
Linialen gebruiken in Numbers op de Mac
Je kunt linialen tonen om je te helpen bij het plaatsen en uitlijnen van objecten en de linialen verbergen als je ze niet nodig hebt.
Linialen tonen of verbergen
Klik op
in de knoppenbalk en kies vervolgens 'Toon linialen' of 'Verberg linialen'.
Liniaaleenheden wijzigen
Als je een voorkeurseenheid instelt voor linialen, geldt die voor alle werkbladen. Je kunt de voorkeursinstelling op elk gewenst moment wijzigen, ook als je een werkblad hebt geopend.
Als je geen liniaal ziet, klik je op in de knoppenbalk en kies je 'Toon liniaal'.
Kies 'Numbers' > 'Voorkeuren' (uit het Numbers-menu boven in het scherm) en klik op 'Linialen' boven in het voorkeurenvenster.
Klik op het venstermenu 'Eenheid liniaal' en kies 'Punt', 'Centimeter' of 'Inch'.
De positie (coördinaten) weergeven
Kies 'Numbers' > 'Voorkeuren' (uit het Numbers-menu boven in het scherm) en klik op 'Linialen' boven in het voorkeurenvenster.
Schakel het aankruisvak 'Toon grootte en positie bij verplaatsing objecten' in.