Navigatiecommando's van VoiceOver op de Mac
Met deze commando's kun je onder meer in het scherm, in vensters en op webpagina's navigeren en het volgen van de cursor regelen. "VO" staat voor de speciale VoiceOver-toets.
Opmerking: Als VoiceOver is ingeschakeld, kun je VoiceOver-commando's gebruiken door de Fn- en cijfertoetsen te combineren met de speciale VoiceOver-toets. Zo hoef je de functietoetsen (F1 tot en met F12) niet te gebruiken. Om VoiceOver-programma te openen, kun je bijvoorbeeld op Control + Option + Fn + 8 drukken (in plaats van op Control + Option + F8).
Als je de functietoetsen (F1 tot en met F12) gebruikt, moet je mogelijk de Fn-toets ingedrukt houden, afhankelijk van hoe je bij 'Toetsenbord' in Systeemvoorkeuren de werking van functietoetsen hebt ingesteld.
De VoiceOver-cursor naar boven verplaatsen | VO + Pijl-omhoog |
De VoiceOver-cursor naar beneden verplaatsen | VO + Pijl-omlaag |
De VoiceOver-cursor naar links verplaatsen | VO + Pijl-links |
De VoiceOver-cursor naar rechts verplaatsen | VO + Pijl-rechts |
Naar de bovenkant van het zichtbare gebied (zoals een venster of tekstgebied) gaan waar de VoiceOver-cursor zich bevindt | VO + Shift + Home Op bepaalde toetsenborden moet je op VO + Fn + Pijl-links drukken. |
Naar de onderkant van het zichtbare gebied (zoals een venster of tekstgebied) gaan waar de VoiceOver-cursor zich bevindt | VO + Shift + End Op bepaalde toetsenborden moet je op VO + Fn + Pijl-rechts drukken. |
Naar de bovenkant van het gebied (zoals een venster of tekstgebied) gaan waar de VoiceOver-cursor zich bevindt en zo nodig scrollen | VO + Home Op bepaalde toetsenborden moet je op VO + Shift + Fn + Pijl-links drukken. |
Naar de onderkant van het gebied (zoals een venster of tekstgebied) gaan waar de VoiceOver-cursor zich bevindt en zo nodig scrollen | VO + End Op bepaalde toetsenborden moet je op VO + Shift + Fn + Pijl-rechts drukken. |
Naar de bovenkant van een venster, het eerste onderdeel in het Dock of het eerste onderdeel op het bureaublad gaan, afhankelijk van je locatie | VO + Command + Home Op bepaalde toetsenborden moet je op VO + Command + Fn + Pijl-links drukken. |
Naar de rechterbenedenhoek van een venster, het laatste onderdeel in het Dock of het laatste onderdeel op het bureaublad gaan, afhankelijk van je locatie | VO + Command + End Op bepaalde toetsenborden moet je op VO + Command + Fn + Pijl-rechts drukken. |
Het venster met de VoiceOver-cursor naar de voorgrond halen, waardoor dit het actieve venster wordt | VO + Shift + F2 |
De onderdeelkiezer openen | VO + I |
De rotor openen | VO + U |
Naar het Dock gaan | VO + D |
Naar het bureaublad gaan | VO + Shift + D |
Naar de menubalk gaan | VO + M |
Naar de statusmenu's in de menubalk gaan | VO + M + M |
Een contextueel menu weergeven | VO + Shift + M |
Naar een gekoppeld onderdeel springen (bijvoorbeeld van een e-mailbericht in de berichtenlijst van Mail naar de berichtvoorvertoning) | VO + J |
De in VoiceOver-programma geselecteerde opties voor het volgen van de cursor tijdelijk uit- of inschakelen. Met dit commando worden de instellingen in VoiceOver-programma niet gewijzigd. | VO + Shift + F3 |
De VoiceOver-cursor naar de toetsenbordfocus verplaatsen | VO + Shift + F4 |
De toetsenbordfocus naar de VoiceOver-cursor verplaatsen | VO + Command + F4 |
De VoiceOver-cursor naar de muisaanwijzer verplaatsen | VO + Shift + F5 |
De muisaanwijzer naar de VoiceOver-cursor verplaatsen | VO + Command + F5 |
Van de huidige locatie springen naar een weergegeven invoermethode of autocorrectiepaneel en vervolgens terugspringen naar de oorspronkelijke locatie | VO + Shift + J |
Tekst zoeken | VO + F |
Bij het zoeken naar tekst door de zoekgeschiedenis bladeren | VO + Pijl-omhoog of Pijl-omlaag |
De VoiceOver-cursor in de aangegeven richting verplaatsen, zo nodig met terugloop | VO + Command + Shift + pijltoetsen |
Een hotspot instellen of verwijderen | VO + Shift + [hotspotnummer] |
Naar een hotspot springen | VO + [hotspotnummer] |
Een beschrijving van een hotspot horen | VO + Command + [hotspotnummer] |
Horen wanneer van de waarde van een hotspot verandert in- en uitschakelen | VO + Command + Shift + [hotspotnummer] |
De hotspot-kiezer openen | VO + Shift + X |
Naar de volgende hotspot gaan | VO + ] |
Naar de vorige hotspot gaan | VO + [ |
Terugspringen naar een bovenliggende map | VO + Command + \ |
Naar de sorteerknop in een kolomkoptekst in een tabel springen | VO + | Als de tabel ook een rijkoptekst bevat, wordt een menu weergegeven waarin je een kolom- of rijkoptekst selecteert. Druk op VO + Pijl-rechts totdat je de gewenste koptekst hoort en druk vervolgens op de spatiebalk. |