Het paneel 'Wifi' van het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren
In het paneel 'Wifi' van het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren op de Mac kun je een wifiverbinding configureren en beheren.
Status | Hier kun je zien of er verbinding is met een wifinetwerk. Je kunt wifi hier ook in- en uitschakelen. | ||||||||||
Netwerknaam | Kies een netwerk uit het venstermenu. Als het netwerk is beveiligd met een wachtwoord, moet je het wachtwoord invoeren. | ||||||||||
Verbind automatisch met dit netwerk | Schakel dit aankruisvak in als je automatisch verbinding wilt maken met het opgegeven netwerk. | ||||||||||
Vraag bevestiging voor verbinding met nieuwe netwerken | Schakel dit aankruisvak in als je een bericht wilt zien wanneer er netwerken beschikbaar zijn waarmee je nog niet eerder verbinding hebt gemaakt. | ||||||||||
802.1X | Als er een profiel is geïnstalleerd voor een netwerk dat wordt beveiligd met 802.1X, zie je hier de naam van het netwerk. Klik op 'Verbind' om verbinding te maken met het netwerk. | ||||||||||
Toon wifistatus in menubalk | Met het wifistatussymbool kun je wifi in- of uitschakelen, verbinding maken met een wifinetwerk of een verborgen netwerk, een netwerk opzetten of het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren openen. | ||||||||||
Geavanceerd | Klik op 'Geavanceerd' om netwerkopties in te stellen, zoals TCP/IP-instellingen, DNS, WINS en instellingen voor een proxyserver. |