Clients, peers of bovenliggende materiaalcaches configureren op de Mac
Materiaalcaches kunnen clients hebben die de materiaalcache, peer-materiaalcaches en bovenliggende materiaalcaches gebruiken.
Clients configureren
Bij grotere netwerken is het van belang dat de materiaalcache alleen verzoeken ontvangt van clients die zich in de buurt bevinden. Je kunt IP-adressen opgeven van clients die een materiaalcache het beste kan bedienen. Je kunt ook instellen dat de materiaalcache alleen deze clients bedient door de optie 'apparaten in aangepaste lokale netwerken' te kiezen.
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik op 'Delen' en schakel vervolgens 'Materiaalcaching' in.
Open het paneel 'Materiaalcaching' van het paneel 'Delen' in Systeemvoorkeuren
Houd de Option-toets ingedrukt en klik op 'Geavanceerde opties'. Klik vervolgens op 'Clients'.
Klik op het venstermenu 'Bewaar materiaal in cache voor' en kies een van de volgende opties:
Apparaten met hetzelfde publieke IP-adres
Apparaten in dezelfde lokale netwerken
Apparaten in aangepaste lokale netwerken
Apparaten in aangepaste lokale netwerken met fallback
Als je 'apparaten in aangepaste lokale netwerken' of 'apparaten in aangepaste lokale netwerken met fallback' kiest, klik je op de knop met het plusteken en geef je een bereik met lokale IP-adressen van clients op.
Herhaal dit voor elk extra bereik van IP-adressen dat je wilt opgeven.
Klik op het venstermenu 'Mijn lokale netwerken' en kies een van de volgende opties:
Gebruiken één publiek IP-adres
Gebruiken aangepaste publieke IP-adressen
Als je 'gebruiken aangepaste publieke IP-adressen' kiest, klik je op de knop met het plusteken en geef je een bereik met lokale IP-adressen op.
Herhaal dit voor elk extra bereik van IP-adressen dat je wilt opgeven.
Nadat je het adresbereik hebt opgegeven, klik je op de knop 'DNS-configuratie' als je een DNS-TXT-record moet aanmaken. Zie Meerdere materiaalcaches gebruiken voor Apple apparaten.
Klik op 'OK'.
Als je wijzigingen in de clientinstellingen aanbrengt, wordt je aangeraden om de clientapparaten opnieuw op te starten. Wijzigingen worden automatisch door de clientapparaten gedetecteerd, maar dat kan even duren. Als je de clientapparaten echter opnieuw opstart, worden de wijzigingen meteen gedetecteerd.
Peers configureren
Je kunt meerdere materiaalcaches in je netwerk gebruiken. Materiaalcaches in hetzelfde netwerk heten peers en delen materiaal met elkaar.
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik op 'Delen' en schakel vervolgens 'Materiaalcaching' in.
Open het paneel 'Materiaalcaching' van het paneel 'Delen' in Systeemvoorkeuren
Houd de Option-toets ingedrukt en klik op 'Geavanceerde opties'. Klik vervolgens op 'Peers'.
Klik op het venstermenu 'Deel materiaal met' en kies een van de volgende opties:
Materiaalcaches met hetzelfde publieke IP-adres
Materiaalcaches in dezelfde lokale netwerken
Materiaalcaches in aangepaste lokale netwerken
Als je 'Materiaalcaches in aangepaste lokale netwerken' kiest, klik je op de knop met het plusteken en geef je een bereik met lokale IP-adressen van peer-materiaalcaches op.
Herhaal dit voor elk extra bereik van IP-adressen dat je wilt opgeven.
Klik op 'OK'.
Bovenliggende materiaalcaches configureren
Je kunt je materiaalcaches hiërarchisch rangschikken. Deze materiaalcaches heten bovenliggende caches en voorzien de onderliggende caches van materiaal.
Kies op de Mac Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik op 'Delen' en schakel vervolgens 'Materiaalcaching' in.
Open het paneel 'Materiaalcaching' van het paneel 'Delen' in Systeemvoorkeuren
Houd de Option-toets ingedrukt en klik op 'Geavanceerde opties'. Klik vervolgens op 'Parents'.
Klik op de knop met het plusteken en voer het lokale IP-adres van een bovenliggende materiaalcache in.
Herhaal dit voor alle extra IP-adressen die je wilt opgeven.
Selecteer een beleid voor bovenliggende materiaalcaches.
Klik op 'OK'.