De namen van componenten en andere onderdelen op de Mac
Als je niet precies weet hoe een bepaald onderdeel op een Mac wordt genoemd, kun je dit opzoeken in de onderstaande lijst met Windows- en Mac-termen.
Opmerking: Op een draagbare Mac moet je de Fn-toets ingedrukt houden en vervolgens op de andere toetsen van een toetscombinatie drukken. Druk bijvoorbeeld op Fn + Control + F2 in plaats van op Control + F2.
Windows-term | Mac-term | Beschrijving |
---|---|---|
Alt-toets | Option-toets | Om een speciaal teken in te voeren, houd je de Option-toets ingedrukt in combinatie met een toetsenbordletter. Als je bijvoorbeeld "é" wilt invoeren, druk je op Option + E en druk je nogmaals op de E op het toetsenbord. |
Alt-toets | Control + F2 | Om met het toetsenbord menu's te openen in de menubalk boven in het scherm, druk je op Control + F2 en selecteer je vervolgens met de pijltoetsen een menu. Druk op de Return-toets om het geselecteerde menu te openen. Gebruik nogmaals de pijltoetsen en de Return-toets om een menuoptie te kiezen. |
Alt + Tab | Command + Tab | Druk op Command + Tab om van de ene naar de andere actieve app te gaan. Laat de toetsen los als de gewenste app is geselecteerd. |
Alt + Tab | Exposé | Om alle geopende vensters in de huidige app weer te geven, houd je de muisknop ingedrukt op het appsymbool in het Dock. Laat de muisknop of het trackpad los zodra miniatuurafbeeldingen van de vensters worden weergegeven. Druk op de Tab-toets om de vensters van een andere app weer te geven. |
Sluitknop | Sluitknop | Je sluit een venster door op de rode knop linksboven in een venster te klikken. |
Control-toets | Command-toets | Gebruik de Command-toets samen met toetscombinaties om bepaalde taken of commando's snel uit te voeren. Zo kun je doorgaans een document of bestand bewaren door op Command + S te drukken. |
Configuratiescherm | Systeemvoorkeuren | Om de Mac aan te passen, kies je op de Mac Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren'. Je kunt opties instellen om bijvoorbeeld de grootte en locatie van het Dock te wijzigen, een lichte of donkere weergave toe te passen en een andere bureaubladafbeelding te gebruiken. |
Apparaatbeheer | Systeeminformatie | De app Systeeminformatie geeft je gedetailleerde informatie over de hardware en software van je Mac. Kies Apple-menu > 'Over deze Mac'. |
Uitwerptoets op schijfstations | Mediaverwijdertoets | Om de optische-schijfeenheid te openen en te sluiten, druk je op de mediaverwijdertoets ⏏ op het toetsenbord. Om schijven te verwijderen uit andere stationstypen (of als je toetsenbord geen toets heeft voor het verwijderen van schijven), selecteer je de schijf in de Finder en kies je 'Archief' > 'Verwijder <schijfnaam>'. |
Afsluiten | Stop | Als je een app wilt stoppen, kies je 'Stop [appnaam]' uit het appmenu. (Het appmenu is het menu met de naam van de app, bijvoorbeeld Safari of Mail.) |
Flip 3D | Mission Control | Als je alle geopende vensters wilt zien, druk je op de Mission Control-toets (of gebruik je de Control Strip). Je kunt ook op Control + Pijl-omhoog drukken. Als je tijdelijk alle vensters wilt verplaatsen, zodat het bureaublad zichtbaar wordt, druk je tegelijkertijd op de Command-toets en de Mission Control-toets. |
Gadgets | Vandaag | In de Vandaag-weergave in het berichtencentrum staan widgets waarmee je van alles kunt doen, zoals aantekeningen maken, aandelenkoersen in de gaten houden en het weerbericht bekijken. Om het berichtencentrum te openen, klik je op het Berichtencentrum-symbool in de menubalk. |
Microsoft Photo Editor | Foto's | Gebruik de app Foto's om foto's (en video's) te importeren van een iOS- of iPadOS-apparaat of camera, foto's te bekijken en te bewerken, foto's te delen, enzovoort. |
Muis | Muis (één knop) | Als je een muis met één knop hebt en je een contextueel menu wilt openen (in Windows heet dit een "snelmenu"), houd je de Control-toets ingedrukt terwijl je klikt. |
Muis | Magic Mouse, Mighty Mouse of Apple Mouse | Als je een Magic Mouse of een andere muis met verschillende knoppen hebt, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik je op 'Muis' om de knoppen aan te passen. |
'Mijn computer', 'Deze computer' | Kies in de Finder de commando's 'Ga' > 'Computer'. | Je ziet de schijven die met je Mac zijn verbonden, de cd's en dvd's die in de optische-schijfeenheid zijn geplaatst, de netwerkvolumes waarmee je verbinding hebt en eventuele schijfpartities. |
'Mijn documenten', map 'Documenten' | Map 'Documenten' | Gebruik de map 'Documenten' om een document te bewaren. Om de map 'Documenten' te zien, open je een Finder-venster en klik je vervolgens op 'Documenten' in de navigatiekolom. |
'Mijn afbeeldingen', map 'Afbeeldingen' | Afbeeldingen, map | De map 'Afbeeldingen' bevindt zich in je thuismap. Kies in de Finder de commando's 'Ga' > 'Thuismap'. |
Lijst met recente documenten | Recente onderdelen | De namen van de apps en bestanden die je opent, worden bijgehouden in de lijst 'Recente onderdelen' in het Apple-menu. Vanuit de lijst 'Recente onderdelen' kun je apps en documenten snel opnieuw openen. Bij veel apps staat in het Archief-menu een commando 'Open recente bestanden'. Met dit commando geef je een lijst weer met de documenten waaraan je onlangs hebt gewerkt. |
