars aanpassen
Je kunt de regelaars in het bedieningspaneel anders rangschikken, toevoegen en verwijderen.
Tik op
linksboven in het bedieningspaneel om de regelaars te gaan wijzigen.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Regelaars anders rangschikken: Sleep een regelaar naar een andere plek.
Een regelaar of reeks regelaars verwijderen: Tik op
linksboven op de regelaar.
De grootte van een regelaar aanpassen: Sleep de greep rechtsonder op de regelaar.
Meer regelaars toevoegen: Tik onder in het scherm op 'Voeg een regelaar toe' om het bedieningsoverzicht te openen en tik vervolgens op een regelaar om deze aan het bedieningspaneel toe te voegen.
Wanneer je klaar bent met je aanpassingen, sluit je het bedieningspaneel door vanaf middenonder in het scherm omhoog te vegen.
Een aangepaste groep regelaars toevoegen
Je kunt een nieuwe groep regelaars aan het bedieningspaneel toevoegen.
Tik op
linksboven in het scherm.
Tik op het onderste symbool (de kleine cirkel) langs de rechterkant van het scherm.
Tik onder in het scherm op 'Voeg een regelaar toe' om het bedieningsoverzicht te openen.
Tik op een regelaar in het bedieningsoverzicht om deze aan de groep toe te voegen.
Om de nieuwe groep regelaars verder aan te passen, voer je een of meer van de volgende stappen uit:
Regelaars anders rangschikken: Sleep een regelaar naar een andere plek.
Een regelaar of reeks regelaars verwijderen: Tik op
linksboven op de regelaar.
De grootte van een regelaar aanpassen: Sleep de greep rechtsonder op de regelaar.
Meer regelaars toevoegen: Tik onder in het bedieningspaneel op 'Voeg een regelaar toe' om het bedieningsoverzicht te openen en tik vervolgens op een andere regelaar om deze aan het bedieningspaneel toe te voegen.
Wanneer je klaar bent met je aanpassingen, sluit je het bedieningspaneel door vanaf middenonder in het scherm omhoog te vegen.
De verbinding met een wifinetwerk tijdelijk verbreken
Tik in het bedieningspaneel op . Tik er nogmaals op om de verbinding met het netwerk te herstellen.
Houd je vinger op om de naam van het verbonden wifinetwerk te zien.
Omdat wifi niet wordt uitgeschakeld wanneer je de verbinding met een netwerk verbreekt, blijven AirPlay en AirDrop actief en maakt de iPhone verbinding met een bekend netwerk wanneer je van locatie verandert of de iPhone opnieuw opstart. Om wifi uit te schakelen, tik je in Instellingen op 'Wifi'. (Om wifi via het bedieningspaneel weer in te schakelen, tik je op
.) Zie iPhone-instellingen voor reizen kiezen voor informatie over het in- en uitschakelen van wifi in het bedieningspaneel terwijl de vliegtuigmodus actief is.
De verbinding met Bluetooth-apparaten tijdelijk verbreken
Tik in het bedieningspaneel op . Tik er nogmaals op om verbindingen toe te staan.
Doordat Bluetooth® niet wordt uitgeschakeld wanneer je de verbinding met apparaten verbreekt, zijn 'Nauwkeurigheid locatie' en andere voorzieningen nog steeds ingeschakeld. Om Bluetooth uit te schakelen, tik je in Instellingen op 'Bluetooth' en schakel je 'Bluetooth' uit. Om Bluetooth via het bedieningspaneel weer in te schakelen, tik je op
. Zie iPhone-instellingen voor reizen kiezen voor informatie over het in- en uitschakelen van Bluetooth in het bedieningspaneel terwijl de vliegtuigmodus actief is.
De toegang tot het bedieningspaneel in apps uitschakelen
Tik in Instellingen op 'Bedieningspaneel' en schakel 'Toegang vanuit apps' uit.