iPhone 14-beeldscherm

Voordat je begint

 Waarschuwing

Gereedschap

  • 6,1-inch verwarmde beeldschermpocket

  • 6,1-inch reparatiehouder

  • Snijapparaatje voor plakstrips

  • Persplaat voor schermplakstrip

  • Beeldschermpers

  • ESD-veilig pincet

  • Ethanoldoekjes of IPA-doekjes

  • Verwarmde schermdemontagehouder

  • Hittebestendige handschoenen

  • Kapton-tape

  • Microstix-bitje

  • Nylon sonde (zwart staafje)

  • Momentschroevendraaier (zwart, 0,35 kgf cm)

  • Momentschroevendraaier (blauw, 0,65 kgf cm)

  • Torx-beveiligingsbitje

 Voorzichtig

  • Voor deze procedure is Systeemconfiguratie vereist. Nadat je alle verwijderings- en montagestappen hebt voltooid, volg je de instructies om Systeemconfiguratie te starten.

  • Raak de TrueDepth-cameramodule of nabijgelegen onderdelen niet aan om beschadiging van de lenzen te voorkomen.

  • Raak de achterkant van het beeldscherm niet aan. Het aanraken van de achterkant van het beeldscherm kan de beeldkwaliteit aantasten.

Belangrijk

Lees Verwarmde schermdemontagehouder als je de houder voor het eerst opstelt.

Verwijderen

Belangrijk

Als je de iPhone kunt uitschakelen, ga je door naar stap 6. Als je de iPhone niet kunt uitschakelen, ga je verder met stap 1.

  1. Voltooi alle verwijderingsstappen in het gedeelte Glas aan de achterzijde. Ga vervolgens verder naar stap 2.

  2. Plaats de behuizing in de reparatiehouder met de camera omhoog en de Lightning-connector omlaag naar de uitsparing gericht.

  3. Plaats Kapton-tape over de connector van de batterijflexkabel op het moederbord.

  4. Druk het uiteinde van de flexkabel van het glas aan de achterzijde op de connector.

    •  Voorzichtig

      • Sluit de flexkabel van de batterij nog niet opnieuw aan.

      • Plaats het bovenste en het onderste afdekplaatje of de plakstrip van het glas aan de achterzijde nog niet terug.

  5. Plaats de glazen achterkant boven op de behuizing. Haal de behuizing uit de reparatiehouder. Plaats vervolgens de behuizing weer in de reparatiehouder met het beeldscherm omhoog en de Lightning-connector omlaag naar de uitsparing gericht.

  6. Gebruik een momentschroevendraaier met het Torx-beveiligingsbitje om de twee beveiligingsschroeven (een aan elke kant van de Lightning-connector) te verwijderen. Leg de schroeven aan de kant.

  7. Zet de schakelaar aan de achterkant van de verwarmde schermdemontagehouder om, zodat deze inschakelt. De interne ventilator schakelt nu in. Wacht tot er een vinkje op het scherm verschijnt.

    • Opmerking: als er een foutcode op het scherm wordt weergegeven, schakel je de houder uit en weer in.

  8. Haal de iPhone uit de reparatiehouder. Plaats de iPhone vervolgens voorzichtig in de verwarmde beeldschermpocket met het beeldscherm omhoog en de Lightning-connector omlaag gericht.

    • Belangrijk: Zorg dat de klem aan de zijkant van de pocket omhoog staat.

    •  Voorzichtig: maak geen krassen op de iPhone als je deze in de verwarmde beeldschermpocket steekt.

  9. Doe de klem aan de zijkant van de pocket omlaag om de iPhone vast te zetten.

  10. Doe de hittebestendige handschoenen aan. Lijn de uitsparing aan de onderkant van de pocket uit met de rail op de houder. Schuif de pocket met de iPhone op de rail van de houder.

    •  Waarschuwing: Plaats de pocket niet in de houder zonder hittebestendige handschoenen te dragen.

  11. Schuif de pocket in de houder tot je de pocket op zijn plaats voelt klikken.

    • Opmerking: Het scherm op de houder wordt rood en de timer telt af vanaf 2 minuten terwijl de pocket opwarmt naar de juiste temperatuur. Als de timer op 0 staat, begint de houder te piepen en wordt het scherm groen.

  12. Draai de knop op de houder rechtsom om de zuignap zo dicht mogelijk bij de iPhone te laten zakken zonder dat deze de iPhone raakt.

