Tekenstijlen aanmaken en gebruiken in Keynote op de Mac
Een tekenstijl is een verzameling lettertypekenmerken, zoals grootte, kleur en stijl (bijvoorbeeld vet, cursief en doorgehaald), die de vormgeving van tekst bepaalt. Wanneer je tekst op een bepaalde manier opmaakt, kun je die opmaak bewaren als aangepaste tekenstijl, zodat je deze later eenvoudig op andere tekst in je presentatie kunt toepassen.
Een tekenstijl toepassen
Selecteer de woorden die je wilt opmaken.
Klik op de tab 'Tekst' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Klik in het gedeelte 'Lettertype' op het pop‑upmenu naast 'Tekenstijlen' en kies een stijl.
Een nieuwe tekenstijl aanmaken
Selecteer een of meer van de woorden met de opmaak die je als stijl wilt bewaren.
Klik op de tab 'Tekst' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Klik in het gedeelte 'Lettertype' op het pop‑upmenu naast 'Tekenstijlen' en voer een van de volgende stappen uit:
Een nieuwe stijl aanmaken met een nieuwe naam: Klik op in de rechterbovenhoek van het menu 'Tekenstijlen' en typ een naam voor de stijl.
Een nieuwe stijl aanmaken op basis van een bestaande stijl: Plaats de aanwijzer op de stijlnaam in de lijst, klik op de pijl die wordt weergegeven en kies 'Herdefinieer volgens selectie' (tekens waarop de oorspronkelijke stijl is toegepast, worden niet gewijzigd).
Typ een naam voor de stijl.
Opmerking: Om een tekenstijl aan te maken op basis van tekst met een achtergrondkleur, selecteer je niet de volledige alinea of koptekst, maar alleen een deel van de tekst.
Een tekenstijl bijwerken of ongedaan maken
Als je de weergave wijzigt van tekens waarop een tekenstijl is toegepast, verschijnt een sterretje en in sommige gevallen een knop 'Werk bij' naast de naam van de stijl in het pop‑upmenu 'Tekenstijlen'. Dit geeft aan dat de stijl een opheffing bevat voor die tekens.
Als je de opheffingen wilt bewaren zonder de stijl bij te werken, doe je niets. Je wijzigingen in de tekst blijven behouden en er verschijnt een sterretje naast de naam van de tekenstijl wanneer je de tekst selecteert.
Als je de opheffingen niet wilt bewaren, kun je de oorspronkelijke tekenstijl herstellen, de tekenstijl bijwerken met je wijzigingen of de opheffingen gebruiken om een nieuwe tekenstijl aan te maken.
Selecteer een of meer woorden met de tekenstijl die je hebt gewijzigd.
Klik op de tab 'Tekst' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Klik op de knop 'Stijl' boven in de navigatiekolom.
Klik in het gedeelte 'Lettertype' op het pop‑upmenu naast 'Tekenstijlen'.
Voer een van de volgende stappen uit:
De stijl bijwerken om de opheffingen te gebruiken: Klik op de knop 'Werk bij' (indien aanwezig) of plaats de aanwijzer op de naam van de stijl, klik op de pijl die wordt weergegeven en kies 'Herdefinieer volgens selectie'. Alle tekst in de presentatie waarin de stijl wordt gebruikt, wordt eveneens bijgewerkt.
De opheffing verwijderen: Klik op de naam van de stijl in de lijst. De wijzigingen waardoor de opheffing is veroorzaakt, worden verwijderd.
Een tekenstijl een nieuwe naam geven
Klik in de tekst en klik vervolgens op de tab 'Tekst' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Klik op de knop 'Stijl' boven in de navigatiekolom.
Klik in het gedeelte 'Lettertype' op het pop‑upmenu naast 'Tekenstijlen'.
Plaats de aanwijzer op de stijlnaam, klik op de pijl die wordt weergegeven en kies 'Wijzig stijlnaam'.
Typ een nieuwe naam voor de stijl.
Een tekenstijl verwijderen
Klik in de tekst en klik vervolgens op de tab 'Tekst' in de navigatiekolom 'Opmaak' .
Klik op de knop 'Stijl' boven in de navigatiekolom.
Klik in het gedeelte 'Lettertype' op het pop‑upmenu naast 'Tekenstijlen'.
Plaats de aanwijzer op de stijlnaam, klik op de pijl die wordt weergegeven en kies 'Verwijder stijl'.
Als de stijl in de presentatie wordt gebruikt, zie je een waarschuwing en kies je een vervangende stijl.
Als je een tekenstijl vaak gebruikt, kun je een toetscombinatie aanmaken om de stijl toe te passen.