Een Intel-Mac reactiveren of herstellen met Apple Configurator 2
Reactiveren
In zeldzame omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer tijdens een macOS-upgrade de stroom uitvalt, kan het zijn dat een Mac niet meer reageert en dat de firmware van de Apple T2 Security-chip moet worden gereactiveerd. Reactiveren wil zeggen dat die firmware wordt bijgewerkt. Daarbij worden geen wijzigingen aangebracht in het opstartvolume, het gegevensvolume van de gebruiker of andere volumes.
Herstellen
In de volgende gevallen moet je de firmware herstellen en de interne flashopslag wissen:
Je kunt de Mac niet opstarten vanaf het opstartvolume of met het besturingssysteem voor herstel
Het reactiveren van de firmware van de T2-chip is mislukt
WAARSCHUWING: Maak een reservekopie van je gegevens voordat je je Mac herstelt. Wanneer je een Mac met een T2-chip herstelt, herstel je de firmware en wis je de interne opslag. Alle gegevens op alle interne volumes gaan daarbij verloren en zijn niet meer terug te halen.
Ondersteunde apparaten
Reactiverings- en herstelprocessen zijn van toepassing op alle Intel-Mac-computers met een T2-chip, te weten:
iMac (2020)
Mac Pro (2019)
Mac mini (2018)
iMac Pro (2017)
MacBook Pro (13-inch, 2020, vier Thunderbolt 3-poorten)
MacBook Pro (13-inch, 2020, twee Thunderbolt 3-poorten)
MacBook Pro (13-inch, 2019, vier Thunderbolt 3-poorten)
MacBook Pro (13-inch, 2019, twee Thunderbolt 3-poorten)
MacBook Pro (13-inch, 2018, vier Thunderbolt 3-poorten)
MacBook Pro (16-inch, 2019)
MacBook Pro (15-inch, 2019)
MacBook Pro (15-inch, 2018)
MacBook Air (Retina, 13-inch, 2020)
MacBook Air (Retina, 13-inch, 2019)
MacBook Air (Retina, 13-inch, 2018)
Vereisten
Om dit proces te kunnen uitvoeren, heb je het volgende nodig:
De nieuwste versie van Apple Configurator 2 geïnstalleerd op een Mac met internettoegang
Het kan zijn dat je de configuratie van de webproxy of firewallpoorten moet aanpassen, zodat al het netwerkverkeer dat van Apple apparaten afkomstig is, toegang heeft tot het netwerk van Apple (17.0.0.0/8). Zie het Apple Support-artikel Apple producten op bedrijfsnetwerken gebruiken voor meer informatie over de poorten die door Apple producten worden gebruikt.
Een ondersteunde USB-C-naar-USB-C-oplaadkabel, zoals de kabel die verkrijgbaar is bij Apple (mogelijk niet in alle landen of regio's).
Een ondersteunde USB-A-naar-USB-C-kabel.
De USB-C-kabel moet geschikt zijn voor zowel voeding als gegevensdoorvoer. Thunderbolt 3-kabels worden niet ondersteund.
Reactiverings- of herstelproces
Het reactiverings- of herstelproces bestaat uit de volgende stappen:
1. Apple Configurator 2 starten op de tweede Mac en de Mac-computers aansluiten
2. De Mac opnieuw opstarten met een speciale toetscombinatie
3. Apple Configurator 2 gebruiken om de firmware te reactiveren of de firmware te herstellen en alle volumes te wissen
Stap 1: De Mac met Apple Configurator 2 configureren en de USB-C-kabel aansluiten
Controleer het volgende:
De nieuwste versie van Apple Configurator 2 is geïnstalleerd
De Mac met Apple Configurator 2 is op een voedingsbron aangesloten
Je kunt verbinding maken met het internet
Sluit de USB-C-kabel aan (zo nodig via een adapter).
Start Apple Configurator 2 .
Stap 2: De Mac mini voorbereiden
Sluit een beeldscherm aan, zodat je kunt zien wanneer het proces is voltooid.
Haal de stekker van de Mac mini uit het stopcontact.
Steek de USB-C-kabel in de Thunderbolt-poort die het dichtst bij de HDMI-poort zit.
Houd de aan/uit-knop ingedrukt en steek de stekker van de Mac mini in het stopcontact. Blijf de aan/uit-knop ongeveer 3 seconden ingedrukt houden.
Opmerking: De Mac mini laat geen schermactiviteit zien.
Stap 2: De Apple notebook voorbereiden
Druk ongeveer 5 seconden op de sluimerknop om de Apple notebook uit te schakelen.
Steek de USB-C-kabel in de voorste Thunderbolt-poort aan de linkerkant van de Apple notebook.
Houd de aan/uit-knop ingedrukt en druk tegelijkertijd ongeveer 3 seconden op de volgende drie toetsen:
De rechter Shift-toets
De linker Option-toets
De linker Control-toets
Opmerking: De Apple notebook laat geen schermactiviteit zien.
Stap 2: De iMac Pro of iMac (2020) voorbereiden
Haal de stekker van de iMac Pro of de iMac uit het stopcontact.
