Met VoiceOver aangepaste labels aanmaken voor gebruikersinterface-elementen op de Mac
Je kunt labelnamen aanmaken of wijzigen voor elementen van de gebruikersinterface (zoals afbeeldingen, knoppen, tabellen en scrolgebieden) en voor koppelingen. Vervolgens kun je je aangepaste labels exporteren naar een bestand om deze te delen met andere gebruikers.
Opmerking: "VO" staat voor de speciale VoiceOver-toets.
Plaats de VoiceOver-cursor op het element of de koppeling waarvoor je een label wilt aanmaken.
Druk op VO + /.
Typ in het dialoogvenster het label dat je wilt gebruiken en druk op de Return-toets.
Wanneer je een aangepast label aanmaakt, worden relevante gegevens van het element of de koppeling en de locatie aan het label gekoppeld. Als het element of de koppeling ingrijpend wordt gewijzigd, wordt het element of de koppeling mogelijk niet meer herkend door VoiceOver. Dit is bijvoorbeeld het geval als het element of de koppeling naar een andere locatie wordt verplaatst. Als dit gebeurt, maak je het aangepaste label opnieuw aan.
Je kunt geen labels aanmaken voor knoppenbalken en groepen.
Wanneer je een voorkeurenbestand importeert dat aangepaste labels bevat, worden deze labels samengevoegd met de huidige set aangepaste labels.