DDB
De functie DDB retourneert het afschrijvingsbedrag op activa, gebaseerd op een opgegeven afschrijvingspercentage. Alle argumenten zijn getalswaarden.
DDB(kosten; restwaarde; duur; afschr-periode; afschr-factor)
kosten: De kosten van de activa die moeten worden afgeschreven. kosten wordt vaak opgemaakt als een valutabedrag en moet groter zijn dan of gelijk zijn aan 0. De kosten bestaan meestal uit de aanschafprijs (inclusief BTW), afleveringskosten en instelkosten. Er kunnen mogelijk bepaalde belastingvoordelen in mindering worden gebracht op deze kosten.
restwaarde: De restwaarde van de activa. restwaarde wordt vaak opgemaakt als een valutabedrag en moet groter zijn dan of gelijk zijn aan 0.
duur: Het aantal perioden waarover de activa worden afgeschreven, ook wel de afschrijvingsduur of de verwachte levensduur genoemd. De waarde van duur moet groter zijn dan 0. duur mag een decimaal deel (een gedeelte achter de komma) bevatten (bijvoorbeeld 5,5 voor een afschrijvingsduur van vijfenhalf jaar).
afschr-periode: De periode waarover je de afschrijving wilt berekenen. De waarde van afschr-periode moet groter zijn dan 0. Als afschr-periode een decimaal deel (een gedeelte achter de komma) bevat, wordt dat genegeerd.
afschr-factor: Een optioneel getal dat het afschrijvingspercentage bepaalt. afschr-factor wordt opgegeven als een decimaal getal of als een percentage (met het procentteken). Als je dit argument niet opgeeft, wordt 2 (200%, de "double-declining balance"-methode) gebruikt. Hoe hoger het getal, hoe sneller de afschrijving verloopt. Als je bijvoorbeeld een afschrijvingspercentage van anderhalf keer de lineaire afschrijving wilt gebruiken, geef je 1,5 of 150% op.
Opmerkingen
Welke valuta in deze functie wordt weergegeven, wordt bepaald door de instellingen in 'Taal en regio' (in Systeemvoorkeuren in macOS en in Instellingen in iOS en iPadOS) of de instellingen bij 'Tijdzone / regio' in iCloud-instellingen.
Voorbeelden |
---|
Stel dat je activa hebt aangeschaft voor € 1000 (kosten), met een geschatte restwaarde van € 100 (restwaarde) aan het einde van de afschrijvingsduur van 4 jaar (levensduur). =DDB(1000; 100; 4; 1; 2) retourneert € 500. Dit is het afschrijvingsbedrag in het eerste jaar (afschr-periode) op basis van de "double declining balance"-afschrijvingsmethode (afschr-factor is 2). =DDB(1000; 100; 4; 2; 2) retourneert € 250. Dit is het afschrijvingsbedrag in het tweede jaar op basis van de "double declining balance"-afschrijvingsmethode. =DDB(1000; 100; 4; 3; 2) retourneert € 125. Dit is het afschrijvingsbedrag in het eerste jaar op basis van de "double declining balance"-afschrijvingsmethode. =DDB(1000; 100; 4; 4; 2) retourneert € 25. Dit is het afschrijvingsbedrag in het vierde jaar op basis van de "double declining balance"-afschrijvingsmethode. =DDB(1000; 100; 4; 1; 1) retourneert € 250. Dit is het afschrijvingsbedrag in het eerste jaar op basis van de lineaire afschrijvingsmethode (afschr-factor is 1). =DDB(1000; 100; 4; 1; 3) retourneert € 750. Dit is het afschrijvingsbedrag in het eerste jaar op basis van de "triple declining balance"-afschrijvingsmethode (afschr-factor is 3). |