    •  Voorzichtig: Draai niet aan de knop voordat de timer eindigt om beschadiging van de iPhone te voorkomen.

    • Opmerking: de houder blijft piepen totdat de zuignap is gezakt.

  13. Pak de hendel vast en schuif de zuignap er recht uit totdat de rand van de zuignap gelijk ligt aan de onderste rand van het beeldscherm.

    •  Voorzichtig: Als je de randen van de zuignap en het beeldscherm niet uitlijnt, kan de iPhone beschadigd raken.

  14. Draai de knop op de houder rechtsom om de zuignap te laten zakken op het beeldscherm (1). Zet vervolgens de hendel van de zuignap naar beneden om de zuignap vast te zetten op het beeldscherm (2).

    • Belangrijk: Zodra de zuignap de iPhone raakt, begint de timer 15 minuten af te tellen. Als de timer op 0 staat, wordt de verwarmde schermdemontagehouder uitgeschakeld. Zorg dat je stap 15 en 16 binnen deze tijd voltooit.

  15. Draai de knop op de houder langzaam linksom tot het beeldscherm loskomt van de behuizing.

    • Belangrijk: Zie je niet direct een opening tussen het beeldscherm en de behuizing, wacht dan 30 seconden. Als je nog steeds geen opening ziet, draai dan het zilveren deel van de knop op de houder linksom tot het beeldscherm loskomt van de behuizing.

  16. Plaats de rand van het snijapparaatje voor plakstrips tussen het beeldscherm en de behuizing. Beweeg het snijapparaatje van links naar rechts tussen het beeldscherm en de behuizing totdat het beeldscherm gedeeltelijk loskomt van de behuizing.

    •  Voorzichtig: Kantel de onderkant van het beeldscherm niet meer dan 5 graden omhoog om beschadiging van de flexkabels te voorkomen.

  17. Doe de hendel omhoog om de zuignap los te maken (1). Schuif voorzichtig de platte kant van het zwarte staafje onder de rand van de zuignap om deze los te maken van het beeldscherm (2).

    •  Voorzichtig: draai niet aan de knop. Als je aan de knop draait, kunnen de flexkabels beschadigen.

  18. Druk op de uitwerpknop aan de zijkant van de pocket om de pocket los te maken van de houder.

  19. Houd beide zijkanten van de pocket vast en schuif deze recht uit de houder.

  20. Doe de klem aan de zijkant van de pocket omhoog om de iPhone los te maken (1). Houd het blauw uitgelijnde gedeelte vast en haal de iPhone voorzichtig uit de pocket (2).

    •  Voorzichtig: Maak geen krassen op de iPhone als je deze uit de verwarmde beeldschermpocket haalt.

  21. Plaats de iPhone in de reparatiehouder met het beeldscherm omhoog en de Lightning-connector omlaag naar de uitsparing gericht. Doe de handschoenen uit.

  22. Schuif het beeldscherm een klein beetje richting de onderkant van de iPhone.

  23. Plaats de rand van het snijapparaatje voor plakstrips in de bovenkant van de iPhone, tussen het beeldscherm en de behuizing. Houd het snijapparaatje voor plakstrips in een hoek van 45 graden. Begin in het midden en snijd langs de bovenkant en zijkanten van de iPhone tot het beeldscherm vrij is.

    •  Voorzichtig: kantel het beeldscherm niet meer dan 5 graden om beschadiging van de flexconnectors van het beeldscherm te voorkomen.

  24. Plaats de zuignappen voor de reparatiehouder in de uitsparingen van de reparatiehouder.

    • Opmerking: het symbool aan de onderkant van de houder geeft de richting aan waarin je het beeldscherm moet optillen en aan welke kant je de zuignappen moet plaatsen.

  25. Kantel het beeldscherm richting de zuignappen. Druk op de bovenste en onderste randen van het beeldscherm om het beeldscherm aan de zuignappen te bevestigen.

    •  Voorzichtig

      • Zorg dat de interne beeldschermklemmen openstaan voordat je het beeldscherm omhoog kantelt, om schade aan de behuizing of het beeldscherm te voorkomen

      • Beschadig de flexkabels niet als je het beeldscherm omhoog kantelt.