Netwerkverbindingen | Het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren | Om netwerkinstellingen te configureren, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik je op 'Netwerk'. Open het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren Klik op de knop 'Assistentie' in het paneel 'Netwerk' in Systeemvoorkeuren voor informatie over de configuratie of voor tips voor het oplossen van netwerkproblemen. |
Schermtoetsenbord | Toetsenbordweergave | Als je de Toetsenbordweergave wilt openen, klik je in de menubalk op het invoermenu (te herkennen aan het symbool voor het tonen van emoji's en symbolen of een aanduiding van de invoermethode). Klik vervolgens op 'Toon Toetsenbordweergave'. Als het menu niet wordt weergegeven, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren', klik je tweemaal op 'Toetsenbord' en selecteer je 'Toon toetsenbord- en emojiweergave in menubalk'. |
'Prestaties' in het onderdeel 'Systeembeheer' van het Configuratiescherm | Activiteitenweergave | Om de prestaties van je Mac en de processen die daarop worden uitgevoerd te bekijken, open je de app Activiteitenweergave in de map 'Hulpprogramma's' in de map 'Apps'. |
Printers en scanners | Het paneel 'Printers en scanners' in Systeemvoorkeuren | Om printers te selecteren en te configureren, kies je Apple-menu > 'Systeemvoorkeuren' en klik je op 'Printers en scanners'. |
Print Screen | Shift + Command + 3 Shift + Command + 4 | Om een afbeelding van het hele scherm te maken, druk je op Shift + Command + 3. Om een afbeelding van een gedeelte van het scherm te maken, druk je op Shift + Command + 4 en sleep je de aanwijzer om het gedeelte te selecteren. Om Schermafbeelding te openen voor meer opties wanneer je schermafbeeldingen of schermopnamen maakt, druk je op Shift + Command + 5. |
Programmamenu | Launchpad | Klik op het Launchpad-symbool in het Dock om snel toegang te krijgen tot al je apps en hulpprogramma's. (Je kunt ook op in de Control Strip tikken.) |
Eigenschappen | Commando 'Toon info' | Selecteer in de Finder een bestand, map, schijf of ander onderdeel en kies vervolgens 'Archief' > 'Toon info' om informatie over dat onderdeel weer te geven. In het infovenster kun je de eigenaar en bevoegdheden voor het onderdeel instellen. Voor bestanden kun je de app selecteren waarin je het bestand wilt openen. |
Prullenbak | Prullenmand | Bestanden en mappen die je wilt verwijderen, sleep je naar de prullenmand in het Dock. Om de bestanden permanent te verwijderen, kies je 'Finder' > 'Leeg prullenmand'. |
Zoeken | Spotlight | Om bestanden, documenten, apps, e-mail en andere onderdelen op je Mac te zoeken, klik je op het Spotlight-symbool in de menubalk en voer je een of meer woorden in. In veel apps, zoals de Finder, Mail en Contacten, zie je in de knoppenbalk een zoekveld waarmee je snel naar onderdelen in de app kunt zoeken. |
Toetscombinaties | Alias | Om een alias aan te maken, selecteer je het bestand of de app en kies je 'Archief' > 'Maak alias aan'. |
Knipprogramma | Schermafbeelding | Druk op Shift + Command + 5 om 'Schermafbeelding' weer te geven en schermafbeeldingen of schermopnamen te maken van vensters, het hele scherm of een gedeelte van het scherm. |
Stand-by | Sluimerstand | De sluimerstand is bedoeld om energie te besparen. Om de computer in de sluimerstand te zetten, kies je Apple-menu > 'Sluimer'. |
Menu Start en taakbalk | Het Dock | Via het Dock open je je favoriete apps, bestanden, mappen en websites. Standaard verschijnt het Dock onder in het scherm. Om een bestand of map aan het Dock toe te voegen, sleep je het onderdeel naar het Dock en laat je de muisknop los wanneer het onderdeel zich rechts van de scheidingslijn in het Dock bevindt. |
Start-menu | Spotlight | Om bestanden, e-mail en andere onderdelen te vinden, klik je op het Spotlight-symbool in de menubalk. |
Statussymbolen | Statusmenu's | Rechts in de menubalk worden statusmenu's weergegeven als symbolen. Statusmenu's gebruik je onder andere om verbinding te maken met een draadloos netwerk en de status van de batterij van je draagbare Mac te controleren. |
Taakbeheer | Activiteitenweergave | Om de prestaties van je Mac en de processen die daarop worden uitgevoerd te bekijken, open je de app Activiteitenweergave in de map 'Hulpprogramma's' in de map 'Apps'. |
Windows Verkenner | Finder | In de Finder kun je je bestanden, mappen en apps ordenen. Om een Finder-venster te openen, klik je op het bureaublad en kies je 'Archief' > 'Nieuw Finder-venster'. |
Windows Media Player | QuickTime Player Muziek | Met de QuickTime Player-app kun je films en muziek afspelen. Met de Muziek-app kun je muziek-cd's beluisteren, muziek uit de iTunes Store aanschaffen en je persoonlijke digitale muziekbibliotheek samenstellen. |
Windows Movie Maker | iMovie | Met de app iMovie kun je videobeelden van een digitale videocamera downloaden en je eigen films maken. |
Cortana | Siri | Je kunt Siri vragen om allerlei taken voor jou uit te voeren, zoals bestanden of apps openen, of om dingen op te zoeken op je Mac of op het internet. Je kunt de resultaten van Siri bij de hand houden op het bureaublad of in het berichtencentrum. Om Siri te gebruiken, klik je op het Siri-symbool in de menubalk (of gebruik je de Touch Bar). |