
Automatiseringscurves van sporen weergeven in GarageBand op de Mac
Voordat je automatiseringspunten kunt toevoegen aan de automatiseringscurves van een spoor, moet je de curves van het spoor weergeven. Automatiseringscurves worden boven in de audio- en MIDI-segmenten in het spoor weergegeven, over de hele lengte van het project. Automatisering wordt aangegeven met gekleurde curves en punten.

Nadat je de curves van een spoor hebt weergegeven, kun je aangeven met welke parameter je wilt werken. Hierbij kun je denken aan de volumefader, de panningknop of andere parameters voor extra effecten of beschikbare Smart Controls. Per spoor kun je met meerdere parameters werken. Wanneer je een automatiseringsparameter selecteert, wordt de bijbehorende automatiseringscurve weergegeven. Deze blijft zichtbaar op het spoor nadat je er automatiseringspunten aan hebt toegevoegd.
Het masterspoor heeft automatiseringscurves waarmee je het volume en de panning voor het project als geheel automatiseert. Je kunt ook effectinstellingen voor het masterspoor automatiseren met behulp van de masterautomatiseringscurves. Als je automatiseringscurves voor het project als geheel wilt weergeven en wijzigen, moet je het masterspoor weergeven.