Exporteren naar PowerPoint of een andere bestandsstructuur in Keynote op de Mac
Om een kopie van een Keynote-presentatie in een andere structuur te bewaren, exporteer je de presentatie naar de nieuwe structuur. Dit is handig wanneer je de presentatie naar iemand moet sturen die andere software gebruikt. Wijzigingen die in de geëxporteerde presentatie worden aangebracht, worden niet in het origineel doorgevoerd. Ook de laatst gebruikte exportinstellingen worden in Keynote onthouden.
Opmerking: Als voor het oorspronkelijke bestand een wachtwoord is ingesteld, geldt dit wachtwoord ook voor kopieën die naar pdf, PowerPoint of Keynote '09 zijn geëxporteerd. Je kunt het wachtwoord echter wijzigen of verwijderen.
Een kopie van een Keynote-presentatie in een andere structuur bewaren
Ga op de Mac naar de Keynote-app en open de presentatie die je wilt exporteren.
Kies 'Archief' > 'Exporteer naar' > [bestandsstructuur] (uit het Archief-menu boven in het scherm).
Exportinstellingen opgeven:
Pdf: Je kunt deze bestanden openen en soms ook wijzigen met apps als Voorvertoning en Adobe Acrobat. Elke dia wordt op een aparte pagina van de pdf weergegeven. Als je de presentatornotities en overgeslagen dia's in de pdf wilt opnemen, schakel je de desbetreffende aankruisvakken in. Als je 'Druk elk animatiestadium af' selecteert, wordt elke animatie op een eigen pagina afgedrukt, in dezelfde volgorde waarin de animaties in de presentatie verschijnen. Om opmerkingen op te nemen in het pdf-bestand, schakel je het aankruisvak 'Inclusief opmerkingen' in.
Klik op het pop‑upmenu 'Beeldkwaliteit' en kies een optie (hoe hoger de beeldkwaliteit, hoe groter het bestand). Als je beschrijvingen van afbeeldingen, tekeningen, audio of video hebt toegevoegd voor hulptechnologie zoals VoiceOver, worden deze automatisch geëxporteerd. Als je toegankelijkheidstags voor grote tabellen wilt opnemen, klik je op 'Geavanceerde opties' en kies je 'Aan'.
Opmerking: Om meer opties voor pdf's weer te geven, klik je op 'Annuleer' en kies je 'Archief' > 'Druk af'. Klik vervolgens onderaan in de afdrukopties op 'Toon details'.
PowerPoint: Deze bestanden kunnen in Microsoft PowerPoint in de .pptx-structuur worden geopend en gewijzigd.
Film: Als je commentaar hebt opgenomen dat je aan de diavoorstelling wilt toevoegen, klik je op het pop‑upmenu 'Afspelen' en kies je 'Opname diavoorstelling'.
Om een diavoorstelling te exporteren die automatisch wordt afgespeeld, klik je op het pop‑upmenu 'Afspelen' en selecteer je 'Speel automatisch af'. Als je slechts een deel van de presentatie wilt exporteren, selecteer je 'Van' en geef je het nummer van de eerste en de laatste dia op. De film gaat naar de volgende dia of animatie op basis van de tijdsintervallen die je in de timingregelaars hebt ingevoerd. Als je een animatie hebt die is ingesteld om te volgen op een vorige animatie of overgang, is het ingevoerde tijdsinterval niet van invloed.
Klik op het pop‑upmenu 'Resolutie' en kies een resolutie. Om een aangepaste resolutie in te stellen, klik je onder in het menu op 'Aangepast' en voer je waarden in de velden in. Met de regelaars onder 'Geavanceerde opties' kun je ook een nieuwe beeldsnelheid en filmstructuur en een nieuw kleurbereik selecteren of de achtergrond van de dia's doorzichtig maken (mogelijk moet je op 'Geavanceerde opties' klikken om deze regelaars weer te geven).
Geanimeerde GIF: Je kunt geselecteerde dia's als een geanimeerd GIF-bestand exporteren, dat je vervolgens kunt versturen of publiceren. Zie Een geanimeerde GIF aanmaken.
Afbeeldingen: Kies de dia's die je wilt exporteren als afbeeldingen en selecteer een afbeeldingsstructuur voor je dia's. Hoe hoger de kwaliteit van de afbeelding, des te groter het bestand.
HTML: Als je het index.html-bestand opent, wordt je presentatie in een webbrowser geopend. Animaties worden eveneens geëxporteerd met je presentatie.
Keynote '09: Je kunt bestanden in deze structuur openen met Keynote 5.0 tot en met 5.3.
Als er een wachtwoordoptie beschikbaar is, voer je een van de volgende stappen uit:
Een wachtwoord instellen: Schakel het aankruisvak 'Vraag om wachtwoord bij openen' in en voer vervolgens een wachtwoord in. Dit wachtwoord geldt alleen voor de geëxporteerde kopie.
Het wachtwoord van de oorspronkelijke presentatie behouden: Controleer of het aankruisvak 'Vraag om wachtwoord bij openen' is ingeschakeld.
Een ander wachtwoord gebruiken voor de geëxporteerde kopie: Schakel het aankruisvak 'Vraag om wachtwoord bij openen' in, klik op 'Wijzig wachtwoord' en stel vervolgens een nieuw wachtwoord in.
De kopie zonder wachtwoord exporteren: Schakel het aankruisvak 'Vraag om wachtwoord bij openen' uit.
Klik op 'Bewaar' en typ een naam voor de presentatie (zonder de bestandsnaamextensie zoals .pdf of .ppt; deze wordt automatisch aan de naam toegevoegd).
Voer een of meer tags in (optioneel).
Klik op het pop‑upmenu 'Locatie' om aan te geven waar je de presentatie wilt bewaren. Kies een locatie en klik vervolgens op 'Exporteer'.