Gebruikershandleiding Numbers voor de iPad
- Welkom
- Nieuw
-
- Aan de slag met Numbers
- Informatie over afbeeldingen, diagrammen en andere objecten
- Een spreadsheet aanmaken
- Spreadsheets openen
- Onbedoelde wijzigingen voorkomen
- Sjablonen aanpassen
- Werkbladen gebruiken
- Wijzigingen ongedaan maken of opnieuw toepassen
- Een spreadsheet bewaren
- Een spreadsheet zoeken
- Een spreadsheet verwijderen
- Een spreadsheet afdrukken
- De achtergrond van een werkblad wijzigen
- Tekst en objecten van of naar apps kopiëren
- De knoppenbalk aanpassen
- Basisinformatie over touchscreens
- De Apple Pencil gebruiken in Numbers
-
- Een spreadsheet versturen
- Informatie over samenwerking
- Anderen uitnodigen om samen te werken
- Samenwerken aan een gedeelde spreadsheet
- De nieuwste activiteit in een gedeelde spreadsheet bekijken
- De instellingen van een gedeelde spreadsheet wijzigen
- Een spreadsheet niet meer delen
- Gedeelde mappen en samenwerking
- Box gebruiken om samen te werken
- Copyright
Snel de som, het gemiddelde en andere waarden berekenen in Numbers op de iPad
Je kunt berekeningen in een tabel uitvoeren zonder dat je een formule of functie hoeft in te voegen.
Snelle berekeningen uitvoeren voor een celbereik
Ga op de iPad naar de Numbers-app .
Selecteer in een spreadsheet de kolom of de rij (of het bereik met cellen) waarvan je de berekeningen wilt bekijken.
Tik op onder in het scherm en tik vervolgens op de formule die je wilt gebruiken.
Als je een hele rij hebt geselecteerd, tik je op of en tik je vervolgens op de formule die je wilt gebruiken.
Het resultaat van de formule verschijnt aan het einde van de selectie.
De formule-editor als rekenmachine gebruiken
Je kunt getalswaarden in formules invoeren om berekeningen te maken, net als met een rekenmachine.
Ga op de iPad naar de Numbers-app .
Tik in een spreadsheet op een lege cel waarin je een formule wilt toevoegen en typ het isgelijkteken (=) om de formule-editor te openen.
Typ de vergelijking die je wilt berekenen door waarden en rekenkundige operatoren (zoals +, -, * en /) op te geven.
Als je bijvoorbeeld het isgelijkteken (=) in de formule-editor typt gevolgd door "1+1", wordt 2 als resultaat in de cel geretourneerd. Je kunt ook haakjes gebruiken: als je 4+6*(3-1) typt, wordt 16 als resultaat in de cel geretourneerd.