Apparaten bijwerken met Apple Configurator op een Mac
Je kunt ervoor kiezen om apparaten bij te werken met de nieuwste app-updates, de meest recente versie van iOS, iPadOS of tvOS of beide.
Apparaten bijwerken
Ga naar Apple Configurator 2 op je Mac, sluit alle apparaten aan die je wilt bijwerken en selecteer die apparaten vervolgens in het apparaatvenster.
Klik op de knop 'Werk bij' in de knoppenbalk.
Selecteer het type update dat je wilt uitvoeren:
Alleen apps
Alleen nieuwste besturingssysteem
Nieuwste besturingssysteem en apps
Bètaversies van iOS- of iPadOS-software bijwerken
Ga naar Apple Configurator 2 op je Mac, installeer een bètaversie van de iOS- of iPadOS-software op een apparaat, selecteer het apparaat in het apparaatvenster en sleep het IPSW-bestand naar het apparaat.
Zie de Apple Developer-website voor iOS en iPadOS voor meer informatie over bètaversies van de iOS- en iPadOS-software.
iOS-, iPadOS- of tvOS-apparaten bijwerken of herstellen
Ga naar Apple Configurator 2 op je Mac, selecteer het apparaat in het apparaatvenster en sleep het IPSW-bestand naar het apparaat. Geef vervolgens aan of je het apparaat wilt bijwerken of herstellen.
Als je een oudere versie van de software terugzet, verschijnt de melding dat het besturingssysteem mogelijk niet goed werkt op het apparaat.
De bijwerk- of herstelfunctie aan een blauwdruk toevoegen
Ga naar Apple Configurator 2 op je Mac, selecteer de blauwdruk in het apparaatvenster en sleep het IPSW-bestand naar de blauwdruk. De bijwerk- of hersteltaak wordt uitgevoerd op het moment dat je de blauwdruk toepast.