  26. Gebruik een momentschroevendraaier en een Microstix-bitje om de twee trilobe-schroeven te verwijderen: een uit het afdekplaatje van de beeldschermconnector en een uit het afdekplaatje van de connector voor de omgevingslichtsensor. Leg de schroeven aan de kant.

  27. Verwijder de afdekplaatjes van de beeldschermconnector en de connector van de omgevingslichtsensor. Bewaar de afdekplaatjes om deze later weer te monteren.

  28. Til de uiteinden van de flexkabels van het beeldscherm en de sensor uit de connectoren.

  29. Houd het beeldscherm bij de randen vast. Trek aan de lipjes op de zuignappen om ze los te maken van het beeldscherm. Leg het beeldscherm vervolgens omlaag gericht op een schoon, vlak oppervlak.

  30. Haal de zuignappen uit de reparatiehouder.

  31. Gebruik een ESD-veilig pincet om de plakstrip van het beeldscherm op te pakken. Trek vervolgens onder een hoek van 45 graden aan de strip om deze te verwijderen. Herhaal dit proces tot alle plakstrips van de rand van de behuizing zijn verwijderd.

    •  Voorzichtig: raak de TrueDepth-cameramodule, aardingsveren of nabijgelegen onderdelen niet aan.

  32. Gebruik een ESD-veilig pincet om het aardingsschuim van de bovenkant van de behuizing te verwijderen.

  33. Gebruik ethanol- of IPA-doekjes om eventuele lijmresten te verwijderen van de behuizing.

    •  Voorzichtig: gebruik geen ethanoldoekjes of IPA-doekjes op het beeldscherm. Ethanol of isopropylalcohol kan het beeldscherm beschadigen en de beeldkwaliteit aantasten.

Montage

  1. Inspecteer de interne beeldschermklemmen op schade voordat je het apparaat weer gaat monteren. Zorg dat de interne beeldschermklemmen een hoek van 90 graden hebben en niet zijn gebogen of beschadigd.

    • Belangrijk

      • Als de interne beeldschermklemmen zijn beschadigd, moet je het beeldscherm mogelijk vervangen.

      • Als je een vervangend beeldscherm installeert, haal dan de beschermfolie van de boven- en onderkant van het beeldscherm

  2. Plaats de behuizing in de reparatiehouder met de Lightning-connector naar de uitsparing gericht.

  3. Plaats de plakstrip van het vervangende beeldscherm op de behuizing met het aardingsschuim erbovenop. Zorg dat de bovenste gaten van de plakstrip zijn uitgelijnd met de TrueDepth-cameramodule.

    •  Voorzichtig: zorg dat alle lijmresten van het beeldscherm en de behuizing zijn verwijderd voordat je de plakstrip van het vervangende beeldscherm plaatst.

  4. De plakstrip van het vervangende beeldscherm heeft een bovenste, een middelste en een onderste afdekstrip. Houd het lipje van de onderste afdekstrip vast. Trek de onderste afdekstrip (1) vervolgens langzaam onder de plakstrip (2) vandaan terwijl je de plakstrip op de behuizing drukt.

    • Belangrijk: verwijder de bovenste afdekstrip nog niet.

    • Opmerking: de plakstrip van het vervangende beeldscherm van je model kan er anders uitzien dan de illustratie, maar de stappen zijn hetzelfde.

      • Onderste afdekstrip (1)

      • Plakstrip (2)

  5. Controleer of de plakstrip van het beeldscherm op het lipje van de behuizing is geplaatst. Als de plakstrip niet goed geplaatst is, herhaal je verwijderingsstappen 31 tot en met 33. Herhaal vervolgens montagestappen 1 tot en met 5 met een nieuwe plakstrip voor het beeldscherm.

  6. Gebruik het zwarte staafje om het aardingsschuim voorzichtig aan te brengen.

    •  Voorzichtig

      • Raak de TrueDepth-cameramodule niet aan terwijl je het aardingsschuim aanbrengt.

      • Als je het aardingsschuim niet vastplakt, kan dit het beeldscherm, de wifi of de TrueDepth-camera beschadigen.

  7. Plaats de persplaat voor de schermplakstrip boven op de behuizing met het symbool rechtsboven en het beeldscherm naar boven gericht.

  8. Plaats de reparatiehouder met de iPhone in de beeldschermpers. Trek de hendel omlaag totdat de beeldschermpers vergrendelt.