Steek de USB-C-kabel in de Thunderbolt-poort die het dichtst bij de Ethernet-poort zit.
Houd de aan/uit-knop ingedrukt en steek de stekker van de iMac Pro of de iMac in het stopcontact. Blijf de aan/uit-knop ongeveer 3 seconden ingedrukt houden.
Opmerking: De iMac Pro of iMac laat geen schermactiviteit zien.
Stap 2: De Mac Pro (2019) voorbereiden
De Mac Pro reactiveren
Je moet de firmware van een Mac Pro reactiveren als het indicatielampje oranje gaat branden en in minder dan 4 seconden als volgt knippert: drie keer kort, drie keer lang en dan weer drie keer kort. Zie het Apple Support-artikel Het gedrag van het statusindicatielampje op de Mac Pro (2019) voor meer informatie.
De Mac Pro herstellen
In de volgende gevallen moet je niet alleen de firmware herstellen maar ook de interne flashopslag wissen:
Je kunt de Mac niet opstarten vanaf het opstartvolume of met het besturingssysteem voor herstel
Internet Recovery is mislukt
Het reactiveren van de firmware is mislukt
WAARSCHUWING: Maak een reservekopie van je gegevens voordat je je Mac herstelt. Wanneer je een Mac met een T2-chip herstelt, herstel je de firmware en wis je de interne opslag. Alle gegevens op alle interne volumes gaan daarbij verloren en zijn niet meer terug te halen.
Sluit een beeldscherm aan, zodat je kunt zien wanneer het proces is voltooid.
Haal de stekker van de Mac Pro uit het stopcontact en voer een van de volgende stappen uit:
Bij het desktopmodel van de Mac Pro steek je de USB-C-kabel in de Thunderbolt-poort die het verst van de aan/uit-knop zit.
Bij het rack-model van de Mac Pro steek je de USB-C-kabel in de Thunderbolt-poort die het dichtst bij de aan/uit-knop zit.
Houd de aan/uit-knop ingedrukt en steek de stekker van de Mac Pro in het stopcontact. Blijf de aan/uit-knop ongeveer 3 seconden ingedrukt houden.
Opmerking: De Mac Pro laat geen schermactiviteit zien.
Stap 3: De firmware reactiveren
Open het apparaatvenster van Apple Configurator 2 en selecteer de Mac waarvan je de firmware op de chip wilt reactiveren.
Voer een van de volgende stappen uit:
Kies 'Taken' > 'Geavanceerd' > 'Reactiveer apparaat' en klik vervolgens op 'Reactiveer'.
Klik op het geselecteerde apparaat terwijl je de Control-toets ingedrukt houdt en kies 'Geavanceerd' > 'Reactiveer apparaat' en klik vervolgens op 'Reactiveer'.
Opmerking: Als een van de Macs tijdens dit proces geen stroom meer krijgt, voer je het reactivatieproces opnieuw uit.
Wacht tot het herstelproces is voltooid. Tijdens dit proces verschijnt een Apple logo in beeld dat vervolgens weer verdwijnt.
Zodra het proces is voltooid, wordt de Mac opnieuw opgestart.
Belangrijk: Wanneer je de firmware op de Apple T2 Security-chip reactiveert, moet je controleren of dit ook gelukt is. Het kan namelijk zijn dat je geen melding krijgt van Apple Configurator 2.
Gebruik zo nodig macOS-herstel (macOS Recovery) om macOS opnieuw te installeren.
Zie het Apple Support-artikel macOS opnieuw installeren via macOS Recovery.
Stop Apple Configurator 2 en koppel alle adapters en kabels los.
Stap 3: De firmware herstellen en alle gegevens wissen
Selecteer in het apparaatvenster van Apple Configurator 2 de Mac die je wilt herstellen.
Voer een van de volgende stappen uit:
Kies 'Taken' > 'Herstel' en klik vervolgens op 'Herstel'.
Klik op het geselecteerde apparaat terwijl je de Control-toets ingedrukt houdt en kies 'Taken' > 'Herstel' en klik vervolgens op 'Herstel'.
Opmerking: Als een van de Macs tijdens dit proces geen stroom meer krijgt, voer je het herstelproces opnieuw uit.
Wacht tot het herstelproces is voltooid. Tijdens dit proces verschijnt een Apple logo in beeld dat vervolgens weer verdwijnt.
Zodra het proces is voltooid, wordt de Mac opnieuw opgestart.
Belangrijk: Wanneer je de Mac herstelt, moet je controleren of dit ook gelukt is. Het kan namelijk zijn dat je geen melding krijgt van Apple Configurator 2.
Zodra de Mac opnieuw wordt opgestart, druk je op Shift + Option + Command + R om de versie van macOS te installeren die bij de Mac is geleverd. Als deze versie niet meer beschikbaar is, wordt de versie geïnstalleerd die de oorspronkelijke versie het dichtst benadert.
Zie het Apple Support-artikel macOS opnieuw installeren.
Stop Apple Configurator 2 en koppel alle adapters en kabels los.