Opties instellen voor toegankelijkheid
Als je slecht ziet, slecht hoort of moeite hebt met het bedienen van je computer, kun je opties instellen in het paneel 'Toegankelijkheid' in Systeemvoorkeuren om gemakkelijker met je Mac te kunnen werken.
Je opent het paneel door Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' te kiezen en vervolgens op 'Toegankelijkheid' te klikken.
Open het paneel 'Toegankelijkheid' in Systeemvoorkeuren
Algemeen: Selecteer de onderdelen die je in het paneel met toegankelijkheidsopties wilt opnemen. (Het paneel wordt weergegeven wanneer je op Option + Command + F5 drukt of, als je Mac een Touch Bar heeft, wanneer je drie keer snel achter elkaar op Touch ID drukt.) Als je slechts één optie selecteert, wordt het paneel met toegankelijkheidsopties niet weergegeven. In plaats daarvan wordt de optie meteen in- of uitgeschakeld.
VoiceOver: Luister naar beschrijvingen van wat er op het scherm van je computer wordt weergegeven en gebruik commando's, bewegingen of een brailleleesregel om je Mac te bedienen.
Zoomen: Vergroot onderdelen op het scherm door in te zoomen op het volledige scherm of een gedeelte van het scherm.
Weergave: Pas de schermweergave aan door kleuren om te keren, kleuren te verwijderen, de status en andere informatie aan te geven met vormen in plaats van kleuren, het contrast aan te passen, de doorzichtigheid van achtergronden van macOS te verlagen en de cursor duidelijker zichtbaar te maken. Je kunt ook de beweging van sommige onderdelen op het scherm verminderen.
Spraak: Pas de systeemstem aan, hoor meldingen als er waarschuwingen zijn of als programma's je aandacht nodig hebben en laat geselecteerde tekst voorlezen als je een opgegeven toets indrukt.
Beschrijvingen: Luister naar een beschrijving van visueel materiaal in films, tv-programma's en andere media (indien beschikbaar).
Ondertiteling: Bepaal de stijl van ondertitels, of kies in plaats van gewone ondertiteling voor ondertiteling voor doven en slechthorenden (SDH), indien deze voorziening beschikbaar is.
Audio: Laat het scherm knipperen bij een waarschuwing. Je kunt ook instellen dat stereogeluid als monogeluid wordt afgespeeld.
Dicteren: Je kunt dicteercommando's kiezen en aanmaken die je in combinatie met Verbeterd dicteren kunt gebruiken, zodat je je Mac eenvoudiger kunt besturen en je programma's gemakkelijker kunt gebruiken.
Siri: Je kunt je vragen aan Siri typen in plaats van uitspreken.
Toetsenbord: Voer met grendeltoetsen eenvoudiger speciale toetsen in en voorkom het per ongelijk indrukken van toetsen door 'Toetsvertraging' in te schakelen. Je kunt het toegankelijkheidstoetsenbord inschakelen als alternatief voor een echt toetsenbord en met de stilhoudopties de aanwijzer besturen met een trackingapparaat.
Muis en trackpad: Bestuur de aanwijzer met het numerieke toetsenblok door Muistoetsen te activeren of negeer het trackpad en stel opties voor je trackpad en muis in.
Schakelaarbediening: Activeer schakelbediening en gebruik een of meer hulpmiddelen om tekst in te voeren en je Mac te besturen. Gebruik de paneeleditor om speciale panelen aan te maken waardoor je eenvoudiger je favoriete programma's en games kunt gebruiken.
Andere Systeemvoorkeuren, zoals Beeldschermen, Geluid, Toetsenbord, Trackpad en Muis, bieden mogelijk nog meer handige opties.