  9. Wacht tot je een piepsignaal van de beeldschermpers hoort en de timer op 0 staat. Trek de hendel omlaag (1) en trek de ontgrendelknop uit (2). Duw de hendel vervolgens omhoog (3).

    •  Voorzichtig: om ervoor te zorgen dat de schermplakstrip goed hecht aan de behuizing, mag je de hendel pas na 30 seconden omhoog tillen.

  10. Verwijder de reparatiehouder uit de beeldschermpers en verwijder de persplaat.

  11. Gebruik een ESD-veilig pincet om de bovenste afdekstrip te verwijderen, zoals afgebeeld.

    • Belangrijk: Verwijder de middelste afdekstrip nog niet.

      • Bovenste afdekstrip

  12. Plaats de zuignappen in de reparatiehouder.

  13. Lijn de linkerrand van het beeldscherm uit met de linkerrand van de behuizing. Druk vervolgens voorzichtig op de randen van het beeldscherm om het vast te maken aan de zuignappen.

  14. Druk de uiteinden van de flexkabel van het beeldscherm (1) en de flexkabel van de sensor (2) op de connectoren. Druk gelijkmatig langs de lengte van de connectoren.

  15. Plaats het afdekplaatje van de beeldschermconnector (1) en het afdekplaatje van de connector voor de omgevingslichtsensor (2) over de uiteinden van de flexkabels.

  16. Gebruik de zwarte momentschroevendraaier en het Microstix-bitje om twee nieuwe trilobe-schroeven (923-08503) te plaatsen: een in het afdekplaatje van de connector voor de omgevingslichtsensor en een in het afdekplaatje van de beeldschermconnector.

  17. Trek de eerste strip van de middelste afdekstrip (1) los met de klok mee, beginnend rechtsonder op de behuizing. Trek de tweede strip (2) los tegen de klok in, beginnend rechtsonder op de behuizing. Trek de derde strip (3) los met de klok mee, beginnend linksonder op de behuizing.

    •  Voorzichtig: De derde strip van de middelste afdekstrip loopt onder twee flexkabels door. Beschadig de flexkabels niet terwijl je de afdekstrip verwijdert.

      • Middelste afdekstrip

  18. Inspecteer de plakstrip van het beeldscherm om te controleren of deze op de juiste plaats zit en niet beschadigd of gekreukt is. Verwijder de plakstrip als deze beschadigd is en breng de strip opnieuw aan.

  19. Trek aan de lipjes op de zuignappen om ze los te maken van het beeldscherm. Kantel het beeldscherm omlaag zodat dit rust op de behuizing.

  20. Haal de zuignappen uit de reparatiehouder.

  21. Druk tegelijk op alle vier de hoeken van het beeldscherm. Druk vervolgens op de randen van het beeldscherm totdat je een klik hoort en het beeldscherm gelijk ligt met de behuizing.

    •  Voorzichtig: Controleer of de flexkabels niet vastzitten tussen het beeldscherm en de behuizing. Voel aan de randen van het beeldscherm om te controleren op afwijkingen of openingen. Als het beeldscherm niet goed in de behuizing past, herhaal dan alle stappen voor verwijdering en controleer alle flexkabels op schade. Herhaal vervolgens montagestappen 1 tot en met 21 voordat je doorgaat naar stap 22.

    • Verhoogde randen

    • Randen in de juiste positie

  22. Plaats de reparatiehouder met de iPhone in de beeldschermpers. Trek de hendel omlaag totdat de beeldschermpers vergrendelt.

  23. Wacht tot je een piepsignaal van de beeldschermpers hoort en de timer op 0 staat. Trek de hendel omlaag (1) en trek de ontgrendelknop uit (2). Duw de hendel vervolgens omhoog (3).

  24. Verwijder de reparatiehouder uit de beeldschermpers.

  25. Gebruik de blauwe momentschroevendraaier en het Torx-beveiligingsbitje om twee nieuwe beveiligingsschroeven (een aan elke kant van de Lightning-connector) te plaatsen. Druk terwijl je de schroeven plaatst zachtjes op het beeldscherm in de buurt van de Lightning-connector. Als je tijdens het aandraaien vijf klikken per schroef hebt gehoord, weet je zeker dat de schroeven helemaal zijn aangedraaid.

    • Opmerking: gebruik de juiste kleur schroeven voor je model.

