Een diagram aanmaken of verwijderen in Keynote voor iCloud
Je kunt gegevens illustreren met een 2D- of interactief diagram. Om een diagram aan te maken, kies je eerst het soort diagram dat je wilt hebben (zoals een kolom, staaf of cirkel) en vervolgens voer je de gegevens voor het diagram in de diagramgegevenseditor in. Als je wijzigingen aanbrengt in de diagramgegevenseditor, wordt het diagram automatisch bijgewerkt.
Opmerking: Als je een presentatie die een 3D-diagram bevat, in Keynote voor iCloud importeert, wordt deze weergegeven als een 2D-diagram maar worden de 3D-gegevens bewaard. Als je later de presentatie opent met de Keynote-app op een Mac, iPhone of iPad, verschijnt het diagram weer in 3D.
Een kolom-, staaf-, lijn-, vlak- of cirkel- of ringdiagram toevoegen
Klik op de knop 'Diagram' in de knoppenbalk, klik op '2D' of 'Interactief', en selecteer dan een type diagram.
Opmerking: Alleen kolom-, staaf-, spreidings- en ballondiagrammen kunnen interactief zijn.
Klik op 'Wijzig gegevens'.
De diagramgegevenseditor wordt weergegeven met tijdelijke gegevens als plaatsaanduiding. Iederen rij gegevens vertegenwoordigt een gegevensreeks die in het diagram wordt uitgezet.
Klik op iedere cel om je eigen gegevens in de diagramgegevenseditor in te voeren.
In de gegevenscellen kun je een getal, een datum of een duur invoeren.
Je kunt wijzigen of rijen of kolommen worden uitgezet als gegevensreeksen, door op een van de knoppen in de rechterbovenhoek van de diagramgegevenseditor te klikken.
Als je de gegevens hebt ingevoerd, klik je op de X in de linkerbovenhoek om de diagramgegevenseditor te sluiten.
Een spreidingsdiagram toevoegen
In spreidingsdiagrammen worden gegevens als punten weergegeven en voor deze diagrammen zijn minimaal twee kolommen of rijen gegevens (x- en y-waarden) nodig om waarden te kunnen uitzetten voor één enkele gegevensreeks.
Standaard maakt iedere gegevensreeks in een spreidingsdiagram gebruik van de waarde op de x-as, en dus hoef je slechts één extra rij of kolom gegevens toe te voegen om een andere gegevensreeks te tonen. Als je kiest voor onafhankelijke waarden op de x-as, moet je twee extra rijen of kolommen (x en y) toevoegen om andere gegevensreeksen te tonen.
Klik op de knop 'Diagram' in de knoppenbalk, klik op '2D' of 'Interactief', en klik vervolgens op het spreidingsdiagram.
Klik op 'Wijzig gegevens'.
De diagramgegevenseditor verschijnt met tijdelijke gegevens (gedeelde waarden op de x-as en drie waarden op de y-as) Iedere gekleurde kolom vertegenwoordigt een gegevensreeks die in het diagram wordt uitgezet.
Je kunt wijzigen of rijen of kolommen worden uitgezet als gegevensreeksen, door op rijen of kolommen in de rechterbovenhoek van de diagramgegevenseditor te klikken.
Als je niet dezelfde waarden op de x-as wilt gebruiken voor elke gegevensreeks, klik dan op de knop 'Instellingen' in de diagramgegevenseditor, maak dan de selectie 'X-waarden delen' ongedaan.
Klik op iedere cel om je eigen x- en y-waarden voor de gegevensreeksen in te voeren.
Om een andere gegevensreeks toe te voegen, typ je een gegevensreeksnaam in de volgende lege kolom (of rij, als je rijen gegevens uitzet) en druk je op de 'Return'-toets.
Als je de gegevens hebt ingevoerd, klik je op de X in de linkerbovenhoek om de diagramgegevenseditor te sluiten.
Een ballondiagram toevoegen
Je kunt een ballondiagram gebruiken om gegevens in drie dimensies uit te zetten. Elke gegevensreeks bevat een derde dimensie voor de relatie tussen de vergeleken waarden (x en y) en een grootte (z). De waarde van de grootte bepaalt het formaat van de ballon.
Standaard maakt iedere gegevensreeks in een ballondiagram gebruik van de waarde op de x-as, en dus hoef je slechts twee extra rijen of kolommen toe te voegen om een andere gegevensreeks te tonen. Als je kiest voor onafhankelijke waarden op de x-as, moet je drie extra rijen of kolommen (x, y en z) toevoegen om andere gegevensreeksen te tonen.
Klik op de knop 'Diagram' in de knoppenbalk, klik op '2D' of 'Interactief', en klik vervolgens op ballondiagram.
Klik op 'Wijzig gegevens'.
De diagramgegevenseditor verschijnt met tijdelijke gegevens (waarden voor de x-as, y-as en grootte). Iedere gekleurde kolom vertegenwoordigt een gegevensreeks die in het diagram wordt uitgezet.
Je kunt wijzigen of rijen of kolommen worden uitgezet als gegevensreeksen, door op rijen of kolommen in de rechterbovenhoek van de diagramgegevenseditor te klikken.
Als je niet dezelfde waarden op de x-as wilt gebruiken voor elke gegevensreeks, klik dan op de knop 'Instellingen' in de diagramgegevenseditor en maak de selectie 'X-waarden delen' ongedaan.
Klik op iedere cel om je eigen waarden voor x, y en grootte voor de gegevensreeksen in te voeren.
Om een andere gegevensreeks toe te voegen, typ je een gegevensreeksnaam in de volgende lege kolom (of rij, als je rijen gegevens uitzet) en druk je op de 'Return'-toets.
Als je de gegevens hebt ingevoerd, klik je op de X in de linkerbovenhoek om de diagramgegevenseditor te sluiten.
Klik op ‘Reeks’ boven in de Opmaak zijbalk rechts, klik in het venstermenu op 'Ballongegevens' en kies vervolgens de ballongrootte (oppervlak of diameter).
Als je ballonnen met een negatieve waarde wilt tonen, schakel je het aankruisvak 'Toon negatieve ballonnen' in.
Een diagram verwijderen
Selecteer het diagram door erop te klikken en druk vervolgens op de 'Delete'-toets.