De knoppenbalk en navigatiekolom van de Finder aanpassen op de Mac
Er zijn verschillende manieren om de Finder-knoppenbalk en de Finder-navigatiekolom aan te passen.
De knoppenbalk aanpassen
Klik op je Mac op het Finder-symbool in het Dock om een Finder-venster te openen.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
De knoppenbalk tonen of verbergen: Kies 'Weergave' > 'Verberg knoppenbalk' of 'Weergave' > 'Toon knoppenbalk'.
Als de knoppenbalk wordt verborgen, wordt tevens de navigatiekolom verborgen en wordt de statusbalk van de onderkant naar de bovenkant van het venster verplaatst.
De knoppenbalk vergroten of verkleinen: Als je aan de rechterkant van de knoppenbalk punthaken ziet, is het venster te klein om alle onderdelen in de knoppenbalk weer te geven. Je kunt het venster groter maken of op de punthaken klikken om de rest van de onderdelen zichtbaar te maken.
De inhoud van de knoppenbalk wijzigen: Kies 'Weergave' > 'Pas knoppenbalk aan'. Je kunt onderdelen naar of uit de knoppenbalk slepen, ruimte toevoegen tussen onderdelen en aangeven of bij de symbolen tekst moet worden weergegeven.
De onderdelen in de knoppenbalk herschikken: Houd de Command-toets ingedrukt en sleep een onderdeel naar een nieuwe locatie.
Een bestand of een programma toevoegen: Houd de Command-toets ingedrukt en sleep het onderdeel naar de Finder-knoppenbalk totdat er een groen plusteken verschijnt.
Een onderdeel verwijderen: Houd de Command-toets ingedrukt en sleep het onderdeel uit de knoppenbalk.
De navigatiekolom aanpassen
Klik op je Mac op het Finder-symbool in het Dock om een Finder-venster te openen.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
De navigatiekolom tonen of verbergen: Kies 'Weergave' > 'Verberg navigatiekolom' of 'Weergave' > 'Toon navigatiekolom'. (Als de optie 'Toon navigatiekolom' gedimd is, kies je 'Weergave' > 'Toon knoppenbalk'.)
De navigatiekolom vergroten of verkleinen: Sleep de scheidingslijn naar rechts of naar links.
De inhoud van de navigatiekolom wijzigen: Kies 'Finder' > 'Voorkeuren', klik op 'Navigatiekolom' en schakel de gewenste onderdelen in of uit.
De volgorde van onderdelen in de navigatiekolom wijzigen: Sleep een onderdeel naar een nieuwe locatie.
Alle onderdelen in een gedeelte van de navigatiekolom tonen of verbergen: Plaats de aanwijzer op de sectiekop totdat 'Verberg' of 'Toon' verschijnt en klik vervolgens op de knop 'Verberg' of 'Toon'. Als je bijvoorbeeld je favorieten tijdelijk wilt verbergen, plaats je de aanwijzer op de kop 'Favorieten' in de navigatiekolom en klik je op de knop 'Verberg'.
Een map of schijf aan de navigatiekolom toevoegen: Sleep het onderdeel naar het gedeelte 'Favorieten'. Als je het gedeelte 'Favorieten' niet ziet, kies je 'Finder' > 'Voorkeuren' > 'Navigatiekolom' en selecteer je minimaal één onderdeel in het gedeelte Favorieten.
Als je een onderdeel aan de navigatiekolom van de Finder toevoegt, wordt er alleen een snelkoppeling naar het onderdeel aangemaakt. Het onderdeel wordt niet van de oorspronkelijke locatie verplaatst.
Een programma aan de navigatiekolom toevoegen: Houd de Command-toets ingedrukt en sleep het symbool van het programma naar het gedeelte 'Favorieten'.
Een onderdeel verwijderen: Sleep het symbool van het onderdeel uit de navigatiekolom totdat je een grijs kruisje ziet.
De koppeling naar het onderdeel in de navigatiekolom verdwijnt, maar het onderdeel blijft op de oorspronkelijke locatie op je Mac staan.
Om andere Finder-voorkeuren te wijzigen, kies je 'Finder' > 'Voorkeuren'. Zie Finder-voorkeuren wijzigen.
Om het scrolgedrag voor Finder-vensters (en andere vensters) in te stellen, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik je op 'Algemeen'.