iPad-gebruikershandleiding
- Welkom
- Nieuw in iOS 12
-
- Uit de sluimerstand halen en ontgrendelen
- Leren werken met basisbewegingen
- Gebaren leren voor modellen met Face ID
- Het beginscherm en apps verkennen
- De instellingen wijzigen
- Een schermfoto maken
- Het volume aanpassen
- De geluiden wijzigen of uitschakelen
- Zoeken
- Het bedieningspaneel gebruiken en aanpassen
- De Vandaag-weergave bekijken en ordenen
- Toegang tot voorzieningen vanuit het toegangsscherm
- Reizen met de iPad
- Schermtijd, toegestaan gebruik en beperkingen instellen
- De iPad synchroniseren met iTunes
- De batterij opladen en controleren
- De betekenis van de statussymbolen
-
- Zoek mijn vrienden
- Je iPhone zoeken
- Meten
-
- iMessage configureren
- Berichten versturen en ontvangen
- Berichten animeren
- Foto's, video's en audio versturen
- iMessage-apps gebruiken
- Animoji en memoji gebruiken
- Een Digital Touch-effect versturen
- Geld versturen en ontvangen met Apple Pay
- Meldingen wijzigen
- Berichten filteren, blokkeren en verwijderen
-
- Foto's en video's bekijken
- Foto's en video's bewerken
- Foto's in albums ordenen
- Zoeken in Foto's
- Foto's en video's delen
- Terugblikken weergeven
- Personen zoeken in Foto's
- Foto's bekijken per locatie
- iCloud-foto's gebruiken
- Foto's delen met Gedeelde albums in iCloud
- Mijn fotostream gebruiken
- Foto's en video's importeren
- Foto's afdrukken
- Aandelen
- Tips
-
- Meegeleverde accessoires bij de iPad
- Bluetooth-apparaten verbinden
- Audio en video naar andere apparaten streamen
- Aansluiten op een tv, projector of monitor
- Audio op meerdere apparaten regelen
- Apple Pencil
- Smart Keyboard en Smart Keyboard Folio gebruiken
- Een Magic Keyboard gebruiken
- AirPrint
- Handoff
- Het universele klembord gebruiken
- Via wifi bellen en gebeld worden
- Instant Hotspot
- Persoonlijke hotspot
- Bestanden uitwisselen met iTunes
-
-
- Aan de slag met toegankelijkheidsvoorzieningen
- Activeringsknoppen voor toegankelijkheid
-
-
- VoiceOver inschakelen en ermee oefenen
- Instellingen voor VoiceOver wijzigen
- VoiceOver-bewegingen
- De iPad bedienen met VoiceOver-bewegingen
- VoiceOver met de rotor bedienen
- Het schermtoetsenbord gebruiken
- Met je vinger schrijven
- VoiceOver bedienen met een Magic Keyboard
- Braille via het scherm invoeren met VoiceOver
- Een brailleleesregel gebruiken
- VoiceOver in apps gebruiken
- Selectie en scherm laten uitspreken, feedback bij typen
- Zoomen
- Vergrootglas
- Weergave-instellingen
- Face ID en aandacht
-
- Begeleide toegang
-
- Belangrijke veiligheidsinformatie
- Belangrijke gebruiksinformatie
- Een app inzoomen om deze schermvullend weer te geven
- Informatie over je iPad opvragen
- Instellingen voor de mobiele verbinding weergeven of wijzigen
- Meer informatie over software en service voor de iPad
- Verklaring van conformiteit (FCC)
- Verklaring van conformiteit ISED Canada
- Informatie over klasse 1 lasers
- Apple en het milieu
- Informatie over gescheiden inzameling en recycling
- Verklaring ENERGY STAR-conformiteit
- Copyright
Aangepaste aanraking gebruiken op de iPad
Als het gebruik van het aanraakscherm of knoppen problemen oplevert, kun je de reactie van de iPad op aanrakingen aanpassen.
Aangepaste aanraking gebruiken
Tik in Instellingen op 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'Aangepaste aanraking'.
Je kunt de volgende instellingen op de iPad aanpassen:
Reageren op aanrakingen van een bepaalde duur: Schakel 'Vasthoudduur' in en tik vervolgens op of om de duur aan te passen (de standaardduur is 0,10 seconden).
Om veegbewegingen uit te voeren zonder te wachten op de opgegeven vasthoudduur, tik je op 'Veeggebaren' en schakel je 'Veeggebaren' in. Je kunt opgeven hoeveel beweging nodig is voordat de beweging wordt gezien als het begin van een veegbeweging.
Meerdere aanrakingen negeren: Schakel 'Negeer herhaling' in en tik vervolgens op of om de hoeveelheid tijd aan te passen die tussen meerdere aanrakingen is toegestaan. Als je het scherm dan snel achter elkaar meerdere keren aanraakt, wordt dit door de iPad als één aanraking gezien.
Reageren op de eerste of laatste plaats die je aanraakt: Kies 'Gebruik positie van eerste aanraking' of 'Gebruik positie van laatste aanraking'.
Als je 'Gebruik positie van eerste aanraking' selecteert, gebruikt de iPad de positie van je eerste tik, bijvoorbeeld wanneer je op een app in het beginscherm tikt. Als je 'Gebruik positie van laatste aanraking' selecteert, registreert de iPad waar je je vinger van het scherm optilt. De iPad reageert op een tikbeweging als je je vinger binnen een bepaalde periode van het scherm optilt. Tik op of om de timing aan te passen. Je apparaat kan op andere bewegingen reageren, zoals slepen, als je langer wacht dan de vasthoudduur die je hebt ingesteld.
Instellen hoe de iPad reageert wanneer je de thuisknop of bovenste knop ingedrukt houdt
Tik in Instellingen op 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'Thuisknop' (modellen met de thuisknop) of 'Bovenste knop' (overige modellen).
Kies 'Siri' of 'Uit'.