Overzicht van VoiceOver-bewegingen op de Mac
Als je een trackpad hebt en VoiceOver is ingeschakeld, kun je de trackpadcommando's inschakelen. Wanneer de trackpadcommando's zijn ingeschakeld, kun je met behulp van bewegingen door de onderdelen op het scherm navigeren, met deze onderdelen werken en VoiceOver-commando's invoeren.
VoiceOver-bewegingen maak je door met een of meer vingers te slepen, snel te bewegen of te tikken op het trackpad. Ook kun je een draaiende beweging op het trackpad maken. Je kunt verschillende technieken gebruiken voor een beweging. Zo kun je tikken met twee vingers van één hand of met één vinger van elke hand. Je kunt Toetsenbord Help gebruiken om standaardbewegingen en aangepaste bewegingen te oefenen en om te zien wat ze precies doen.
Het trackpad stelt het venster of gebied op het scherm voor waar de VoiceOver-cursor zich bevindt. Wanneer je een vinger over het trackpad sleept, verplaats je de VoiceOver-cursor alleen in dat venster of gebied. Tijdens het verplaatsen van de VoiceOver-cursor worden de onderdelen in de cursor uitgesproken en je hoort een geluidssignaal als er witruimte op het scherm wordt aangetroffen. Aan de hand van deze informatie krijg je een beeld van de locatie van onderdelen op het scherm terwijl je navigeert. Als de cursor bijvoorbeeld op de knoppenbalk van Mail staat, representeert het trackpad de knoppenbalk van Mail. Wanneer je een vinger over het trackpad sleept, verplaats je de VoiceOver-cursor op de knoppenbalk van Mail. Aangezien het trackpad slechts een bepaald gebied voorstelt en niet het volledige scherm, kun je niet per ongeluk in andere gebieden of programma's terechtkomen.
Om de samenwerking met ziende gebruikers te verbeteren, wordt het gedeelte van het scherm waarin je werkt, beter zichtbaar gemaakt door de rest van het scherm te dimmen. Andere samenwerkingsfuncties, zoals het ondertitelpaneel of braillepaneel, kunnen tegelijkertijd met bewegingen van VoiceOver worden gebruikt.