Met cameraopties van de iPhone je foto configureren
Voordat je een foto maakt, kun je de opname aanpassen en verbeteren met de cameraopties op je iPhone.
De scherpstelling en belichting van de camera aanpassen
Voordat je een foto maakt, past de iPhone-camera automatisch de scherpstelling en de belichting aan en wordt door middel van gezichtsherkenning de belichting van meerdere gezichten in balans gebracht. Je kunt als volgt handmatig de scherpstelling en belichting aanpassen:
Open Camera
op je iPhone.
Tik op het scherm om het kader voor automatische scherpstelling en belichting zichtbaar te maken.
Tik op de plaats in het camerabeeld waarop je wilt scherpstellen.
Sleep
naast het scherpstelkader omhoog of omlaag om de belichting aan te passen.
Tip: Om je handmatige scherpstelling en belichting voor volgende foto's te vergrendelen, houd je je vinger op het scherpstelgebied totdat 'AE/AF-vergrendeling' wordt weergegeven. Tik op het scherm om de instellingen te ontgrendelen.
Druk op iPhone 16-modellen tweemaal zacht op de cameraregelaar om een overlay met de beschikbare camera-instellingen te openen. Schuif je vinger op de cameraregelaar naar de belichtingsinstelling en druk er zacht op om deze optie te selecteren. Schuif je vinger om de belichting aan te passen.
De belichtingsinstelling vergrendelen
Op de iPhone 11 en nieuwere modellen kun je de belichtingsinstelling vergrendelen voor volgende foto's.
Open Camera
op je iPhone.
Tik op
.
Tik op
en sleep de schuifknop om de belichting aan te passen.
De belichting is nu vergrendeld totdat je Camera weer opent. Om de belichtingsregeling te bewaren, zodat deze niet wordt teruggezet als je Camera weer opent, tik je in Instellingen
op 'Camera' > 'Bewaar instellingen' en schakel je 'Belichtingsaanpassing' in.
De flitser in- of uitschakelen
De iPhone-camera is standaard ingesteld om automatisch de flitser te gebruiken wanneer dit nodig is. Om handmatig de flitser te bedienen voordat je een foto maakt, voer je de volgende stap uit:
Open Camera
op je iPhone.
Voer een van de volgende stappen uit:
Tik op
om de automatische flitser in of uit te schakelen.
Tik op
en tik vervolgens op
onder de beeldweergave om 'Auto', 'Aan' of 'Uit' te kiezen.
Een foto maken met een filter
Op ondersteunde modellen kun je een filter gebruiken om een kleureffect toe te passen op je foto.
Open Camera
op je iPhone.
Zorg dat de foto- of portretmodus actief is; zie Schakelen tussen cameramodi.
Tik op
en tik vervolgens op
.
Veeg onder het camerabeeld naar links of naar rechts om de filters te bekijken. Tik op een filter om het toe te passen.
Tik op de sluiterknop om de foto te maken met het filter dat je hebt gekozen.
Je kunt de filters in een foto verwijderen of wijzigen in de Foto's-app. Zie Filtereffecten toepassen.
Gebruik op iPhone 16-modellen fotografische stijlen in plaats van filters om je foto's een ander uiterlijk te geven.
De zelfontspanner gebruiken
Je kunt de zelfontspanner instellen op de iPhone-camera zodat je tijd hebt om zelf in beeld te komen.
Open Camera
op je iPhone.
Tik op
.
Tik op
en kies '3s' of '10s'.
Tik op de sluiterknop om de timer te starten.
Een raster en niveau gebruiken om opnames uit te lijnen
Als je een raster of niveau op het camerascherm wilt weergeven om je te helpen de opname uit te lijnen, tik je in Instellingen op 'Camera' en schakel je 'Raster' en 'Niveau' in.
Nadat je een foto hebt gemaakt, kun je de bewerkingsfuncties in de Foto's-app gebruiken om foto's verder recht te zetten en het horizontale en verticale perspectief aan te passen. Zie Een foto of video rechtzetten en het perspectief aanpassen.