      • Blauw, paars, rood, sterrenlicht (923-08388)

      • Middernacht, geel (923-08387)

    •  Voorzichtig: als de schroeven uitsteken, verwijder je ze en leg je ze opzij. Herhaal vervolgens stap 25 om een nieuwe set beveiligingsschroeven te plaatsen. Als de nieuwe schroeven nog steeds niet goed passen, herhaal je alle stappen voor verwijdering en montage.

    • Belangrijk: als je verwijderingsstappen 1 tot en met 5 hebt voltooid, ga je verder met stap 26. Als je stap 1 tot en met 5 niet hoefde uit te voeren, ga je verder naar de waarschuwing aan het einde van dit gedeelte.

  26. Haal de iPhone uit de reparatiehouder. Plaats deze vervolgens voorzichtig in de verwarmde beeldschermpocket met de camera naar boven en de Lightning-connector naar beneden gericht.

  27. Plaats de verwarmde beeldschermpocket in de verwarmde schermdemontagehouder. Zet de houder niet aan.

  28. Draai de knop op de houder rechtsom om de zuignap te laten zakken op het glas aan de achterzijde. Zet vervolgens de hendel van de zuignap naar beneden om de zuignap vast te zetten op het glas aan de achterzijde.

    •  Voorzichtig: Laat de zuignap niet over de rand van het glas aan de achterzijde hangen, anders kun je de iPhone beschadigen. Stop de reparatie als de telefoon beschadigd is. Je vindt de serviceopties op support.apple.com/nl-nl/repair.

  29. Draai de knop op de houder langzaam linksom tot het glas aan de achterzijde loskomt van de behuizing.

    • Belangrijk: Kantel de glazen achterkant niet meer dan 5 graden omhoog om beschadiging van de flexkabel van de glazen achterkant te voorkomen.

  30. Doe de hendel omhoog om de zuignap los te maken. Schuif vervolgens voorzichtig het uiteinde van het zwarte staafje onder de rand van de zuignap om deze los te maken van het glas aan de achterzijde.

  31. Druk op de uitwerpknop aan de zijkant van de pocket om de pocket los te maken van de houder.

  32. Plaats de behuizing in de reparatiehouder met de camera omhoog en de Lightning-connector omlaag naar de uitsparing gericht. Leg het glas aan de achterzijde opzij op een schoon oppervlak.

  33. Verwijder de Kapton-tape van de connector van de batterijflexkabel.

    • Opmerking: sluit de flexkabel van de batterij nog niet opnieuw aan.

  34. Voltooi alle montagestappen in het gedeelte Glas aan de achterzijde. Lees daarna de volgende waarschuwing.

 Voorzichtig

  • Systeemconfiguratie is vereist als je de glazen achterkant, de batterij, de camera of het beeldscherm hebt vervangen. Configuratie TrueDepth-camera is vereist als je een vervangende TrueDepth-camera hebt geïnstalleerd. Meldingen op het toegangsscherm over iPhone-functies kun je negeren tot de configuratie is voltooid.

  • Nadat je alle verwijderings- en montagestappen hebt voltooid, start je de vereiste configuratie. Hoe je de configuratie start, hangt af van welk onderdeel of welke onderdelen je hebt vervangen.

    • Als je de glazen achterkant, de batterij, de camera of het beeldscherm hebt vervangen, start je Systeemconfiguratie door het apparaat in de diagnostische modus te zetten. Tik op 'Start sessie' en volg de aanwijzingen op het scherm.

      • Je krijgt één poging om Systeemconfiguratie te voltooien. Als je poging wordt onderbroken of geannuleerd of als er een fout optreedt, geeft het apparaat een bericht weer waarin je wordt gevraagd contact op te nemen met de mensen van de Zelfservice-reparatiewinkel voor hulp.

    • ls je de TrueDepth-camera hebt vervangen, heb je het volgende nodig:

      • Een Mac met de nieuwste versie van Apple Service-hulpprogramma (ASU). Je moet ook de bronbestanden 'iPhone-reparatie – TrueDepth-camera' installeren. Deze staan in het venster 'Bronbestanden' van Apple Service-hulpprogramma.

      • Het apparaat moet de nieuwste versie van iOS gebruiken.

      • Internettoegang

      • Een Lightning-kabel

      • Op support.apple.com/self-service-repairlees je hoe je de procedure 'Configuratie TrueDepth-camera' start nadat je Apple Service-hulpprogramma op een Mac hebt geïnstalleerd.

Publicatiedatum: