Tekst selecteren in Pages op de iPad
Je selecteert tekst als je de opmaak ervan wilt wijzigen of de tekst bijvoorbeeld wilt verplaatsen of kopiëren. Je kunt elke hoeveelheid tekst selecteren, van tekens tot woorden tot alinea's, en de tekst kan al dan niet aaneengesloten zijn. Met het selecteren van niet-aaneengesloten tekst kun je eenvoudig dezelfde bewerking uitvoeren op specifieke tekstselecties in het hele document.
Voordat je tekst in een tekstvak, vorm of tabelcel, een tekstveld voor een titel of bijschrift of een tekstveld voor kop- of voettekst kunt selecteren, moet je het invoegpunt in het object of het tekstveld plaatsen. Het invoegpunt is de knipperende verticale lijn die aangeeft waar de tekst die je typt zal verschijnen.
Het invoegpunt plaatsen
Je plaatst het invoegpunt om aan te geven waar je wilt beginnen met typen of het selecteren van tekst.
Opmerking: Als je in een leeg paginalay-outdocument werkt, moet je een tekstvak, vorm of tabel aan de pagina toevoegen voordat je het invoegpunt kunt plaatsen.
Voer in de wijzigingsweergave van een document een van de volgende stappen uit:
Ga op de iPad naar de Pages-app .
Open een document in de wijzigingsweergave en voer een van de volgende stappen uit:
Het invoegpunt plaatsen: Tik dubbel op het object of het veld. Als er tekst in staat, wordt er een woord geselecteerd. Tik vervolgens op de plek waar je het invoegpunt wilt plaatsen.
Het invoegpunt verplaatsen: Sleep het invoegpunt naar de gewenste positie. Op een iPad kun je ook twee vingers over het toetsenbord slepen en je vingers van het scherm halen zodra het invoegpunt op de gewenste positie staat.
Opmerking: Je kunt een invoegpunt niet in plaatsaanduidingstekst zetten. Zodra je dubbel op de plaatsaanduidingstekst tikt, wordt de tekst vervangen door het invoegpunt.
Tekst selecteren
Ga als volgt te werk om tekst te selecteren:
Ga op de iPad naar de Pages-app .
Open een document en ga als volgt te werk om tekst te selecteren:
Een woord selecteren: Tik er dubbel op.
Een alinea selecteren: Tik drie keer in de alinea.
Een stuk tekst selecteren: Tik dubbel op een woord en verplaats de sleeppunten om meer of minder tekst te selecteren. Sleep voorbij het einde van de alinea, zodat eventuele opmaaktekens (zogeheten onzichtbare tekens) ook worden geselecteerd.
Niet-aaneengesloten tekst selecteren: Houd de Command-toets op een verbonden toetsenbord ingedrukt terwijl je met een trackpad of muis twee of meer niet-aangrenzende woorden of tekstblokken selecteert.
Om een deel van de niet-aaneengesloten selecties ongedaan te maken, houd je de Command-toets ingedrukt en selecteer je de tekst die je wilt uitsluiten.
Tip: Je kunt ook twee vingers over het schermtoetsenbord slepen om het invoegpunt te verplaatsen. Tik vervolgens eenmaal met twee vingers op het toetsenbord om een woord te selecteren, tweemaal om een zin te selecteren of driemaal om een alinea te selecteren.
Je kunt een bereik met aaneengesloten tekst of meerdere niet-aaneengesloten tekstblokken alleen binnen hetzelfde gedeelte van een document selecteren, bijvoorbeeld binnen de hoofdtekst van het document of binnen één tekstvak, vorm of tabelcel.
Om alle tekstselecties ongedaan te maken, tik je ergens op de pagina buiten een selectie.