Trackpadgebaren op de iPad
Met de Magic Trackpad of de trackpad die in het Magic Keyboard voor de iPad en het Magic Keyboard Folio is geïntegreerd, kun je onder meer apps openen, naar het beginscherm gaan en Slide Over openen (alle trackpads zijn afzonderlijk verkrijgbaar).
Wanneer je iPad zich in de buurt van je Mac (macOS 12.3 of nieuwer vereist op ondersteunde modellen) bevindt, kun je ook een trackpad delen tussen beide apparaten. Veel van de trackpadgebaren in de onderstaande tabellen kunnen ook op Mac-trackpads worden gebruikt.
Trackpadgebaren voor de Magic Trackpad, de Magic Trackpad 2, het Magic Keyboard voor de iPad en het Magic Keyboard Folio
Gebaar | Beschrijving | ||||||||||
![]() | Klikken. Druk met een vinger tot je een klik voelt. | ||||||||||
![]() | Klikken en vasthouden. Houd een vinger op een onderdeel. | ||||||||||
![]() | Slepen. Houd een vinger op een onderdeel en veeg je vinger over de trackpad om het onderdeel te verplaatsen. | ||||||||||
![]() | De iPad uit de sluimerstand halen. Klik op de trackpad. Als je een extern toetsenbord gebruikt, kun je ook op een toets drukken. | ||||||||||
![]() | Het Dock openen. Veeg de aanwijzer met één vinger langs de onderkant van het scherm. | ||||||||||
![]() | Naar het beginscherm gaan. Veeg de aanwijzer met één vinger langs de onderkant van het scherm. Nadat het Dock is verschenen, veeg je de aanwijzer weer langs de onderkant van het scherm. Je kunt ook op de balk onder in het scherm klikken (op een iPad met Face ID). | ||||||||||
![]() | Slide Over openen. Veeg de aanwijzer met één vinger langs de rechterrand van het scherm. Veeg nogmaals naar rechts om Slide Over te verbergen. | ||||||||||
![]() | Het bedieningspaneel openen. Beweeg de aanwijzer met een vinger om de statussymbolen rechtsbovenin te selecteren en klik. Je kunt ook de statussymbolen rechtsbovenin met één vinger selecteren en vervolgens omhoog vegen. | ||||||||||
![]() | Het meldingencentrum openen. Beweeg de aanwijzer met één vinger om de statussymbolen linksbovenin te selecteren en klik. Je kunt de aanwijzer ook met één vinger voorbij de bovenkant van het scherm in het midden bewegen. |
Extra gebaren voor de Magic Trackpad 2, het Magic Keyboard voor de iPad en het Magic Keyboard Folio
Gebaar | Beschrijving | ||||||||||
![]() | Omhoog of omlaag scrollen. Veeg met twee vingers omhoog of omlaag. | ||||||||||
![]() | Naar links of naar rechts scrollen. Veeg met twee vingers naar links of naar rechts. | ||||||||||
![]() | Zoomen. Plaats twee vingers dicht bij elkaar. Beweeg je vingers uit elkaar om in te zoomen of beweeg ze naar elkaar toe om uit te zoomen. | ||||||||||
![]() | Naar het beginscherm gaan. Veeg met drie vingers omhoog. | ||||||||||
![]() | De appkiezer openen. Veeg met drie vingers omhoog en wacht even voordat je je vinger optilt. Je kunt ook vier vingers naar elkaar toe bewegen en even wachten voordat je je vinger optilt. | ||||||||||
![]() | Schakelen tussen geopende apps. Veeg met drie vingers naar links of rechts. | ||||||||||
![]() | De Vandaag-weergave openen. Veeg met twee vingers naar rechts op het beginscherm of het toegangsscherm. | ||||||||||
![]() | Het zoekveld openen vanuit het beginscherm. Veeg met twee vingers omlaag. | ||||||||||
![]() | Secundair klikken. Klik met twee vingers om snelmenutaken weer te geven voor onderdelen, zoals symbolen in het beginscherm, berichten in een postbus en de cameraknop in het bedieningspaneel. Of houd op een extern toetsenbord de Control-toets ingedrukt terwijl je op de trackpad klikt. |